Vroeger, jongelui, was informatiebeheer maar een saaie bedoeling. Op een wat afgelegen plek in een gebouw, een slecht verlicht kamertje met een paar kasten, bewaarde een gepensioneerde de informatie. Had je, pakweg, de gegevens van een klant nodig, ging je naar de archivaris en vroeg om het dossier.
Daar ging eigenlijk niet zo veel mee mis. Ja, pas als de archivaris overleed, had je een paar weken een zootje, want de nieuwe ging het oude systeem naar eigen hand zetten. Dan duurde het wel even voor een dossier teruggevonden werd.
Ze bestaan nog wel, archivarissen, maar ook zij worden steeds vaker informatiebeheerders genoemd. Omdat het archief digitaal is geworden, richten de systeembeheerders het archief in. Nog wel naar wens van de archivaris.
Tegenwoordig is informatiebeheer een reuze spannende bedoeling. High-tech architectuur, complexe databanken en leuk voor de gebruiker. Je hoeft niet meer naar een stoffig kamertje, maar kan vanaf je eigen pc met een paar klikken bij je eigen informatie.
Goed, je moet een paar codes onthouden om er echt in te kunnen, maar dat ongemak heb je voor lief, want je weet dat je gegevens veilig zijn opgeborgen en dat alleen jij er bij kan.
Vroeger wist alleen de archivaris waar je gegevens opgeborgen waren. Wilde je erbij dan moest je dus langs die archivaris en zijn geleuter over de nieuwste kleinkinderen, zijn jicht en geklaag over allerlei moderniteiten. Eenmaal dat station gepasseerd, dook de archivaris in een paar tellen je dossier op en je kon er zeker van zijn dat het ook echt jouw dossier was. Dat vertelde de archivaris immers zelf, die blijkbaar op de stille momenten de dossiers doornam. Hoe kon hij anders weten dat jij in Beddingwolde was geboren. De achtergrootvader van de archivaris was daar ooit dominee geweest. Maar goed, met je dossier en een hele geschiedenis rijker kon je met je eigen gegevens aan de slag.
Tegenwoordig heb je geen last van kletsende archivarissen. Bovendien zijn de digitale gegevens zo goed beveiligd, dat de kans wel erg klein is dat de informatiebeheerder je een mailtje stuurt met een “wat leuk dat jij in Beddingwolde bent geboren, ik ook! Herinner jij je de hangplek nog waar het hele dorp gekke Bertje om dwaze boodschappen stuurde?”
Dus nu tik je het webadres van het gewenste archief in, laten we zeggen IB-groep. Dat IB staat voor informatiebeheer. In dit geval: alle informatie over studiefinanciering. Je logt in met je gebruikersnaam en daarna je Digidcode.
En jawel hoor, daar heb je jouw gegevens. Het is zelfs veel leuker dan vroeger. Je bent in Beddingwolde geboren, maar informatiebeheer heeft daar Blaricum van gemaakt. Grappig, want was je in Blaricum geboren, had je zeer waarschijnlijk nooit een studiebeurs nodig gehad. Bij nadere inspectie ben je ook een jaar of twee jonger, want de geboortedatum is ook een andere dan de jouwe.
Zo leuk en ook zo spannend is informatiebeheer tegenwoordig. Leuk dat je vanaf je eigen pc bij jouw informatie kan. Spannend, omdat je niet weet of er tegelijkertijd wel meer mensen bij hun dossier willen. Reuze spannend, want als dat het geval is, gaat het fout. En dan staar je ineens in de gegevens van een ander.
Foutje van het systeem, zegt en woordvierende informatiebeheerder. Met de Digid heeft het niets te maken.
Ook leuk en spannend: heb je even niets te doen, ga dan je Digid eens uit je blote hoofd raden. Maak er een spelletje van. In hoeveel pogingen zit je in je eigen dossier? In april had een autohandelaar in Castricum er maar een paar pogingen voor nodig en zat toen in het dossier van een mevrouw uit Beneden-Leeuwen. De kans dat jou dat lukt, komt maar zes keer per jaar voor, aldus de toen verantwoordelijke staatssecretaris.
Mooi. Zou het alledaagse praktijk zijn, dan is informatiebeheer niet spannend meer.
Tag archieven: DigID
Wachtwoord als poortwachter
De overheid verzoekt u dringend deze week uw wachtwoord te wisselen. Bij voorkeur door uw veel te eenvoudige wachtwoord te veranderen in een heel erg moeilijke. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn oude wachtwoord was dus ‘eenvoudig’. Via de optie ‘wijzig uw wachtwoord’, heb ik dat nu veranderd in ‘heelergmoeilijk’. Aan elkaar, want spaties in een wachtwoord lukt niet.
Deze week is er de Wachtwoord Wissel Week. Een campagne die uitstekend past in de opvattingen die overheid en bedrijfsleven hebben over ‘eigen verantwoordelijkheid’. Dat is namelijk uw verantwoordelijkheid. In een vrije samenleving gaat de overheid dat natuurlijk niet van u overnemen. In een vrije markt blijft het bedrijfsleven evenzeer van uw verantwoordelijkheid af. In dit geval betekent het dat u zelf verantwoordelijk bent voor de veiligheid van uw computer en software.
U heeft er misschien wel eens van gehoord dat er van die rakkers zijn, die het op uw digitale gegevens hebben voorzien. Willen ze uw e-mail, internetbank of Digidale accounts overnemen, proberen ze uw wachtwoorden te kapen. Daar hebben ze listige programmaatjes voor en je kunt er donder op zeggen dat iedereen die Jansen heet en die naam ook als wachtwoord heeft, inmiddels flink gehackt, misbruikt en bestolen is. De slimmeriken die dachten met Janssen een sterkere beveiliging te hebben, zijn ook bedrogen uitgekomen. Zelfs het geniale ‘nesnaJ’ is niet voldoende om boeven buiten uw digitale territorium te houden.
De Wachtwoord Wissel Week is een van de initiatieven die de overheid onderneemt om burgers op te voeden tot veilig digitaal verkeer. Op een speciale website kunt u uw digivaardigheid bijspijkeren. De bewustwordingscampagne wordt mede ondersteund door partners als de NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) en Microsoft.
Fraaie samenwerking. De overheid is bekend van digitale miskleunen met de Digid. Microsoft is wereldberoemd om het achteraf dichten van lekken in hun producten en de digitale veiligheid van de Nederlandse banken werd doorgeprikt in het televisieprogramma Reporter.
U begrijpt nu ook waarom de veiligheid van uw digitale existentie uw verantwoordelijkheid is. Overheid en bedrijfsleven hebben daar geen enkel benul van. En leveren dus onveilige producten. Als u uw wachtwoord wisselt, knappen die producten daar een stuk van op!
Digid miskleun
Het begon met een haast ongeloofwaardig artikeltje in de Metro, het eindigde met sussende woorden van staatssecretaris Bijleveld: met de Digid kon de verkeerde persoon de gegevens van een ander lichten.
Het artikeltje in de Metro was om een paar redenen ongeloofwaardig. Het verhaal was dat iemand per ongeluk in de gegevens terecht kwam van iemand met dezelfde achternaam. Dat moet dan ook met dezelfde voornaam of voorletters zijn geweest, ander is het al onmogelijk.
Dan moet ook het wachtwoord hetzelfde zijn geweest en het bizarre was, dat de inlogger juist zijn wachtwoord vergeten was. Door gewoon wat te proberen zat hij plotseling op de verkeerde webpagina.
In de Metro zegt een woordvoerder van Binnenlandse Zaken dat toeval bestaat, maar dat zoiets nog nooit is voorgekomen. Dat zou Bijleveld later op de dag nader toelichten, maar daar kom ik zo nog op.
Eerst nog een andere ongeloofwaardigheid in het Metro-verhaaltje. De man die per toeval in een ander haar gegevens terecht kwam, zag dat een aangifte die hij een jaar eerder had gedaan ook in de gegevens van die mevrouw stonden. Had het toeval toen ook toegeslagen?
Een tankhouder in Castricum, die in het kader van zijn beroepsuitoefening een aangifte doet van illegaal tanken, komt door louter wat codes te proberen in de gegevens van een mevrouw, elders in het land. Je houdt het niet voor mogelijk.
Tsja, zegt die mevrouw, ik had ook geen uniek wachtwoord. Met andere woorden: die mevrouw heeft ooit een wachtwoord bedacht, dat makkelijk en per toeval door een ander kan worden ingetikt. Eén van de slordigheden waar internetgebruikers vaker voor worden gewaarschuwd.
Het betekent ook dat die tankhouder een jaar eerder hetzelfde, veel te makkelijke wachtwoord gebruikte.
Het berichtje werd opgepikt door een Kamerlid. Zoals gebruikelijk controleren Kamerleden de democratie door de krant te lezen. Een SP-kamerlid wilde in het wekelijkse vragenuurtje van staatssecretaris Bijleveld weten, hoe dat toch allemaal mogelijk was.
Ik dacht nog dat Bijleveld duidelijk ging maken dat het Metro-verhaal een verzinsel was, een canard, of een fantasietje van een publiciteitsbeluste tankhouder.
En dan lezen we dat het wel zes keer per jaar voorkomt!
Dat het in dit geval kon gebeuren, is volgens Bijleveld de schuld van de naïeve mevrouw. Verder laat ze heel alert een bericht op de overheidssite plaatsen, waarin wordt uitgelegd dat gebruikers een ‘sterk wachtwoord’ moeten gebruiken.
Bijleveld legt tevens uit dat het dichttimmeren van overheidssites tegen dit soort ongelukjes een kwestie van afweging is tussen gebruiksvriendelijkheid en veiligheid.
Nu is het al gek dat bij het gebruik van de Digid niet om meer verplichte gegevens wordt gevraagd, voor je in kan loggen. Je geboortedatum, je adres, je geslacht, om maar eens wat te noemen. Want dat er meer mensen met dezelfde naam rondlopen is ook bekend. Zo uniek zijn familienamen en zeker voornamen nu ook weer niet.
Nog vreemder is dat bij het de Digid juist je eigen naam moet worden gebruikt. Op andere sites, bijvoorbeeld bij banken, gebruik je je e-mail adres of een zelf te bedenken username. De overheid moet deze techniek maar rap toepassen bij het gebruik van de Digid.
Want het is ondoenlijk dat we allemaal onze naam bij de burgerlijke stand gaan veranderen in een wat uniekere versie, omdat de overheid onze digitale veiligheid niet kan garanderen.
Naamsverandering kost bijna 500 euro, maar je zou het er bijna voor over hebben omdat steeds meer overheidsdiensten op digitaal gaan en door bezuinigingen er straks amper meer een gewoon loket open is. Misschien moet ik er toch eens over nadenken de naam Peter te veranderen in P.J. Cokema. Daar zijn er niet zoveel van.
Dan moet je die nieuwe naam wel weer onthouden. En zoals eerder op dit weblog betoogd: dat leidt alleen maar tot het mahsro-effect.
Mahsro staat voor mijn arme harde schijf raakt overbelast. Een verschijnsel dat op de oude versie van dit blog werd geïntroduceerd en in het huidige weblog al eens in verband met de Digid werd gebracht en met de beperking van ons geheugen.
Mahsro is de term die wereldberoemd is gemaakt door een Belgische journalist.
Maar zover hoeft het niet te komen. Zoals hierboven al gezegd: met een paar simpele aanpassingen kan misbruik van de Digid worden voorkomen.
DSB-geld terug? Dig it
Nog voor Kerst zullen de meeste DSB-klanten (een deel van) hun geld terugkrijgen, dat nu nog vast staat op betaal- of spaarrekeningen van de gevallen bank uit Wognum.
Da’s mooi op tijd, want de eerste vertraging is al een feit. De aanvragen uit het depositogarantiefonds van de DNB (De Nederlandse Bank) kunnen pas eind deze maand worden gedaan en niet deze week, zoals eerder was aangekondigd.
De tweede vertraging is vandaag aangekondigd. De DNB waarschuwt: “Let op: als u een schriftelijke aanvraag doet, zal de procedure langer duren en moet u langer wachten op een vergoedingsbesluit”
Waarom? Omdat het de bedoeling is met de DigiD de aanvraag te doen. De website die toegang geeft tot de digitale aanvraag wordt binnenkort geopend. Dat zal dus nog voor eind november moeten zijn.
Hoewel steeds meer Nederlanders (ruim 6 miljoen) een DigiD hebben, kan het voorkomen dat “er omstandigheden zijn waardoor u niet per computer en DigiD een aanvraag kan indienen”, aldus de DNB. Dat wordt dan een schriftelijk verzoek, maar of de gedupeerde DSB-klant dan nog een prettige Kerst zal hebben?
Er zijn sceptici ten aanzien van het digitaal contact met overheidsinstanties. Er kan natuurlijk iets fout gaan, zonder dat je dat achter de pc in de gaten hebt. Nu valt dat in de praktijk erg mee. De Nationale Ombudsman kreeg in 2008 nog maar negen klachten. In 2007 waren dat er nog twintig. Niet veel op de 6 miljoen DigiD-houders.
De klachten betreffen vooral “de gebruiksonvriendelijkheid van de DigiD-aanvraagsoftware, het niet-ontvangen van een DigiD-activeringscode en de beperkte hulpverlening van de helpdesk”, constateert de Ombudsman.
Met betrekking tot veiligheid en service heeft de Ombudsman twee klachten nader onderzocht en geconcludeerd dat de overheid tekort schoot. Eén geval betrof de ex van een vrouw die de DigiD misbruikte om haar dwars te zitten. De andere zaak ging over een kwestie van naamsgeving waar de DigiD geen raad mee wist en waadoor de activeringscode te laat bij de eigenaresse aankwam.
Wat de veiligheid betreft: dagblad Trouw publiceerde begin augustus een artikel, waarin Paul van Brouwershaven, technisch directeur van beveiligingsbedrijf Networking4all, proefondervindelijk had ontdekt dat 80 procent van de overheidssites beroerd omspringen met privacygevoelige gegevens. Formulieren waarmee je digitaal aanvragen kunt doen, zijn slecht beveiligd, waadoor het mogelijk is je burgerservicenummer kwijt te raken aan digitale boeven.
Volgens Paul van Brouwershaven heeft hij zijn bevindingen gemeld bij de overheid, maar heeft deze er nog niets mee gedaan.
Ja, waarschuwen. Dat wel. Een van de veiligheidsadviezen van de DNB: “Vertrouw geen onbekenden ook al presenteren zij zich met een professioneel uitziende website en maken zij gebruik van bestaande adressen én personen”. Dus zoek eerst uit of je op de echte DNB-site zit.
Logisch dat niet iedereen popelt om aan de DigiD te gaan. Wellicht ook getraumatiseerde DSB-klanten. Je laat je niet één keer piepelen, toch? Dus volg je de oproep van de overheid zelf, voorzichtiger te zijn op internet. Misschien wel zo voorzichtig dat je internet mijdt, als het om belangrijke zaken als je geld gaat. Maar doe je een schriftelijk verzoek, zul je de kerstmaaltijd toch op een andere manier moeten zien te financieren.
Een veilige lening zoeken?
Tussenrapport
Ruim anderhalf jaar houdt Balkenende IV het alweer vol. Nog twee weekjes en Beatrix mag voorlezen hoe het de regering is vergaan en wat er nog komen gaat. Kern van de te verwachten boodschap: het kabinet doet het goed, de burger moet het beter doen. Da's eigenlijk JP's mantra, die we al vanaf de regeringsverklaring in februari 2007 te horen krijgen.
Mag de burger daar nog wat op zeggen? Tuurlijk wel, we hebben toch vrijheid van meningsuiting? Maar doet die mening er wat toe?
Tja, als dat zo was dan had het kabinet haar biezen kunnen pakken. Althans, volgens de opiniepeilingen. Ontevredenheid over het kabinet uit zich in grote aantallen stemmen op nieuwe bewegingen en opinieleider Maurice de Hond wist voor het zomerreces te melden dat 60 procent van de Nederlanders het kabinet graag zagen vallen.
Nu is het maar goed dat het kabinet niet wakker ligt van de eerste de beste opiniepeiling, laat staan dat ze opstappen als de uitslag wat tegenvalt. Zou niet goed zijn voor de politieke stabiliteit. Maar moet een tussentijdse evaluatie alleen opgemaakt worden door het kabinet zelf en de diverse officiële adviesraden?
Waarom mogen de kiezers niet een rapportje opstellen? Rechtstreeks en niet via opiniepolls.
Ja, zullen sommigen zeggen, dat is het werk van onze volksvertegenwoordigers. Nou, dan evalueren we die toch ook? Wellicht raakt de burger (nog) meer betrokken bij het landsbestuur, als tussentijds gemeld mag worden wat men van de stand van zaken vindt.
Ik stel de Digi-TE voor. Een Tussentijdse Evaluatie met behulp van de Digid. Ik mag aannemen dat elke stemgerechtigde ondertussen een Digid heeft. Het ministerie van Algemene Zaken zou voor elk zomerreces een website kunnen openen, waarop kiezers met hun Digid kunnen inloggen, om vervolgens een algemeen oordeel over kabinet en parlement te vellen.
Men kan één van de volgende vier vakjes aanvinken: goed, voldoende, matig of slecht.
Goed betekent natuurlijk dat het kabinet op de ingeslagen weg mag doorgaan.
Voldoende betekent dat het goed bevonden wordt, maar het wel wat beter kan.
Matig wil zeggen dat het kabinet zich nog eens goed moet bezinnen op haar programma, want de kiezer zegt eigenlijk dat dit niet de bedoeling is.
Slecht wil zeggen: slecht. Hou er maar mee op, dit lijkt nergens naar.
Mocht de uitslag van deze Digi-TE vooral een voldoende of matig opleveren, dan is er nog één probleem. Wat moet er dan beter?
Moet het kabinet niet verder praten over kernenergie maar het onmiddellijk invoeren? Of het juist helemaal uit haar hoofd zetten? De troepen uit Afghanistan halen of juist meer er naar toe?
Wel, da's eenvoudig te achterhalen. Zet de beleidspunten van het kabinet ook op het schoolrapport met achter elk punt dan weer aan te vinken opties: ja, nee of misschien.
Met een ja geeft de kiezer het kabinet fiat het genoemde punt verder te ontwikkelen. Met een nee mag het plan de prullenbak in en met misschien vraagt de kiezer om nader onderzoek en meer informatie.
Eigenlijk is het genoeg om alleen het kabinetsbeleid te evalueren. Het parlement kan aan de uitslag zien of ze hun kiezers goed genoeg hebben vertegenwoordigd.
We gaan hier niet met een poll de proef op de som nemen. Hier zou iedereen, stemgerechtigd of niet, een optie kunnen aanvinken. Dat zou superdemocratisch zijn, maar zo werkt de huidige democratische realiteit niet.
Je mag natuurlijk wel zeggen of je wat ziet in zo'n democratisch schoolrapport.
Vergeetachtigheid
Een mens heeft zijn beperkingen en daar hoort onder andere het geheugen bij. Alles onthouden lukt niet. Maar er wordt wel meer van dat geheugen gevraagd. Dat kan leiden tot het mahsro-effect, een verschijnsel dat hier (op het oude blog) werd geïntroduceerd en volgens een slordige journalist inmiddels in ict-kringen een welbekende term zou zijn geworden.
Het mahsro-effect (mijn arme harde schijf raakt overbelast) heeft weer genadeloos toegeslagen: Meer dan een half miljoen mensen waren de afgelopen maanden hun Digid kwijt.
Vreemd eigenlijk. Hoe vaak is er niet geschreven over vergeten pincodes en wachtwoorden? Meer dan zes of zeven codes kunnen we niet uit het blote hoofd onthouden, dus waarom dachten die half miljoen mensen dat die Digid er wel bij kon?
En voor codes die uit een paar cijfers en letters bestaat zijn mischien wat truucjes te bedeken om ze beter te onthouden, maar inmiddels sterft het ook van allerlei soorten gedragscodes. Een beetje bedrijf heeft al gauw met een code of vier te maken. Tel dat erbij op en het geheel valt echt niet meer te onthouden.
Zo wilde Philips een nieuw beloningsplan voor de eigen bestuurders doorvoeren, maar was daarbij de code Tabaksblat vergeten. De aandeelhouders hebben de directie daar aan herinnerd en het plan is voorlopig van de baan. Da's dan wel weer een mooi voorbeeldje van collectief geheugen.
En bij BCC en Daihatsu waren ze de reclamecode vergeten. Een overtreding die overigens alleen maar tot gevolg heeft dat de Reclame Code Commissie het opgespoorde geheugenverlies openbaar heeft gemaakt. Geen boete of verplichte geheugentraining opgelegd.
Een teveel aan codes kan dus tot geheugenverlies leiden. Misschien verklaart dat het enthousiasme van een aantal ondernemers voor de Classic Lady, die een sterke vermindering van codes bepleit (de regeldruk verminderen, noemde ze dat).
Ook hier is sprake van een rammelend geheugen. Is iedereen vergeten dat Classic een ijsje van Magnum is dat je wel heel snel moet oplikken omdat het anders je hemdsmouwen in lekt? En dat de Lady haar parlementaire werk de afgelopen maanden regelmatig heeft verslonsd? Om het nog niet eens te hebben over het feit dat ze een eenvoudig klusje als de was doen, niet zonder ongelukken af kan handelen.
En nu bepleit GroenLinks een nieuwe gedragscode voor de fondsenwerving voor politieke partijen. Vergeet het maar, dat wordt nooit onthouden. Zeker niet door politici die bij de waan van de dag leven. Die hebben alleen een korte termijngeheugen met dito oplossingen.
Nieuw dienstnummer
De overheid heeft maandag jl. definitief een einde gemaakt aan de afzonderlijke identificatienummers voor elk filiaal van de overheid. Alles teruggebracht tot het BSN, het burgerservicenummer. De overgang ging soepeltjes. Geen formulieren invullen, nergens een handtekening onderzetten. De overheid heeft ieders sofinummer automatisch omgezet in dat burgerservicenummer.
Sinds afgelopen maandag krijgt elke nieuwe burger zo'n nummer. De eerste pasgeborenen zijn er al van voorzien. De overheid is er blijkbaar helemaal klaar voor.
Helemaal? Dat valt tegen. Het is nog tot daar aan toe dat niet elk onderdeeltje van de overheid goed overweg kan met het BSN. Kwalijker is dat de burger nog lang niet alle informatie over het BSN kan opvragen. Wie nu de website van het BSN bezoekt krijgt te lezen dat de westek in opbouw is en en op korte termijn pas volledig zal ziujn. Welke termijn en hoe volledig moeten we dus afwachten. Wie nu nieuwsgierig is naar de laatste nieuwjes over het BSN en bijvoorbeeld klikt op de optie 'Bij wie kan ik terecht als er iets niet klop met mijn burgerservicenummer', krijgt een foutmelding te zien. Zo ook bij 'Hoe weet ik welke persoonsgebonden gegevens aan mijn burgerservicenummer gekoppeld zijn?' en 'Neemt de kans op identiteitsfraude toe?'
Als je op de homepage de rubriek 'Veelgestelde vragen' aanklikt, krijg je wel antwoord, maar in zeer algemene termen. Het is dus nog niet zo eenvoudig er achter te komen welke organistaties jouw BSN gebruiken of hoe je een fout met het nummer hersteld kan krijgen.
Tot twee jaar terug waren dat een aantal van de kritiekpunten die nog opgeslost dienden te worden. Nergens is nu te vinden of de kritsiche bottlenecks zijn verholpen. Of het BSN dus net zo makkelijk bruikbaar is als dat ander overheidsnummer, de Digid, zal de ervaring leren. In april dit jaar gaf de overheid toe dat het mogelijk was dat je buurman je digitale identiteit voor zijn eigen doeleinden kon gebruiken.
En de informatievoorziening aan de burger is dus in opbouw. Nou ja, regeren is vooruitzien. De overheid is er dus al lang klaar mee. De burger moet nog even wachten.
Prijs voor het geweten van de overheid
Net op het moment dat de overheid in de prijzen valt voor haar digitale gedrag, leveren twee ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken een blunder van formaat en ligt er een wetsvoorstel klaar de samenleving onder digitale curatele te stellen. Ik zou me in zo'n situatie vreselijk schamen en de prijs teruggeven tot ik mijn zaakjes wat beter voor elkaar heb.
DigiD, de overheidsservice waarmee je met je sofinummer toegang kan krijgen tot allerlei overheidsdiensten, heeft het EU Good Practice Label 2007 gekregen. Het European e-Government Awards Consortium deelt elk jaar wat van de etiketjes uit aan projecten die de echte awards net hebben misgelopen. Het door de Europese commissie opgestelde epractice-forum bestudeert elk jaar digitale overheidsprojecten. Toegankelijkheid, transparantie, vormgeving en veiligheid zijn een paar van de kriteria waar een project aan moet voldoen om in de prijzen te vallen. Dit jaar waren er 5 projecten die de echte awards kregen, de overige 48 finalisten ontvingen dus dat Good Practice label.
Het is wel een beetje vreemd dat DigiD een kwaliteitslabel krijgt toegekend. Lang niet alle overheidsdiensten zijn er mee bereikbaar en de burger kan ook op beperkte onderdelen inloggen. Het DigiD-project staat nog in de kinderschoenen. Je kan het een beetje vergelijken met Microsoft dat telkens een nieuwe versie van Windows lanceert, terwijl het nog verre van perfect is. De consument zit dan met een slecht werkend en zeker onveilig besturingssysteem opgescheept.
DigiD mag op zich een prachtig idee zijn, maar als overheidsdiensten zelf er nog niet klaar voor zijn, is het nog lang niet het prijzen waard. Dit jaar reikte Burger @ Overheid, die zichzelf hèt geweten van de e-overheid noemt, de Webflop uit aan de belastingdienst. Daar was het namelijk mogelijk dat anderen jouw DigiD konden gebruiken bij de electronische aangifte.
De BurgerServiceCode kreeg overigens ook het Good Practice Label toebedeeld. Het moet een onafhankelijk platform zijn die de overheid kritisch volgt in haar digitale ontwikkeling. De dagelijkse werkzaamheden van het platform zijn echter ondergebracht bij het ICTU, een instelling van en voor overheden, opgericht door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat wekt op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling en daar wil de overheid toch ook van af?
Nu blijkt dat het geweten van de digitale overheid geen constante, voor de burger betrouwbare factor is, maar tamelijk gemakzuchtig met internationale, onwelriekende winden meewaait. In de contemporaine koude oorlog tegen terreur kan het wetsvoorstel om de AIVD (alweer dat ministierie van binnenlandse zaken) ruimere bevoegdheden te geven om de digitale sporen die wij op het internet nalaten bij elkaar te stofzuigeren (data-mining), op een Kamermeerderheid rekenen.
Dat commerciële bedrijven al lang hetzelfde doen en ons vervolgens terroriseren met spam en ongewenste telefoontjes is al irritant genoeg. Terwijl menig burger een eind van dit soort praktijken wil, gaat de overheid juist meer gebruik maken. Van mij mag de overheid elke dag mijn digitale leventje nakijken, maar moet dan wel de BurgerServiceCode hanteren. Je kunt er op rekenen dat de AIVD niet aan de punten 6, 7, 9 en 10 uit die code zal voldoen. Transparantie is niet het sterkste punt van die dienst. Digitale betrouwbaarheid lapt men aan de laars en laat buitenlandse veiligheidsdiensten meegluren in de gegevens.
En wat punt 9 en 10 betreft: zolang ik zelf invloed heb op het beheer van die gegevens en zelf kan bepalen wat ermee gebeurt, is er niks aan de hand. Maar zover is het nog niet en ik denk niet dat we ooit die invloed op de gegevens van de AIVD zullen krijgen. Tenzij we ons masaal bij de AIVD aanmelden als digitale spion. De dienst heeft een paar slecht functionerende websites op internet staan. De ict-er die zo'n site weet op te knappen mag solliciteren. Enerzijds is het een geruststellend idee dat de AIVD te weinig goed personeel heeft om haar digitale recherchewerk te doen, anderzijds betekent het dat er nu dus ernstig risico is op groffe fouten.
Op digitaal gebied is de overheid erg dubbelzinnig: twee ambtenaren worden geschorst omdat ze prima digitaal speurwerk hebben verricht, andere ambtenaren krijgen volop de ruimte in onze privacy te grasduinen. Wil de burger zich voldoende beveiligen tegen rammelende, digitale overheidspraktijken is er helaas maar één mogelijkheid: de pc gaat de deur uit en we doen alles weer analoog.
Meer mahsro
Ik hoop dat u de laatste dagen zelf over de telefoonnummers beschikte die u nodig had. Zo niet, dan heeft u wellicht het mahsro-effect opgelopen. Mahsro? Wat was dat ook alweer? Mahsro is de code die staat voor mijn arme harde schijf raakt overbelast. Die overbelasting kan al gauw ontstaan als u een grote hoeveelheid codes moet onthouden. Uw pincode, uw creditcard-code, uw postcode, het wachtwoord de pc thuis en op het werk, uw DigiD en uw ziekenfondsnummer zijn er zo al een paar. Voor sommigen komt daar de toegangscode van hun autogarage of werkplek bij. Zelf heb ik in totaal slechts 19 codes te onthouden. Dat gaat redelijk, hoewel ik bij enige vermoeidheid nog wel een een nummertje verwissel. Dat is dus het moment waarop ik last begin te krijgen van de mahsro-code. Vanaf 1 april wordt er een nog groter beroep op de gezondheid van mijn eigen harde schijf gedaan. Was je een telefoonnummer kwijt of zocht je een onbekend nummer, dan was één nummer voldoende om de juiste informatie te krijgen. Nu zijn we alweer elf dagen bezig om in plaats van het aloude 118, de veertien nieuwe 18-en-nog-wat nummers te leren kennen. Dankzij de geprezen marktwerking èn het bejubelde idee dat keuzevrijheid betekent dat er vooral veel meer mogelijkheden moeten zijn. Het heeft wel tot gevolg dat je nu eerst moet uitzoeken welk nummer je het beste lijkt. De prijzen lopen niet zoveel uit elkaar. De meeste nummers kosten € 1,30 per gesprek. Maar wat krijg je daarvoor? Gelukkig heeft het consumentenprogramma Kassa (Vara) dat voor u uitgezocht. Maar ja, probeer dat allemaal maar eens te onthouden. Kassa heeft de nummers getest. Slechts twee nummers komen als beste uit de bus. De informatienummers van de KPN (1888) en Casema (1829). Onthoudt die nummers, want aan deze codes is een persoon verbonden. Bij andere nummers komt u in gesprek met een computer. Consumenten die allang aan het idee gewend zijn dat codes mensen zijn (lees op dit weblog: Van code tot mens) willen misschien liever die informatienummers bellen, waar ze door een persoon worden geholpen. De principiële weigeraars van de gedachte dat een code een mens is, zullen wellicht de voorkeur geven aan de computergesprekken.