Roeptoeters en rimpels.

Roeptoeters en rimpels Medialand zal nooit meer hetzelfde zijn? Een weblog die tot de publieke omroep toetreedt, een publieke omroep die een weblog begint. Wat heeft dat allemaal te betekenen?

Afgelopen dinsdag lanceerde de Vara het opinieblog
Joop.nl. Een website waar progressief Nederland zich kan vinden, hoewel naar politieke kleur niet wordt gekeken, aldus de redactie Het wil een veelzijdig, genuanceerd tegenwicht bieden tegen het aanzwellende rechtse geluid in diverse media.
Minister Plasterk, bang voor knettergekke vragen uit die rechtse hoek, beantwoordde het initiatief met het upgraden van weblog Geenstijl tot publieke omroep. Powned, het omroepinitiatief van Geenstijl krijgt zendtijd op radio en televisie.

Geenstijl is groot. Niet te vergelijken met welk weblog dan ook, qua bezoekersaantallen en de impact die het af en toe heeft. Dat kan ook als je een filiaal bent van een van de grootste kranten. Die trouwens ook een omroepafdeling mag beginnen van Plasterk.
De Vara, verzekerd van een plaats in de publieke omroep, pakt het omgekeerd aan en denkt haar reikwijdte uit te breiden met een groot weblog. Joop.nl verzamelt opiniemakers en heeft minstens twee weblogs bereid gevonden mee te werken.

Twee van mijn favoriete weblogs,
Sargasso en GeenCommentaar, mogen ammunitie leveren aan het tegengeluid van rechts. Nu zijn dat weblogs waarvan ik vind dat hun geluid zeker een groter publiek verdient, dus dat artikelen van deze blogs op Joop.nl zullen verschijnen is alleen maar goed.
Natuurlijk wil je als weblog een zo groot mogelijk bereik, maar omdat via deze gekozen weg te zoeken? Om volstrekt naïeve redenen heb ik daar gemengde gevoelens bij.

Voor dat u mij van jaloezie beticht: Ik ben zeer tevreden met de uiterst marginale positie in weblogland. Bij de start in 2006 had ik 1 bezoeker (mijzelf). Nu, drie jaar later, kan ik al op 3 vaste bezoekers rekenen. Een toename van 300% is een groei waar de huidige deplorabele economie watertandend naar staat te kijken.
Maar verder: wat hier wordt verkondigd, betekent niet meer dan een zuchtje wind, waar zichzelf respecterend water nog geen rimpel van vertrekt.

Sargasso en GeenCommentaar veroorzaken wel wat meer in de vijver. Terecht. En ze leveren wel degelijk tegenwicht tegen roeptoeters als Geenstijl. Het verschil tussen een rimpel en een storm in een glas water. Maar meewerken aan een roeptoeter van een wat andere signatuur?
Ik vind het doodzonde. Ik hou van onafhankelijke, tegen de stroom in roeiende pioniers. De steentjes in de rivier. De ploeteraars die de waan van de dag van geen commentaar voorzien. Die geen instituut willen zijn, noch tegen instituties aanschurken.
Tuurlijk, da’s een onrealistische, veel te romantische opvatting. Te treurig voor woorden, dus wat zit ik hier eigenlijk in te tikken?

Al die moeite, omdat ik meer heb met rimpels dan met roeptoeters?

Rekenfout in salarissen woningcorporaties?

Rekenfout in salarissen woningcorporaties Het ligt niet aan de rekenboekjes, het ligt aan de meesters en juffen dat er zo belabberd wordt gerekend in Nederland.
Klopt! We nemen elkaar vaak de maat, maar zelden correct. Om maar eens een voorbeeldje van realistisch rekenen te geven.

De kritiek op die methode kan naar de prullenbak,
volgens de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen). Of de kindertjes nou realistisch rekenen of traditioneel rekenen krijgen, het maakt niet uit voor het bereikte nivo. Eerder moet het didactisch peil van het onderwijzend personeel een worden nagecalculeerd.

Okee, roept het ministerie van Onderwijs, reken er maar op dat we dat zullen doen. De volgende onderwijshervorming staat in de steigers. De
Pabo gaat verbouwd worden, volgens staatssecretaris Bijsterveld. Haar collega Dijksma vindt, ondanks de conclusie van de KNAW, het realistisch rekenen wel erg dominant aanwezig in het rekenonderwijs. Door een andere berekening van de geldstromen toe te passen, wil ze andere methoden evenveel kans geven.

Afijn, er wordt al jaren beroerd gerekend. Een case uit de dagelijkse praktijk”de salarissen van directies en besturen van woningcorporaties. Even goed opletten allemaal, want het wordt nu best lastig tellen.

De VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties) en Aedes (vereniging van woningcorporaties) zeggen
in een persbericht dat bijna driekwart van de bestuurders zich aan de eigen salariscode houdt en een kwart toch nog een te hoge beloning krijgt.
Een kwart, da’s 25%. Bijna driekwart is (gokje) 74,9%. Over de resterende 0,1% valt verder niets te lezen.

In de pers komen we de volgende rekenkundige interpretaties tegen.
De NOS zegt dat ruim 30% zich niet aan de salariscode houdt. Het NRC stelt dat 1 op de 8 bestuurders meer dan de Balkenendenorm toucheerde. Da’s dus 12,5%.
Blijven opletten, ja?! Ook daar achter in de klas!

Het NRC wijst op een brief van minister Van der Laan, die vindt dat de salarissen boventrendmatig zijn gestegen. De Balkenendenorm van 181.000 euro vindt hij meer dan genoeg.
Het NRC wijst op het rapport van de VTW en Aedes, die bij hun onderzoek de Izeboudnorm van 232.000 euro als uitgangspunt namen. Ofwel: 51.000 euro meer dan de Balkenendenorm.
Opgave 1: in het NRC-artikel staat: “een directeur van een kleine corporatie kan dus minder dan de Balkenendenorm verdienen, maar wel boven de Izeboudnorm uitkomen”.
Okee, neem allemaal pen en papier en reken eens uit hoe dat kan.

Tweede opgave: In
het VTW-rapport (pdf!) staat dat 34% van de directeuren en 47% van de toezichthouders meer verdienen dan de bovengrens van hun eigen branchenorm. Van alle bestuurders zat gemiddeld 34% boven die norm.
Reken uit waarom de NOS op 30% komt en de NRC op 12,5%.

Het zouden zomaar twee voorbeelden kunnen zijn uit de methode realistisch rekenen. Ik geloof dat ik toch maar aan traditioneel rekenen vasthou. Eén plus één is twee en kan nooit drie of meer zijn. Een rekenmethode die heel wat crisis had kunnen voorkomen.

Opm: uw redacteur heeft niet meer dan Pabo op zak, Onvolkomenheden in de rekenopgaven zijn daarmee verklaard.

Jonge onderzoekers krijgen 36 miljoen euro

Jonge onderzoekers krijgen 36 miljoen euro Tegen een uurloon ter grootte van de gemiddelde voorrijkosten van een servicemonteur, kunnen jonge, pas afgestudeerde onderzoekers drie jaar verder met hun onderzoeken.
De NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) heeft uit 809 aanvragen 143 jonge wetenschappers geselecteerd, die elk 250 duizend euro krijgen. Volgens de NWO gaat het om jonge onderzoekers die “een opvallend talent hebben voor het doen van wetenschappelijk onderzoek“.

De aanvragers mochten hun onderzoeksvoorstel voorzien van een alinea waarin ze een eventuele benutting van hun onderzoeksresultaten konden uitleggen. Die toevoeging zou alleen in de beoordeling meegenomen worden, als dat het voorstel positief zou beïnvloeden. Van de 809 aanvragers hebben 700 die mogelijkheid aan gegrepen. Bij slechts 37 van de 147 toekenningen bleek de alinea van positieve waarde te zijn.

De manier van kiezen is aan de jury. Je kunt je afvragen waarom het niet verplicht is gesteld de benutting van de onderzoeksresultaten te motiveren. Wetenschappelijk onderzoek moet natuurlijk op de een of andere manier van waarde zijn voor de samenleving. Zo niet, dan is het aardig hobbyisme. Zo heb ik ooit, met de op een verjaardag verkregen chemiedoos, de meest fantastische experimenten gedaan. Maar het spreekt vanzelf dat alleen de verzekering er aan te pas kwam toen er het een en ander moest worden uitbetaald. Hetgeen tot opluchting van mijn ouders ver onder de 250 duizend euro bleef.

Gelukkig gaat het bij de NWO om serieus onderzoek. De NWO publiceert op de website een overzicht van de toegekende onderzoeken. Of die allemaal de 250 duizend euro waard zijn, omdat ze ons van nut kunnen zijn, valt hier en daar te betwijfelen. Soms omdat sommige onderwerpen al flink onderzocht worden, soms omdat het onderwerp nauwelijks enige maatschappelijke relevantie lijkt te hebben. Maakt niet uit, want het gaat erom dat van de geselecteerde jonge onderzoekers wordt verwacht dat ze met “
hun opvallende en originele talent” misschien tot onverwacht mooie en betekenisvolle resultaten komen.

Een aantal onderzoeken spraken tot mijn onwetenschappelijke verbeelding. Ik licht er een paar uit, omdat ze me op de eerste plaats “leuk” lijken. En ook een vaag idee heb dat we er op zijn minst stof tot verder nadenken mee kunnen krijgen.

Bijvoorbeeld het onderzoek van Dr. Bas van Leeuwen: Menselijk kapitaal in Europa. Uitgangspunt is dat algemeen wordt aangenomen dat onderwijs van belang is voor economische groei. De onderzoeker stelt dat stimulering van het onderwijs tijdens het socialisme niet tot hogere groei leidde. Daar wil-ie meer van weten.
Nu kan ik meteen wat mogelijke factoren bedenken, waarom onder het socialisme de economie niet groeide en die niet met onderwijs te maken hebben. Ik zou eerder focussen op dat menselijk kapitaal. Tegenwoordig zo fraai benoemt als human resource. Zoals met alle grondstoffelijkheden, hangen de resultaten sterk af van hoe je ermee omspringt. Human resource kun je ook uitputten, met alle vervelende gevolgen vandien. En vergelijkend onderzoek tussen socialisme en kapitalisme lijkt me leuker.

Nog eentje: Een positief gevecht tegen onrecht van dr. Martijn van Zomeren. De aanname hier is dat van collectieve acties tegen onrecht wordt gedacht dat die door de onderbuik worden gemotiveerd. Van Zomeren gaat uitzoeken of positieve emoties niet veel belangrijker zijn, “omdat ze hoop, optimisme en weerbaarheid opbouwen”.
Kijk, dat spreekt een ouwe hippie natuurlijk aan. Dat gechagrijn tegenwoordig van tegenbewegingen als de PVV en TON heb ik niks mee. Mede omdat uit die hoek nog wel eens wordt beweerd dat het positivisme uit de jaren 60 en 70 dit land heeft verziekt. Ik mag hopen dat Van Zomeren nu eens en voor altijd het tegendeel zal bewijzen.

Kijk eens in de NWO-overzichten (
alhier en aldaar) of er iets tussen zit wat jou tot de verbeelding spreekt.

Code Leedvermaak

Code Leedvermaak Collectieve paniek! Geen nood, als de consument lijdt, kan hij zijn leed vermaken aan belangenbehartigers, die wel even een fikse schadevergoeding zullen regelen. Naast gerenommeerde belangenbehartigers als de Consumentenbond, de Nationale Ombudsman en vakbonden, bloeien er tal van nieuwe clubjes. Vaak gespecialiseerd rond een specifiek thema. Maar met het algemene kenmerk de gedupeerde consumenten rijker te maken.

Leedstichtingen. Zo noemt advocaat Jurien Lemstra ze, in het Financieel Dagblad. Juridische adviseurs die misbruik maken van consumentenleed. Ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Als voorbeeld wordt genoemd de advocaten die een belangenstichting oprichten en vervolgens zelf de processen voeren. Goed voor hun eigen boterham, maar ook een vorm van belangenverstrengeling. Reden om te pleiten voor een
keurmerk of een gedragscode voor die zogenaamde leedstichtingen.

Waar heeft meneer Lemstra het over? Bedoelt hij Pieter Lakeman met zijn Stichting Hypotheekleed? Dat hij klanten van de DSB-bank opriep al hun geld op te nemen, mag als een kwalijke actie worden gezien, maar Lakeman zal daar zelf financieel niet wijzer van zijn geworden.
Misschien wel van die Stichting Hypotheekleed. Die beoogt mensen met probleemhypotheken te steunen. Wel met het oogmerk de verantwoordelijken tot schadeherstel te dwingen.
Of juist de Stichting Lakemanleed? Volstrekt onduidelijk wie daar achter zitten, maar als je je inschrijft en 10 euro dokt, garandeert de club wel een 100% schadeclaim aan de mensen die menen gedupeerd te zijn door Lakeman’s acties rond de DSB-kwestie.

Nog een recent bekend geworden voorbeeld:
advocatenkantoor Morand. Deze firma specialiseert zich in tal van zaken waar de consument mogelijk wordt getild, zoals de misleidende reclame van de Staatsloterij. Daartoe richtte het advocatenkantoor de stichting Loterijverlies op. Verder lijkt men te grossieren in diverse vormen van collectief onrecht en heeft zelfs een stichting Meldpunt Collectief Onrecht in het leven geroepen. Naast de loterij kun je ook door liften getild worden en natuurlijk heeft Morand daar dus een stichting voor.

Belangeloos leedvermaak? Natuurlijk niet. Dus een goede zaak om de vrije markt van belangenbehartigers aan een gedragscode te onderwerpen?
Lijkt normaal gesproken niet nodig. Juridische bijstand kost een lieve duit. De meest vermogenden kunnen zich zeker op eigen kosten elke dure advocaat veroorloven. De minder draagkrachtigen kunnen een beroep doen op rechtsbijstand. Bij een aanvraag voor rechtsbijstand kan de beoordelaar kijken of je een bonafide advocaat in de arm hebt genomen. Zo niet, geen rechtsbijstand.

Dat werkt bij individuele zaken goed genoeg. Het gaat echter om zaken waar grote groepen burger gedupeerd zijn. Dan is het natuurlijk aardig om als groep een advocaat er bij te halen, want de individuele kosten worden een stuk lager. Werkt doorgaans ook prima. Behalve dan dat de uitkomst van zulke zaken vaak lang op zich laat wachten en zelden tot een 100% schadevergoeding leidt. Zoals in de zaak van
Dexia Lease. De mensen die aan de collectieve afhandeling meededen, moeten het met een schikking doen. Degenen die daar niet aan meededen, moeten volgens een advies van de Hoge Raad het volle pond krijgen.

Ook de kwestie van een vals spelende Staatsloterij heeft de cliënten van advocaat Morand geen cent wijzer gemaakt. Een gedragscode zou dus op zijn plaats zijn. Maar dat kan soms een vodje zijn met wel heel weinig waarborgen. Dus een wettelijke regeling is misschien beter. De deken van de Nederlandse Orde van Advocaten wordt in het Financieel Dagblad geciteerd: “Als goede voorlichting onvoldoende helpt, kan een code uitkomst bieden. Of misschien moet ook worden nagedacht over regelgeving, zoals in het verleden is gebeurd bij de colportagewet”.

In kwesties als de DSB-bank, Dexia Lease en de Staatsloterij zou eigenlijk eerst de hebzuchtige burger zich eens wat beter moeten gedragen. Excuus voor dit morele vingertje, maar er zou heel wat uit te buiten leed minder zijn geweest als men zich meer had geconcentreerd op de kleine lettertjes dan op de fictieve bergen geld. Wie er dan nu opnieuw instinkt, in de hoop dat allerlei stichtingen hun collectieve leed kunnen omtoveren in een riante schadevergoeding, moet het zelf maar weten. Wat dat oplevert? De wijsheid alweer niet wijzer te zijn geworden.

Snee met schilmesje uit polderonderbuik

Schnitt mit dem Küchenmesser Dada die letzte weimarer Bierbauchkulturepoche Deutschlands Vandaag, 1 november, is de geboortedag van de Duitse kunstenares Hannah Höch. Inmiddels alweer 120 jaar geleden. Dadaïste en in haar latere jaren meer historisch realistisch. Een beroemd geworden werk uit die periode is de collage “Schnitt mit dem Küchenmesser Dada die letzte weimarer Bierbauchkulturepoche Deutschlands” (zie afbeelding linksboven, hier in grotere versie). Een turbulente tijd in de geschiedenis van Duitsland.

Omdat geschiedenis de eigenschap heeft zich te herhalen, vandaag een stukje herhaalkunst. Wat gepriegel van eigen hand, want anders krijg ik het met dit kabinet aan de stok, wegens het downloaden van andermans kunst. Het kabinet wil
dat verbieden.

Als een zeer bescheiden hommage aan Hanna
Höch en als een ode aan de hedendaagse chaos, presenteer ik u:

Snee met het aardappelschilmesje blabla door de laatste onderbuikkultuurperiode van de Polder.

Snee met het aardappelschilmesje blabla door de laatste onderbuikkultuurperiode van de Polder

Voor een grotere versie klik hier.

Criminelen tot naturalisatie gedwongen?

Criminelen tot naturalisatie gedwongen? Om te voorkomen dat het land afglijdt, wordt de glijdende schaal aangescherpt. Dat is zo’n beetje het antwoord van het kabinet op de wens van sommigen om alle criminele vreemdelingen het land uit te zetten. Om tegemoet te komen aan wat onderbuikgeluiden is tot een strengere aanpak van de criminele vreemdelingen besloten.

Daartoe wordt de glijdende schaal aangescherpt. Een instrument om de criteria te bepalen voor uitzetting van veroordeelde vreemdelingen. Hoe korter iemand in Nederland verblijft, hoe lager de strafmaat kan zijn, hoe langer iemand hier vertoeft, hoe zwaarder de opgelegde straf moet zijn, om tot uitzetting over te gaan. Grofweg: iemand die net een week hier is en meteen een rol pepermuntjes ontvreemd kan meteen terug gestuurd worden. Iemand die hier al twaalf jaar is, moet heel wat meer op de kerfstok hebben.

Het kabinet heeft onderzoek laten doen naar de effecten bij aanscherping van de regels. Het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum) concludeert in het
beschikbare rapport (pdf!), dat een aanscherping van de “naar schatting leidt tot iets meer beoordelingen”. Dat “iets meer” komt vooral voort uit de groep delinquenten die minder dan drie jaar hier verblijven.
Verder concludeert het WODC dat “de meerwaarde zeer bescheiden zijn, omdat er in de loop van 2002- 2008 steeds minder veroordeelde vreemdelingen zijn die nog maar kort een verblijfsvergunning hebben”.

Het WODC is niet over één nacht ijs gegaan. Eerst is over de periode 2002 – 2008 gekeken naar de huidige resultaten van de glijdende schaal. Om vervolgens de voorgestelde aanscherping nog eens los te laten op de doelgroep.
In de onderzochte periode kwam de WODC tot een onderzoeksgroep van 11.697 delinquenten (gemiddeld 1948 per jaar). Allemaal onherroepelijk veroordeeld. Je zou dus kunnen stellen dat politie en justitie aardig hun werk doen.

Toepassing van de huidige glijdende schaal leidt tot steeds minder uitzettingen. In 2005 kwamen ruim 300 delinquenten in aanmerking getoetst te worden, in 2007 waren dat er nog maar 32. Er zijn minder gegadigden waarop de criteria losgelaten kunnen worden, omdat er vrij weinig veroordeelde vreemdelingen het land uit- of instromen. De onderzochte populatie bouwt dus langer verblijf op en de meeste opgelegde straffen waren niet zwaar genoeg om binnen de criteria te vallen.

De huidige glijdende schaal levert tamelijk weinig verblijfsbeëindigingen op. Van de 11.697 delinquenten kwamen er 797 in aanmerking voor toetsing. Daarvan zijn er wel 485 het land uitgezet, maar slechts 28% daarvan op basis van de glijdende schaal. De overige 72% is op andere gronden uitgezet.

Aanscherping van de regels zou dus op zijn plaats zijn? Het kabinet vindt van wel. Belangrijkste wijziging van de regels: ook criminelen die langer dan vijf jaar hier verblijven, kunnen worden uitgezet. Het moet dan wel om veelplegers gaan, die herhaaldelijk een onvoorwaardelijke straf hebben gekregen.
Nogmaals, De WODC concludeert dus dat het weinig zin heeft. Het zal niet to veel meer uitzettingen leiden. Maakt niet uit, justitie en IND doen toch wel hun uiterste best mensen heen te zenden. In 2008 zijn er 7200 vreemdelingen gedwongen vertrokken. Die kregen niet de kans de crimineel te worden waar sommigen ze voor verslijten.

Maar goed, het kabinet kan het natuurlijk ook niet helpen dat strengere maatregelen nauwelijks effect hebben. Gewoon te weinig criminele vreemdelingen. Dat gegeven zal echter aan
dovedemonimans oren gericht zijn. Hooguit wordt het kabinet verweten met deze maatregelen de boeven op het idee te brengen zich maar te naturaliseren. Zou dat het listige plan zijn? Genaturaliseerd betekent Nederlander. En wie zou nou durven roepen dat elke Nederlandse crimineel het land uitgezet dient te worden?

Stil verkeer onmogelijk.

Stil verkeer onmogelijk We hadden al stil asfalt, stille banden, geluidschermen en 80 km-zones, nu krijgen we er een plafond bij. De ministerraad ging vandaag akkoord met een wetsvoorstel van minister Cramer (VROM) om geluidsproductieplafonds in te stellen.

Alle maatregelen voor
stiller verkeer zijn blijkbaar niet voldoende. De toename van geluid door groeiend verkeer kan door de huidige wetgeving niet worden beteugeld. Het geluidsproductieplafond moet daar een einde aan maken. Rond rijkswegen en hoofdspoorwegen worden maximale geluidwaarden vastgelegd, die ook bij groei van verkeer niet overschreden mogen worden. Met de maatregel hoopt men een miljoen woningen beter te beschermen tegen geluidsoverlast.

Gek dat de huidige wetgeving niet opgewassen is tegen de toename van verkeer. Regeren is vooruitzien, toch? Laat wat ingenieurs voorrekenen hoeveel geluid je kan dempen met zoab, geluidschermen en verlaging van snelheden, gooit het samen met een prognose van de te verwachten verkeerstoename in een computer en dan moet er toch iets uitrollen waar je goed beleid mee kan maken.

Zo werkt dat niet. De huidige wetgeving is vooral van toepassing op wijzigingen van auto- of spoorwegen. Ofwel: het asfalt en de rails. Er is geen rekening gehouden met wat er aan blik en staal overheen zal denderen. Goed dus, dat daar nu wel wat aan wordt gedaan. Regeren kun je ook beter laat dan nooit.

De oorzaak van de stijgende geluidsoverlast wordt dus toegeschreven aan de toename van het verkeer. Dat is lastiger aan te pakken dan het plaatsen van extra en betere geluidschermen, het bepalen van
snelwegpanorama’s als geluidsbuffer of de campagne voor stille banden nog eens nieuwe leven in te blazen.
Hoewel er aan de elektrische auto nog wat nadelen zitten, is het voor het geluid heel aardig dat het kabinet 65 miljoen euro gaat besteden aan versnelde invoering van dat vehikel. Het gezoem van die auto’s kan de geluidsoverlast flink reduceren.

Grote vraag is: wat gaat de maximale waarde van een geluidsproductieplafond worden? In de huidige
Wet Geluidhinder (pdf!) staat dat de geluidbelasting, veroorzaakt door de aanwezigheid van een weg, op de gevel van een woning niet meer dan 48 dB mag zijn. Ter vergelijk: gehoorschade treedt op bij 80 dB, verstoorde nachtrust bij 50 dB.
Het ministerie van VROM legt in haar FAQ uit dat een drukke verkeersweg op 10 meter afstand al 80 dB produceert. In diezelfde FAQ meldt het ministerie dat bij de geluidsdoelstellingen voor wegverkeerslawaai bij woningen nergens meer dan 70 dB te horen is.
Daar worden we niet wijzer van 48 of 70 dB? Wat al niet haalbaar is bij een drukke verkeersweg.

Het zou mooi zijn als het nieuwe geluidsproductieplafond de 48 dB als maximum stelt. Liefst nog een paar decibelletjes minder. Maar dan zullen er niet alleen meer en betere geluidsdempende voorzieningen moeten komen. Zolang heel het land niet in elektrische auto’s rondtuft, zal ook de toename van het verkeer zal ingedamd moeten worden. En da’s natuurlijk niet goed voor De Economie. Ik verwacht dat het geluidsproductieplafond de maximale geluidslast rond de 48 dB zal houden. Waarmee er weinig essentieels is veranderd.

De sprookjes van de week.

De sprookjes van de week Het is al de hele week sprookjesfestival. Sprookjes zijn verhalen, die in gecodeerde vorm aspecten van de werkelijkheid verbergen. Nu lijkt de werkelijkheid ook wel eens verborgen sprookjes te bevatten. Even een moment om naar de sprookjes van deze week te kijken.

Geen idee of het opzet was, maar twee hoofdstukken uit het sprookje van de Mexicaanse griep, sprookjes zijn deze week gecorrigeerd.
Allereerst dat aangrijpende hoofdstuk, waarin een van de hoofdpersonen overlijdt aan de griep, die als een vloek over het land waart. Het genoemde prinsesje blijft in het sprookje wel dood, maar is niet overleden aan de vloek. Waaraan dan wel, blijft voorlopig in nevelen gehuld, zoals dat in sprookjes betaamt.

In een ander hoofdstuk probeert een wonderdokter het land te redden door mensen tegen de vloek te vaccineren. Heel het volk gelooft het, maar de dokter blijkt een kwakzalver te zijn, die met
botte naalden menig huidzweertje veroorzaakt. Ook dat bleek een sprookje in een sprookje. De dokter heeft toch de goede spullen in huis en de naalden blijken prima in orde.

Er is zo’n groot aanbod aan sprookjes, dat je makkelijk de een met de ander verwart. Lees je de titel “
Woedende Bos gaat boetes uitdelen na verlies”, denk je al gauw dat de schatkistbewaarder eindelijk de boze banken van katoen gaat geven. Het blijkt echter om een stel lummelende voetballers te gaan, die hun zuurverdiende centjes moeten inleveren bij de in toorn ontstoken trainer.

En dan is er ook nog het sprookje van de koning, die maar niet wil vertrekken. Heel zijn volk staat voor de nieuwspoorten van het paleis staat te wachten op de mededeling dat de koning zijn nationale zetel gaat verlaten, om plaats te nemen
op een Europese troon. De koning, een ware meester in het aan het lijntje houden van zijn onderdanen, verschijnt af en toe op het balkon en roept: “Ik ga niet, hoor!”

Zomaar een greep uit de verhalen van het sprookjesfestival. Welke sprookjes vindt u opmerkelijk?

Geen redding voor haantjes.

Geen redding voor haantjes Trage overheid? Welnee. Wordt er een motie ingediend, krijg je binnen 2 maanden antwoord en wordt een onderzoek beloofd. Vervolgens heb je binnen de volgende 9 maanden het antwoord op je bord: een stukje kip met een omeletje ernaast. Je had gevraagd om een omeletkip, maar die kan niet worden geleverd.

De combinatiekip. In februari was hier al
een fantasietje te lezen over dit veelzijdige en duurzame stukje vlees. Om de zinloze dood van zo’n 30 miljoen jonge haantjes per jaar te voorkomen, diende Ernst Cramer (CU) in december 2008 een motie in en vroeg minister Verburg uit te vogelen of er kippen gefabriceerd konden worden die zowel als een prima legbatterij als een uitmuntend vleesproducent kunnen functioneren.
Nu zijn die functies gescheiden in legrassen en vleesrassen. De haantjes van legrassen worden massaal vernietigd. Om nutteloos gebruik van kippenvoer te voorkomen, natuurlijk.

In februari van dit jaar
beloofde de minister een haalbaarheidsstudie en die is nu afgerond. Verbrug schreef meteen een brief aan de Kamer (pdf!) en deelde mee dat de combinatiekip niet op grote schaal mogelijk kan worden gemaakt. Combinatiekippen zijn te duur en niet goed voor het milieu. Bovendien lijkt de consument, hier of elders in Europa, de haantjes van combinatierassen niet te op het menu te willen. Aldus de minister.

De WUR (Wageningen Universiteit en Research centrum) heeft in het onderzoek vijf combinatierassen vergeleken met de leg- en vleesrassen en kwam tot de conclusie dat die laatste veel efficiëntere producenten zijn dan hun combi-genoten.
Citaat uit de brief van Verburg: “Hennen leggen vanuit een oogpunt van voergebruik en milieubelasting efficiënt eieren als ze veel eieren kunnen leggen bij een laag volwassen gewicht. Pluimveevlees wordt efficiënt geproduceerd als de kuikens in relatief korte tijd het slachtgewicht (circa twee kilogram) kunnen bereiken. Dit is alleen mogelijk wanneer de ouders van de vleeskuikens juist een hoog volwassen gewicht kunnen bereiken. Een hoog volwassen gewicht gaat echter weer samen met een relatief lage eiproductie. Het produceren van eieren en vlees met eenzelfde ras gaat derhalve gepaard met een fors hogere milieubelasting en fors hogere kosten in vergelijking met de gespecialiseerde leg- en vleesrassen. Dit verschil kan variëren van 50 tot 100%”.

Daar komt dan nog bij dat het vetmesten van haantjes voor consumptie niet rendabel lijkt. De minster schrijft: “Gelet op de huidige culinaire traditie in Nederland en naburige landen, de beperkte
waardering van de slacht- en eetkwaliteit van deze dieren en vergeleken met de ontwikkeling van de (dalende) consumptie in Italië, schat de WUR de marktkansen voor dergelijke aantallen minimaal in”.

Jammer voor de haantjes van legrassen. Die blijven dus een heel kortstondig leven houden en blijven hooguit dienstbaar als voer voor dierentuinbewoners.
De CU haalt bakzeil. Hoewel minister Verbrug toch dezelfde religieuze principes er op na houdt als de CU, is ze niet gevoelig gebleken voor het argument dat het niet de goddelijke bedoeling is, levende schepsels ter wereld te brengen, louter om ze zo snel mogelijk te doden.
Vooralsnog mogen we blij zijn dat de coalitie het onderling wel eens is dat voor het menselijk leven andere principes gelden. Bijvoorbeeld dat ook jeugdige haantjes van 18 tot 20 jaar niet langer moet sneuvelen in Afghanistan.

Wet beloning topfunctionarissen

Wet beloning topfunctionarissen Tot 23 november kun je je bemoeien met de beloning van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Minister Ter Horst heeft het wetsontwerp op internet gegooid en op internetconsultatie kun je reageren (zie ook het persbericht).

Natuurlijk gelijk gekeken in
het wetsontwerp (pdf!) wat ministers, burgemeesters, directeuren van ziekenhuizen en energiebedrijven mogen verdienen: niet meer dan de Balkenende norm.

In artikel 2.2 staat het allemaal beschreven. Het daadwerkelijke loon mag hoogstens € 181.773 zijn. Een weekloon van bijna 3500 euro.
Daar komt een maximale en belastbare onkostenvergoeding bij van € 15.685 (ruim 300 euro per week) en een verhoging voor de pensioenbijdrage van € 28.771 (wekelijks 533 euro).
Een totaal van € 226.229 ofwel een weekgage van 4350 euro.

De artikelen 2.3 tot en met 2.5 geven wel ruimte de normering te verhogen. Onder andere als “de bijzondere arbeidsmarktomstandigheden een hoger bedrag rechtvaardigen”.
De minister kan tot zo'n verhoging besluiten, mits dat “in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad” is.
Waarmee de topsalarissen onderwerp van ’s lands politieke grillen kunnen worden.

Topambtenaar Roel Dekker liet eerder weten dat
onverstandig te vinden. Jawel, het salaris van een minister-president mag door een politiek besluit tot stand komen, maar dat moet je niet toepassen bij ambtenaren en functionarissen in de publieke sector. Je moet geen politieke norm introduceren in professioneel gebied. Beter lijkt het Roel Dekker de ambtenaren naar prestatie te belonen.
Lijkt mij ook prima van toepassing op de salarissen van ministers en Kamerleden.

Ook wordt in bepaalde kringen gevreesd dat de nieuwe norm geschikte kandidaten voor topfuncties zal afschrikken. Dan zou je dus dubbel armoe in topsferen krijgen: onbekwame functionarissen die voor een fooi moeten werken.

Welke argumenten je ook hebt om voor of tegen deze wet te zijn, je kunt ze nu dus kwijt via internetconsultatie. Laat hier weten of je daar gebruik van gaat maken en zo ja, wat heb je daar aan reacties hebt achter gelaten?