Je hersens, je gereedschap.

Braintools Gebruik je hersens toch eens, riepen mijn ouders menigmaal, als ik weer een stommiteit had uitgehaald of faalde op school. We hebben het er eigenlijk nooit over gehad, of zij dachten dat ik dan wel iets anders dan mijn hersens gebruikte. De vertwijfelde uitroep betekende in ieder geval, dat mijn ouders er van overtuigd waren dat je met je hersens iets kon doen. De gereedschapskist, die je op je levenspad altijd bij de hand moet hebben.

Nu, jaren later, moet ik zeggen: ik heb veel aan mijn hersens gehad. Kopzorgen, hoofdpijn, kronkels, om maar wat te noemen. Ik heb er mee leren lezen en schrijven en kan nu redelijk vlot een sudoku oplossen. En dat is het dan wel zo’n beetje. Meer kunnen mijn hersens niet aan. Ach, ik formuleer af en toe een antwoord op de grote vragen ‘waarom’ en ’waartoe’, maar ik ben er al aan gewend dat er steevast wordt gereageerd met een ‘jij hebt er niets van begrepen’.

Er verandert dus wel iets. Nooit meer hoor ik dat vermanende ‘gebruik je hersens toch eens’. Een hele vooruitgang, maar van zeer beperkte aard. Ik gebruik ze en toch begrijp ik er blijkbaar niets van.
Dat gaat dit jaar veranderen. Op Edge, the world question centre, buigen wetenschappers, filosofen, kunstenaars, schrijvers, zich elk jaar over een grote vraag. Het bedoeling is dat grote geesten in korte essays antwoord geven op allerlei vragen, in de verwachting dat het tot inzichten leidt, waar we mee vooruit kunnen.
Dit jaar is die vraag: welk wetenschappelijk concept zal ieders cognitieve gereedschapskist verbeteren?

Het grappige is, vind ik, dat de meeste antwoorden neer komen op: we moeten anders denken. Anders naar de wereld kijken, andere (voor)oordelen als uitgangspunt nemen, anders definiëren, anders formuleren. Er komt heel wat ‘anders’ voorbij, maar weinig gereedschap om tot dat ‘anders’ te komen.
Niet dat het daardoor oninteressant wordt op de Edge. Eentje die mij wel aanspreekt is het essay van Douglas Rushkoff. Hij sluit aan bij mijn idee van ‘het menselijk tekort’. Wat we ook denken en doen, het levert veel goeds op en er gaat altijd iets fout. Daar houden we veel te weinig rekening mee. Met als gevolg dat we de onverwachte fout willen repareren en zo vermogens kwijt zijn onze maakbaarheid te perfectioneren. We zouden altijd er vanuit moeten gaan dat we onbedoelde fouten maken.

Douglas Rushkoff zegt iets dergelijks
over technologie. Elke technologie heeft een afwijking. Het veroorzaakt ook zaken die we eigenlijk niet willen. Fraai hedendaags voorbeeld: de iPad. Bedoeld om allerlei media bij te kopen, in plaats van ze zelf te produceren. Als we met de iPad vooral bezig zijn het ding op te tuigen met wat de fabriek er aan toevoegingen bij biedt, zijn we minder bezig met onze eigen creativiteit.
Als we ons niet bewust zijn van de afwijkingen die ons de verkeerde kant opsturen, is technologie eerder een last dan een lust, stelt Rushkoff.

Nu is bewustzijn een stukje gereedschap in de hersenen, die verre van volmaakt is. Dus niet alleen bij technologie, ook bij ons bewustzijn moeten we er vanuit gaan dat het ons vies in de luren kan leggen.

Massale kerkgang is staatsgevaarlijk.

N-Afrika Eerst naar de moskee, dan de straat op om het aftreden van regeringen te eisen (thema ontleend aan nrc.next). We mogen hier wel blij zijn dat er op de bible belt zulke ingetogen vromen wonen, dat onze vakantie in een Veluws bungalowpark niet in gevaar komt. Wie de opstandigen in Noord-Afrika wil steunen, boekt natuurlijk nu een lastminute naar Egypte, Tunesië, Jemen, Jordanië of Algerije. Na de borrel in het luxe vakantieresort kun je mee met een tripje naar het centrum en je aansluiten bij wat protestfolklore.

Het nu elke vrijdag raak. Vrijdag is de gebedsdag voor veel Noord-Afrikanen. En die worden wel wat massaler bezocht, dan de kerken hier. Als het volk dan toch verzameld is, waarom dan niet de armoede, de corruptie en de al te strakke regeringen aangeklaagd? Religie draagt zulke staatsgevaarlijke elementen in zich, dat het van moed getuigt dat liberaal Rutte een katholiek aan zijn zijde gedoogt.

Terug naar Noord-Afrika. Waarom horen we niets uit Libië en Marokko? Waarom lijkt het stil te zijn in Saoedi-Arabië? Krijgt de jasmijnrevolutie hetzelfde domino-effect dat
in 1989 zes communistische regimes ten val bracht?
BBC News (wederom met dank aan nrc.next) screent het gebied en denkt dat het in Libië en Marokko zo’n vaart niet zal lopen. Libië wordt even dictatoriaal geregeerd als de nu opstandige landen, maar met een veel kleinere bevolking en meer olierijkdom, verwacht de BBC niet dat daar even grote oproer zal ontstaan. Voor Marokko geldt dat de steun aan de monarchie redelijk sterk is en er iets meer vrijheid geldt, dan in haar buurlanden. We zullen zien.

De belangstelling voor Egypte is momenteel groot. Zonder dat we precies weten hoe spontaan en ongeorganiseerd de protesten zijn, klinkt in de commentaren sympathie voor de protesterende Egyptenaren door. Er is ook enige huiver. Welke krachten zullen er met dit volksoproer aan de haal gaan?
Hier hopen natuurlijk de meeste mensen dat 1979 zich niet herhaald, toen een dictatoriale Perzisch sjah, het veld moest ruimen voor een even dictatoriale Iraanse ayatollah. Hoe democratisch wij ook zijn ingesteld, een volk dat in opstand komt om de ene dictator voor de andere te verruilen, vinden wij maar dom. Los daarvan is het niet zo leuk straks misschien in een Egyptisch vakantieresort na het snorkelen verplicht to Mekka te moeten bidden.

Moeten we de Noord-Afrikaanse opstanden steunen of niet? Een lastige keuze, omdat we aardig bang zijn gemaakt voor islamitische slimmerikken die een slaatje uit deze toestanden kunnen slaan. Wie gelooft er hier nou dat de islam, evengoed als het christendom, met democratie samen kan gaan?
L
aten we niet vergeten dat de protesten vooral tegen de armoedige uitzichtloosheid is gericht. Jongeren die nauwelijks kansen hebben, zijn het zat. Dat verdient steun. En hoe zij hun staat dan verder in willen richten, is aan hen.

Dure wissel.

Dure wissel Waarom maakt elke verplichte verandering het leven duurder? Een raar verschijnsel in een economie, die een vrije markt heet te zijn, waar de consument door een grote keuzevrijheid de beste waren voor de beste prijzen zou kunnen krijgen.

Wie zich nog de overgang van de LP (langspeelplaat) naar de CD herinnert, weet wel dat de consument een betere geluidskwaliteit kreeg, maar ook meer moest betalen voor minder muziek per schijf. Bovendien werd de consument ook in een soort koppelverkoop gedwongen. Die CD’s speelden erg beroerd af op de pick-up. Je moest dus wel een CD-speler kopen. Een verandering die de consument een aardige duit kostte.

Nu wordt iedereen tot de OV-chipkaart verplicht. Een product waarvan de veiligheid niet is gegarandeerd en de Zuid-Hollandse consumenten
2,4 miljoen euro meer gaat kosten. Er was beloofd dat deze verandering kostenneutraal zou zijn. De enige keuze die de consument heeft, is niet van het openbaar vervoer gebruik te maken.

Al eerder heb ik hier betoogd dat verplichte keuzes gratis moeten zijn. Een rechter in Den Bosch vond dat ook. Het is verplicht een identiteitskaart bij je te hebben. Dan moet die ook gratis worden verstrekt,
oordeelde de rechter.
Misschien moet de rechter er vaker aan te pas komen. Banken willen de pinpas afschaffen en voeren nu, samen met de overheid, actie om iedereen aan het nieuwe pinnen te krijgen. De pinpas met magneetstrip wordt vervangen door een pas met een chip. Die verandering zou de kosten van het betaalverkeer omlaag brengen. Consumenten en ondernemers zijn duurder uit.
Ook hier maakt de consument geen keuze, maar krijgt het een door de banken gekozen verandering opgedrongen.

Ik kan me ook herinneren dat in communistische staten er bar weinig te kiezen viel voor consumenten. De winkels lagen niet vol met een ruim assortiment aan producten. Geen keuzevrijheid wat betreft scholen, artsen, kunst en cultuur. De overheid bepaalde bijna alles. Daar stond dan vaak wel gratis onderwijs en gezondheidszorg tegenover. Maar niemand is nog voorstander van zulke “heilstaten”.

Gelukkig leven wij in een vrij en democratisch land. Wat moet zo’n land met verplichte keuzes, die het leven duurder maken en vrijheden beperkt?

Rutte's Europese Norm.

EU bijdrage Iedereen zal er iets van merken, sprak Rutte toen hij zijn bezuinigingen aankondigde. Met iedereen bedoelt hij ook Europa. Rutte wil de Nederlandse bijdrage aan de Europese samenwerking verlagen. Dankzij zijn peetoom Zalm, hoeft Nederland nu 1 miljard euro minder te betalen, dan volgens de regels eigenlijk zou moeten. Rutte wil die korting ook in 2012 houden er nog 1 miljard extra uitslepen.

Het is een aardig bedrag dat wij aan Europa betalen. Ondanks die korting behoort Nederland tot de grootste nettobetalers. Nederland betaalt aan de Europese samenwerking, maar krijgt er ook wat voor terug. Blijkbaar zo weinig dat we tot de grootste nettobetalers horen.
In 2005 probeerde Zalm nog met een trucje de bijdrage omlaag te krijgen. Om aan te tonen dat we veel te veel betalen, rekende hij de invoerheffingen mee. Sinds 1984 moeten die ook in de Europese kas worden gestort. Maar dat mag niet meetellen om de hoogte van de bijdrage te berekenen. Toch wist hij de 1 miljard korting gedaan te krijgen.

De PVV maakte zich er ook al druk om. Per burger zouden we jaarlijks ruim 266 euro betalen. De toenmalige staatssecretaris van Economische zaken, stelt dat de PVV geen rekening heeft gehouden met de korting, maar dat we dan nog altijd 206 euro per burger bijdragen. De staatssecretaris vindt dat we ook rekening moeten houden met de voordelen die Europa ons biedt. Wat zijn dan die voordelen?

Een van de zaken die de Europese samenwerking wil bevorderen is een soepele interne markt. Vlot handelsverkeer, zonder al te veel bureaucratische en belastingtechnische drempels. Nederland is een van de grootste im- en exportlanden en profiteert daarom meer van de Europese maatregen dan andere landen. Volgens het CPB kan het voordeel zelfs oplopen tot 1812 euro per burger. Volgens Willem Vermeend, tussen 1994 en 2002 staatssecretaris en minister geweest, levert de samenwerking en de euro zelfs een voordeel van 2000 euro per burger op.

Nu zijn dat berekeningen van hartstochtelijke voorstanders van de Europese samenwerking. Ze zullen ongetwijfeld minder hartstochtelijk reageren als de burger dan zou zeggen: mooi, stort dat voordeel dan maar op mijn bankrekening. Zien doet geloven.
De burger merkt misschien nog het meest wat van de vestzak-broekzak financiering. Nederland krijgt uit de Europese pot geld voor structuurfondsen. Ofwel: we storten wat op de Europese rekening, om daar dan wat van terug te krijgen in de vorm van subsidies om regio’s op te pimpen of allerlei belangwekkende projecten te financieren.

Nederland krijgt nu (periode 2007 – 2013) € 1.907 miljoen aan structuurfondsen. Daarvan is € 1.660 miljoen bestemd voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid en € 247 miljoen voor samenwerking tussen alle landen en regio’s in de Europese Unie.
Die subsidies krijgen we alleen als we ook zelf wat bijdragen. Niet alleen als overheid, maar ook private bijdragen tellen mee. Afhankelijk van het doel moet er 25 tot 50 procent van de subsidiabele kosten worden bijgedragen (meer hierover in het Nationaal Strategisch Referentiekader, pdf!).

En zo kregen we € 1.4 miljoen uit het Europees Fonds om
Panorama Mesdag op te knappen. Voor een vitaal platteland cashten we € 80.000,- EU-subisidie voor een speeltuin te Hoogezand en een molen in Kolham. Het arme Noorden heeft in de afgelopen jaren 17,5 miljoen overheidssubsidie en 4,8 miljoen private bijdragen gecollecteerd voor het plattelandsontwikkelingsprogramma Hoogeland. Europa doneerde ruim 22 miljoen.
In 2007 kreeg Urk € 167.400 voor een barramundikwekerij. Provincie en gemeente dokten € 192.587 voor deze bijna graatloze vis. Ruim 1 miljoen euro ging naar water in historische stadscentra. Daar profiteerde Breda van, mede gesteund door € 412.000 van het ministerie van VROM.

Er wordt heel wat mogelijk gemaakt met Europese subsidies. Voor boeren, MKB’ers, regio’s, steden, dorpen en veel wetenschappelijk werk. De voorbeelden hierboven steunen op ruim 23 miljoen EU-gelden. Maar de bijdragen van rijk, provincies, gemeenten en private partijen bedroegen grofweg 22 miljoen euro. In totaal 45 miljoen, waarvan we dus eerst een deel in de EU-kas moeten storten en alleen terugkrijgen als we nog een keer de portemonnee trekken.

Je zou zeggen dat Rutte nog veel te lafhartig is met het bedelen om een korting van 2 miljard. Maar afspraken zijn afspraken. Ook in international verband. Van de Europese samenwerking komen we niet zomaar af. In de huidige context betekent Rutte’s voorstel, dat we het risico lopen nog minder te besteden hebben aan levendige plattelanden of innovatieve viskwekerijen.
Rutte wil gewoon geen vitaal Nederland. We zullen en moeten er iets van merken.

Bananen of chips?

Chimp Dat we niet van de apen afstammen is nu wel bewezen. Apen hebben een voorkeur voor gezond voedsel, mensen niet.

Waarschijnlijk in een poging de bio-banaan aan het grote publiek te slijten, wordt op het weblog van
Zinnerdinner.nl het verhaal verkondigd dat chimpansees een bio-banaan met schil en al opeten en een niet-biologische banaan eerst pellen. Als de keuze tussen die twee hebben, laten de chimps de niet-biologische banaan links liggen.
Het weblog raadt u aan een chimpansee mee te nemen naar de supermarkt, omdat de aap een fijne neus heeft voor bananen zonder bestrijdingsmiddelen.

Wageningse onderzoekers ontdekten dat jongeren een zak chips
liever niet ruilen tegen gezond stukje fruit. Waarmee het verschil tussen snotapen en echte apen is aangetoond.
De verstandige apen zit een in een dierentuin in Kopenhagen. De jongeren in Nederland. Nader speurwerk leverde geen informatie op of apen in Artis mogelijkerwijs ongezonder eten, dan jongeren in Denemarken.

In het artikel over het Wageningse onderzoek staat een opmerkelijke conclusie. Men onderzocht of het hechtingsprincipe ook bij voedsel opgaat. Dat principe gaat er vanuit dat mensen producten die ze zelf bezitten, hoger waarderen dan dingetjes die ze nog niet hebben. Zeker als ze het gratis gekregen hebben.
Men gaf scholieren snoepgoed of fruit en gaf ze de tijd zich er even aan te hechten. Daarna werd gevraagd het gekregen spul te ruilen. De scholieren die snoep kregen, hadden niet zo’n trek in een ruil.

De jongeren die gratis fruit kregen, bewezen dat de stelling niet opgaat. Zij waren wel meer bereid hun gratis verkregen spul af te staan. De onderzoekers concludeerden terecht dat de jongeren zich niet zo snel hechten aan gezond eten. Hoe krijg je ze dan van de chips af? Nou, de schoolkantines moeten alleen gezonde waar aanbieden. Dan hebben de snotapen geen andere keuze.

Zo simpel zit dat. Je kunt er natuurlijk ook een prinses op afsturen. Op 1 februari probeert Maxima de Drentse jongeren
op gezond gewicht te krijgen. Maar zelfs als ze de prinses gratis krijgen, zijn er toch die ‘onbewuste emotionele processen’, die volgens de onderzoekers de jongeren naar chips en chocola doet verlangen.
Misschien moeten we leren kiezen als apen.

Expert tussen de oren.

Hersenen Experts herkennen we zo. De echte ervaren vaklui. Hoe wordt je een expert? Urenlang oefenen. Er zijn ongeveer tienduizend uren nodig, om een expert te worden.

Dat zinnetje trof me, bij het lezen van een artikel over het meten van de hersenactiviteit van echte experts. Op Noorderlicht wordt uit de doeken gedaan dat experts niet over een magisch talent beschikken, maar door oefening en ervaring razendsnel volgende stappen kunnen bedenken (meer over het
kennersbrein op Noorderlicht).

Even terug naar die tienduizend uren oefenen. Stel je hebt een baantje van 32 uur per week. Met aftrek van vakantiedagen en gemiddeld ziekteverzuim oefen je dus je vak uit in iets meer dan 1429 uren per jaar. Dan mag je je na bijna 7 jaren een expert noemen.

Ik moet dus nog twee jaar dit blog voltikken en dan ben ik een blogexpert. Morgen zal ik deze berekening ook mijn baas eens voorhouden. Na elf jaar werken mag ik toch meer expert genoemd worden, dan mijn baas, die er nog maar net zit. Ik laat mijn hersens even scannen om met onweerlegbaar bewijs te komen, want de baas gelooft mij niet op mijn ervaren woorden.

Zijn er nog meer experts in de zaal?

De ondraaglijke maakbaarheid van het bestaan.

AtlasAap U kent Atlas wel. De man die de wereld van zijn schouders liet flikkeren en daar lag die wereld dan aan onze voeten. De wereld is de wereld. Klaar. Maar wat doet een mens als de wereld aan zijn voeten ligt?

U kent de mens wel. Het soort aap dat een banaan met een breinaald te lijf gaat, omdat bananen te krom voor woorden zijn. De mens probeert alles recht te breien, wat krom is.

U weet wel wat krom is. De banaan is daar het meest onschuldige voorbeeld van. De banaan is misschien, met een beetje genetische manipulatie, nog wel recht te breien. Helaas is dat niet mogelijk bij alles dat krom is. Dan zijn andere technieken noodzakelijk.

U kent de techniek wel. Een ingenieuze middel waarvan de mens denkt dat de wereld aan zijn voeten er mee maakbaar is. Plannen ontvouwen, klaar stomen, in de steigers zetten, ontwikkelen zijn zo een paar van die technieken. Ze doen denken aan origami, koken, bouwen en de ouderwetse doka.
In de moderne tijd gaat het om brainstormen, masseren, kaders uitzetten en groei.

Sinds mensenheugenis gaat daarbij wel eens iets fout. Ook dan roepen we de techniek te hulp. Rechtbreien, plamuren, dichttimmeren en, alsof de wereld een chemisch lab is, oplossen. De wereld ligt aan onze voeten en daar komen we wel uit.

Hoe ik daar op kom, kan niet precies verklaren, maar dat schoot me allemaal te binnen bij het bericht dat het EPD (Electronisch Patiëntendossier) per 1 april
opnieuw wordt gelanceerd.
Zeer waarschijnlijk niet geheel ontdaan van weeffoutjes. Maar stel dat de wereld, die aan uw voeten ligt, een van uw onderdanen infecteert met een mysterieuze kwaal? Dan is het toch mooi dat de chirurg, dankzij het EPD, de juiste voet amputeert? Wat heeft u liever: een foutloze chirurg of een dichtgetimmerd dossier?

Maatschappelijke stage succesvol verlopen.

Studentenactie Leren doe je op school of universiteit. Daarna is het met het grote leren wel afgelopen. Misschien nog een cursusje hier, een training daar of bijspijkeren in de workshop ‘De lerende organisatie’. Vandaag kwamen uit heel de samenleving mensen bij elkaar voor een landelijke maatschappelijke stage.

De maatschappelijke stage is een uiterst leerzame ervaring. Zo’n stage biedt de mogelijkheid wat op te steken van hoe de maatschappij in elkaar steekt en hoe je als burger daarin een rol kan spelen.
Thema van de maatschappelijke stage was vandaag: hoe lang mag een mens leren?
Studenten waren uitgenodigd om op speelse wijze hun visie daarover te geven. Politiefunctionarissen waren uitgenodigd de studenten een lesje te leren. Terugblikkend kunnen we vaststellen dat het een zeer geslaagde dag is geweest.

Het begon op het Haagse Malieveld, waar de staatssecretaris van Onderwijs Zijlstra de studenten onderbrak toen zij hem hun maatschappelijk bewustzijn toejoelden. “Het zou van fatsoen getuigen als de toekomstige leiders van Nederland – en dat zijn jullie – ook zouden kunnen luisteren naar de argumenten van een ander”,
doceerde Zijlstra.
Nu hadden ze dat al gedaan. Ze gaven alleen te kennen het met die argumenten niet eens te zijn. Zij maakten op een speciale manier gebruik van hun medezeggenschap, waar Mark Rutte in 2005, als staatssecretaris Onderwijs, zo voor had geijverd. Dat is Zijlstra vast vergeten.

Rutte stond in 2005 zij aan zij met de studenten om de verkiezingen voor de studentenraden te promoten. Geheel tegen de zin van de bestuurscolleges. Rutte kwam met een ingrijpende wet op het hoger onderwijs, waarin ook de organisatie van het bestuur werd aangepakt. Dat vonden de bestuurscolleges
niet zo nodig. Studenten hadden genoeg inspraak vonden ze. Mark Rutte dacht daar anders over. Hij adviseerde de studenten: “Laat die bestuurders maar zweten”.

Dat moet Rutte in gedachten hebben gehad,
toen hij zei “respectvol kennis te nemen van de demonstraties en dat het kabinet natuurlijk luistert naar signalen uit de samenleving”. Niet dat de studenten hun zin gaan krijgen. Tjonge, realiseerden zij zich, er is wel wat veranderd in de maatschappij. Hoe kan het nou dat studenten in 2005 wel op steun van Rutte konden rekenen en studenten in 2011 niet?

Dat gingen ze dan maar eens op het Binnenhof vragen. Daar hadden de Haagse autoriteiten ook op gerekend. Geheel volgens het draaiboek van deze maatschappelijke stage, werd het tijd de andere deelnemers toe te laten: de politie.
Ook de politie moet op een veranderende maatschappij zijn voorbereid. Het zou best eens kunnen dat er roerige jaren in het verschiet liggen. Rutte’s bezuinigingen treffen niet alleen studenten, maar bijna iedereen. Wat te doen als iedereen de straat op gaat om een potje te protesteren?

De geschiedenis leert (die wel, de mensen niet) dat studenten prima materiaal zijn om te oefenen met radicale elementen. De burgemeester noemt
de oefening geslaagd en de studentenbonden spraken van een fantastische manifestatie.
En zo keerde iedereen tevreden huiswaarts. Geïnspireerd door dit succes overweegt de overheid de scholen en universiteiten af te schaffen en geheel te vervangen door de maatschappelijke stage.

Het moet eens afgelopen zijn met de 2e Kamer.

2e Kamer Dat het parlement vaak in het nieuws is, daar valt mee te leven. Maar dat elk besluit, elke stemming, elk voornemen van parlementariërs wordt gepresenteerd als zijnde van de Tweede Kamer, doet de waarheid geen recht.

Neem de berichten van vandaag. Kamer wil uitleg over euthanasiekliniek (
Trouw), Kamer: NS moet informatie zelf doen (NOS), Kamer wil toegang patiënt tot gegevens EPD (Nu.nl), Tweede Kamer houdt spoeddebat over JSF (Elsevier), Kamer wil permanent supersnelrecht (Volkskrant).We mogen blij zijn met zo’n actieve Kamer. Ai, nu trap ik er zelf in.

Correctie: We mogen blij zijn met actieve Kamerleden.
De wens tot permanent supersnelrecht komt van de VVD. Waarschijnlijk zullen nog vier partijen die wens ondersteunen. Het debat over de JSF komt er op verzoek van GroenLinks. CDA’er Omtzigt vindt dat patiënten onmiddellijk toegang tot hun EPD moeten krijgen. SP en PVV blijven tegen het EPD. De NS moest voor een Kamercommissie verschijnen en bekende schuld aan de slechte winterdienstregeling. En het CDA-kamerlid Smilde wil nadere uitleg over een euthanasiekliniek. Maar in alle gevallen is het dus niet ‘De Tweede Kamer’!

Als alle 150 Kamerleden hetzelfde zeggen, willen of doen, dan zou een kop als ‘De Tweede Kamer doet het’, de waarheid en niets dan de waarheid zijn. Maar dat gebeurt zelden. Zou een overgrote meerderheid der Kamerleden, meer dan 100 bijvoorbeeld, dan kun je de media zulke generaliserende koppen ook niet echt kwalijk nemen.
Dat is echter in de laatste 65 jaren slechts twee keer voorgekomen. In 1981 bezetten de coalitiepartijen van CDA, PvdA en D66 109 zetels en in 1989 waren CDA en PvdA goed voor 103 zetels.
Het huidige kabinet heeft de steun van hooguit 78 zetels. Geen gegarandeerde steun, want het is lang niet zeker dat CDA-dissidenten en gedoog-PVV’ers alles voor zoete koek zullen slikken.

Hoewel ieder Kamerlid er op persoonlijke titel zit, zal de fractiediscipline er in veel gevallen voor zorgen dat elke partij eensluidend het volk vertegenwoordigt. Toch gaat het te ver om, met 10 partijen die onderling en soms intern de nodige verschillen kennen, boven elk parlementair nieuwtje te suggereren dat de gehele Kamer iets vindt, voorstelt of ergens voor of tegen stemt.

Kortom: het moet eens afgelopen zijn met De Tweede Kamer. Als krantenkop dan.

Bloggen blijft leuk.

Blogparel Vandaag heb ik een extra leuke blogdag. Bloggen geeft alle dagen wel plezier, maar vandaag kreeg ik twee hele aardig extraatjes kado.

Om te beginnen: de Blogparel (voor de zwijnen) van het Jaar 2010. De inzendingen lijken stilgevallen. Dat kan de bedoeling niet zijn, want zo dreigt de categorie reacteurs te vervallen. Maar goed, er zijn nog elf dagen te gaan voor de inzendtermijn sluit.
Al die tijd is het een leuke bezigheid al de inzendingen te lezen. Ook dit jaar levert de Blogparel veel leesgenot op. Organisatorisch was er nog een onvolkomenheid. Wanneer, waar en hoe moet de prijsuitreiking plaatsvinden?
Nou, dat is nu bekend. Ga naar de Blogparelpagina en lees daar meer over.

Het tweede extraatje is een gastlogje. Het
artikel van gisteren staat vandaag te gast op Sargasso. Dat is op zich al leuk, maar de reacties zijn nog leuker.
Blijkbaar gingen er een aantal lezers vanuit dat ik serieus wilde aantonen dat psychisch ongezondheid in de provincies, te maken heeft met werk- en inkomenssituatie in die provincies. Daar heb ik zo mijn vraagtekens bij, die dan ook in dat artikel staan.
De redactie van Sargasso was zo verstandig in de aanhef een link te plaatsen naar een eerder artikel over gebruik van data. Daarin stel ik zelf al dat het oppassen geblazen is met geknutsel met cijfers en statistieken.

Afijn, dat geknutsel is me nu verweten, door een van de reacteurs daar. Gedeeltelijk terecht. Maar dat je in de reacties soms de oren wordt gewassen, is ook het leuke van bloggen. Ik leer er in ieder geval weer wat van.

Hoe dan ook: dit was zo’n dag, waarop je de waarde van bloggen weer eens ervaart. Wie heeft er nou geroepen dat bloggen dood is?