Tag archieven: overheid

Overheid met schone handen

Overheid met schone handen Onder de intrigerende titel “Overheid werkt aan schoon geweten” publiceerde de VNU-website Inoverheid.nl een interview met Alain Hoekstra, hoofd van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS).
Integriteit is geen luxe, maar een basisaspect van goed overheidsbestuur“, zegt Alain Hoekstra in dat interview. Zijn in 2006 opgerichte bureau heeft tot taak overheden te steunen om op het rechte pad te blijven. Aanleiding was, onder andere, de bouwfraude in de jaren '90, waar ambtenaren bij betrokken bleken.

Overheden zijn altijd kwetsbaar“, meent Hoekstra, “ze beschikken over middelen, informatie en bevoegdheden die voor veel partijen interessant zijn. Sommige mensen zullen om deze reden een voet tussen de deur willen krijgen“.
Waar een overheid het meest kwetsbaar is, valt moeilijk aan te geven. Maar vandaag de dag is de hele overheid erg kwetsbaar. De kredietcrisis en de taakstellingen (bezuinigingen) leiden er wellicht toe dat de overheid weinig geld wil spenderen aan de bevordering van de integriteit.

Integriteit is een rekbaar begrip. De corruptie-waakhond Transparency International publiceert jaarlijks een Corruption Perception Index (CPI). Wie een 10 scoort is brandschoon, wie nul krijgt bezit geen greintje integriteit. Nederland doet het goed en scoorde in 2008, samen met IJsland, een 8,9. Denemarken (9,3), Zweden, Singapore en Zwitserland doen het beter. Het beroerdst is het gesteld in landen als Somalië, Afghanistan en Irak (het overzicht van 2008 – pdf – is hier als download in te zien).
Opvallend is wel dat geen enkel land de 10 met een griffel krijgt. Er is altijd wel ergens een ambtenaar of een politicus die bezwijkt voor aangeboden verleidingen of met ongewenst gedrag verkeerde voorbeelden afgeeft.

De Nederlandse ambtenaar vindt zich zelf redelijk integer, bleek uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam in samenwerking met Binnenlands Bestuur. De ambtenaren geen zichzelf een bescheiden voldoende (een 7), maar hebben zo hun twijfels over de bestuurders en politici.
De ambtenaren geven hun eigen organisatie (bestuur of vertegenwoordigende organen) een gemiddelde van 6,8. De rechterlijke macht scoort nog het beste (7,3) maar de Eerste Kamer (6,9), gemeenten (6,6) en provincies (6,4) scoren lager. De Tweede Kamer komt er in de ogen van de ambtenaren met een 6,2 wel erg slecht van af.

Tot zover de stand van zaken in 2008. In internationaal verband een dikke voldoende, intern hebben de ambtenaren nog wat bedenkingen.
Zijn er dan na het onderzoek van de Algemene Rekenkamer in 2004 zo weinig vorderingen gemaakt? De Rekenkamer deed een nulmeting, om een startpunt te creëren van af welke gewerkt kon worden aan het oppoetsen van de integriteit. De conclusie was: de integriteit van de overheid was
zeer gebrekkig.
Geschrokken van de reacties begon men ijverig protocollen, gedragscodes, toetsingsinstrumenten en controlemiddelen te ontwikkelen. Het BIOS werd dus in 2006 aan het werk gezet om dat een beetje vaart te geven.

Blijkbaar was dat niet genoeg, want in 2007 lanceerde minister van Binnenlandse Zaken, Ter Horst, een experiment waarbij burgers en ambtenaren anoniem schendingen van integriteit door overheidsfunctionarissen kunnen melden. Klachtenregelingen en klokkenluidersregelingen zijn kennelijk niet voldoende. Dus kan men bij het meldpunt M (Meld Misdaad Anoniem) mogelijke corruptie inleveren.
Mij is niet bekend of de proef, die een halfjaar zou duren, tot een definitief meldpunt voor anonieme tips heeft geleid. In ieder geval kun je op de website van Binnenlandse Zaken zeker
een melding doen, maar dat kan daar niet anoniem.

Zou de Nederlandse overheid ooit de schoonste handen ter wereld kunnen hebben? Dan zullen ambtenaren toch ver uit de buurt van louche projectontwikkelaars moeten blijven. Ministers en wethouders toch uitermate zorgvuldig hun reiskosten moeten declareren. En zelfs in de privé-sfeer zullen ze zich niet in tippelzones of zoenend in fietsenhokken moeten ophouden. Een ambtenaar in functie of een beëdigd politicus kan zich geen menselijke trekjes veroorloven.
Je zou zelfs kunnen stellen dat de overheid amper integer is te noemen als ze haar eigen doelstellingen niet haalt, terwijl ze de burgers wel afstraft met maatregelen als die niet meewerkt aan de hen opgelegde doelen.

Op de CPI krijgt Nederland een 8,9. Ambtenaren geven hun overheid een 6,8. Welk rapportcijfer heeft u over om de integriteit van onze overheid te waarderen?

Aller ogen zijn gericht op Kwatta

Aller ogen zijn gericht op Kwatta

Het wordt een spannende dag vandaag. Aller ogen zijn gericht op Kwatta. Een aantal mensen tuurt de hemel af, vol verwachting van de komst van buitenaardsen die ons wel even zullen channelen. Daarna zal het beter gaan met ons.
Andere turen hoopvol naar de beursberichten. Vooral benieuwd wat de aandelen Fortis zullen doen. Men verwacht dat het beter zal gaan.

Kwatta, een koloniaal chocolaatje, bestaat al lang niet meer. Door financieel wanbeleid ten onder gegaan en uiteindelijk aan de Belgen verkocht.
UFO's met reddende engelen zijn echter de wereld niet uit te krijgen, evenals de handel in gebakken lucht. Die handel leeft weer op nu afgelopen weekend regeringen ferm bereid bleken de kredietmalaise met veel geld aan te willen pakken.

Kunt u er nog chocola van maken? Er is blijkbaar geld en dan heb je nog geld. Geld waar de dagelijkse boodschappen van burgers, overheden en banken mee betaald moet worden. En geld waar je geld mee kan maken. Spaargeld, aandelen en de inleg in lotto's, bingo's en gokmachines.
Met spaargeld en aandelen kopen wordt geld, tijdelijk, ontrokken aan het dagelijks verkeer. Zou niet erg moeten zijn, want dat geld komt dik terug. Dachten veel mensen. Kwestie van vertrouwen.

In 2003 verloren velen het vertrouwen in goede doelen organisaties. Die bleken miljoenen verloren te hebben op de beurs. Het leidde er toe dat het aantal donaties en schenkingen sterk terug liep. De goedgeefse burger reageerde onmiddellijk en sprak daarmee zijn afkeuring uit over gespeculeer met zijn gulle gift.

De overheid, rijk, provincie of gemeente, zijn geen particuliere goede doelen. De donaties (belastingen) zijn verplicht. Om de vier jaar mag de burger duidelijk maken of hij vindt dat de donaties goed besteed zijn. Acuut terugtrekken van de donaties kan niet.
Heeft de burger nog andere middelen om zijn stem te verheffen als er plotselinge veranderingen zijn? Op dit moment niet. En daarom zijn ook in de kredietkwestie aller ogen gericht op Kwatta. Laat Wouter Bos er maar chocola van maken. Dat doet-ie heel aardig, volgens sommige recensies.

De lessen die er nu worden geleerd zijn divers. Tijd voor een ander soort economie, roept een deel der natie. Het waait wel weer over, menen optimisten. Sterkere controle en regulering, zeggen zij die in maakbaarheid geloven.

Nu het Rijk met grote sommen geld de financiële sector overeind wil houden, nu blijkt dat lokale overheden met hele bakken geld hebben gespeculeerd, is het wat vreemd dat menig burger gelaten de schouders ophaalt in plaats van een actieve rol op te eisen als aandeelhouder in die overheid.

Zou een gemeente niet eerst een referendum moeten houden, alvorens 12 miljoen op een of ander bank weg te zetten?
Zou het Rijk niet eerst het volk moeten raadplegen, alvorens vast te stellen met welke plannen en met hoeveel geld er reddingsoperaties van start mogen?

Of zou een deel van de verplichte donaties anders besteed moeten worden, zodat het niet eens de kans krijgt naar dubieuze banken te verdwijnen? Ter herinnering: de burger zou elk jaar op het belastingformulier de mogelijkheid moeten hebben om doelen aan te wijzen voor een x-percentage van zijn donatie. En gemeenten zouden het “burgerbudget” actief kunnen hanteren. Elk jaar mogen burgers doelen aanwijzen voor een deel der gemeentelijke inkomsten.

(Zie ook verwante artikelen op dit blog. Eigen vermogen gemeenten verdampt, Ontwaakt aandeelhouders der aarde, Staatsdeelneming en sponsoring, Malaise in de polder)

Zelfreinigende overheid

Zelfreinigende overheid Het heeft even geduurd, maar nu gaat ook de overheid een code goed bestuur ontwikkelen. Een code voor professioneel en betrouwbaar handelen van de overheid.
Tot nu toe werden zulke gedragscodes verlangd van organisaties die van subsidies afhankelijk zijn en aan de overheid leverende bedrijven. Minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) heeft een illuster gezelschap bij elkaar gezocht, die een conceptje in elkaar mogen draaien.

De werkgroep krijgt alvast een paar uitgangspunten mee. Daar vallen voor de hand liggende criteria onder als openheid en integriteit, goede dienstverlening, doelgerichtheid en doelmatigheid en verantwoording.

Eén dingetje valt echter op. In de code moet beschreven worden hoe de overheid haar zelfreinigend en lerend vermogen hanteert. Mooie formulering, vooral dat “zelfreinigend”.

Van je fouten kun je leren, maar dat garandeert nog niet dat de bezem door de stal wordt gehaald. Eerder vervalt men in excuses en beloftes vol goede bedoelingen. Maar er wordt nu toch echt expliciet de term “zelfreinigend” gebruikt. We krijgen niet alleen een transparante overheid, maar ook nog eentje die vanachter zelfreinigend glas werkt.

Opmerkelijk detail: Klara Peijs, die als minister het besluit tot invoering van de OV-chipkaart mocht lanceren, zit nu in deze werkgroep. Daar heeft de werkgroep toch een mooie case om lessen uit te trekken.

Wat zal men onder zelfreinigend verstaan?
Wordt een falende ambtenaar of minister de oren gewassen en vervolgens de functie voortzetten?
Of mag een overheidsdienaar die informatie onder de pet heeft gehouden na excuses met een zogenaamde schone lei verder gaan?

Natuurlijk, niemand hoeft na een foutje meteen uit het overheidsbestand te worden weg gepoetst. Van fouten valt wel degelijk te leren. En als men bereid is in alle openheid heel integer zich te verantwoorden en helder uit te leggen wat men precies heeft geleerd, dan moet dat wel tot de schoonste overheid leiden die we ooit hebben gekend.

De werkgroep gaat ook burgers consulteren. Tot eind november heeft men de tijd. Kunnen wij snel even alle vlekjes verzamelen, die weggewerkt zouden moeten.

Doet u eens wat suggesties…

Taskforce peper en zout

Peper en zoutHet huwelijk tussen overheid en burger wordt vaak vergeleken met een LAT-relatie. Vanwege “de kloof”.
Nu is er in elk huwelijk wel wat, maar er zijn mensen die menen dat de afstand tussen de twee partners een gapend gat van wederzijds onbegrip is.

De scheiding lijkt zo langzamerhand een voldongen feit. De inboedel kan worden verdeeld. Het peper en zout-stelletje, een geschenk dat bij de voltrekking van een huwelijk de eenheid moet symboliseren tussen beide partners, staat nu symbool voor de hoog opgelopen onenigheid. De overheid heeft er schoon genoeg van dat de burger zich dik maakt over die overheid en schakelt een taskforce in om de burger het zoutvaatje te ontnemen.

De Taskforce Zout is een onderdeel van een campagne om de burger gezond te krijgen.
Tja, je moet wat. Je kan niet met lede ogen toezien hoe je partner zich volvreet en vervolgens met allerlei klachten naar de dokter moet. Dat trekt een te zware wissel op het huishoudbudget. Het zal echter het wederzijds onbegrip niet verminderen.

De overheid gedraagt zich meer en meer als de dominante partner in het huwelijk. Da's geen gemakkelijke klus, zeker niet met een gezin van ruim 16 miljoen huisgenoten. Dertien ministeries en zo'n 120.000 rijksambtenaren laten zich dan ook bijstaan door zeker 57 adviesorganen en ruim 123 commissies.
In “
De democratie in commissie bijeen” was te lezen dat de overheid dat zelf ook wel een beetje veel vond. Dus er moeten ambtenaren weg en er zou hier en daar een adviseurtje weggestuurd kunnen worden.

Maar de problemen binnen het huwelijk zijn soms zo complex dat de overheid het ook niet meer weet. Dan wordt het tijd voor andere hulptroepen. De task forces. Speciale eenheden die zich op een onderdeeltje storten om met klip en klare oplossingen te komen.
Bij task force denk je toch op de eerste plaats aan speciaal samengestelde teams bij de politie die een ingewikkelde moord moeten oplossen. Of aan legereenheden die de zware taak hebben vrede en democratie te stichten in brandhaarden over heel de wereld.

Een korte rondgang op het internet leert dat het Rijk zich door tientallen task forces laat bijstaan. Een greep uit de voorraad:
De taskforce
Vrouwen naar de top: zeven mannen en drie vrouwen gaan er voor zorgen dat meer topfuncties door vrouwen worden bezet.
Rommelig Nederland gaat
opgeruimd worden door de taskforce herinrichting bedrijventerreinen.
De
taskforce Verlichting houdt zich helaas niet bezig met de renaissance van de Rede, maar licht ons slechts bij met spaarlampen.
In de openbare ruimte lopen overheid en burger elkaar soms zo vreselijk in de weg, dat er een
taskforce mobiliteitsmanagement nodig is, om elkaar de weg te wijzen.
Daarbij is de
taskforce Taxi natuurlijk een prachtig hulpmiddel.
Ach, hanteer zelf uw zoekmachine en ga eens op bezoek bij taskforces jeugdwerkloosheid, multifunctionele landbouw, diversiteit schoolbesturen, toetsingskader ammoniak, management overstromingen, regeldruk gemeenten of de Taskforce Archieven.

Een kleine overheid kan natuurlijk niet alles zelf doen. Die 120.000 ambtenaren kunnen het zware werk ook niet klaren. De burger vraagt om snelle oplossingen, dus de inzet van task forces lijkt een probaat middel. Wie zou nu nog durven beweren dat de overheid het pepervaatje dient leeg te storten in Rijk's anus?

Gaat het op die manier ook goed komen met de huwelijkse staat van de democratie?
Ik vrees van niet. Ook dit trendy managementsspeeltje ontbeert een element waar de overheid maar niet aan wil: deelname van de burger zelf.
De task forces zijn samengesteld uit tal van echte deskundigen en ambtenaren van het rijk zelf. Veel van die mensen kennen we van de adviesorganen en commissies die sinds mensenheugenis de regering bijstaan. Participatie van de “leek” wordt geschuwd.

Nou zal het wel erg vermoeiend zijn om als professionele wetenschapper of bestuurder alsmaar de domme burger van de juiste informatie te voorzien. Maar wil dat zeggen dat alleen de deskundigen met de juiste oplossingen kunnen komen?
Sommige deskundigen menen dat de wisselwerking tussen de “wetenden en de argelozen” juist tot betere resultaten kan leiden.

In onderzoek naar criminaliteit en rechtshandhaving wordt ook gekeken naar de mogelijke inbreng van leken. Men vreest hierbij het onderbuikgevoel en dat burgers onnodig zware straffen zouden uitdelen. Steekproeven wezen echter uit dat als de burger kennis had van het dossier, hij vaak tot lichtere straffen kwam dan de rechters.
De juryrechtspraak komt er echter niet, vooral omdat het te duur zou zijn. Bovendien lijken veel burgers best tevreden met de huidig gang van zaken, dus ontbreekt de noodzaak ons rechtstelsel te wijzigen. Maar hoeft een tevreden burger dan niet te participeren in zaken waar hij wel de mond van vol heeft?

In een ander kader bepleit professor Cees Midden ook deelname van burgers. Kern van zijn betoog: het houdt de deskundigen scherp. Ze moeten in burgertaal kunnen uitleggen waar het om gaat. Bovendien houden ze zicht op wat er bij de burgers leeft en kunnen dat laten meewegen in hun beslissingen.
Ook hier geldt dat de burger dichter bij relevante informatie komt, ook al snapt-ie daar niet alles van. Maar onwetendheid kan tot argwaan leiden en de burger vertrouwt de deskundige niet meer. De interactie tussen de leek en de deskundige kan heilzaam werken.

Wil het schertshuwelijk tussen overheid en burger tot een serieuze, duurzame relatie worden verheven, wordt het wellicht tijd voor de Taskforce Peper èn Zout.

Verspilling

Zijn jullie het er ook zo mee eens dat belastinggeld, dus dat van de eerzame burger, nog steeds flink wordt verspild door onze, zo besparende, overheid.
Overheidsgelden gaan nog te vaak verloren aan niet goed doordachte projecten. Projecten waar miljoenen in gaan zitten en die maar niet af willen komen of, nog erger, worden opgeheven omdat het project is achterhaald door de realiteit.
Het is wel jammer hoor dat onze zuur verdiende centjes zo door het toilet worden gespoeld. Ik hoop nog altijd dat er een tijd komt waarin blijkt dat onze belastinggeld goed wordt besteed en dat de overheid kan zeggen dat er echt is bespaard.

Acteurs willen de regie

RegieIn de filmscene gebeurt het wel vaker dat een acteur gaat regisseren. Een enkele toneelspeler maakt ook wel eens die overstap. Maar veel vaker proberen in het maatschappelijk schouwtoneel acteurs de regisseurstoel te bezetten.
Nu dus bijvoorbeeld
meneer Wientjes, voorzitter van de gezamenlijke werkgevers. Meneer is niet zo tevreden over de regie-prestaties van het kabinet en wil in 2008 met een eigen film over het ontslagrecht komen. Als co-regisseur nodigt hij de vakbonden uit.

Ik weet niet of het u ook is opgevallen, maar de laatste jaren is het regisseursvak erg in trek. Pubers voeren thuis de regie over de afstandsbediening van de tv. De SP ziet een glanzende carriere weg gelegd voor de gemeente als regisseur van de remake van de film 'Taxi'. Het kabinet denkt dat de provincies erg goed bedrijven kunnen regisseren en het wachten is nu op de kaskraker 'Fijn terrein'.
Datzelfde kabinet gaat aan een mega-film over
maakbaarheid beginnen en regisseert 'Hoe JP de Randtsad uit de bouwput haalde' en het kabinet zelf wordt dan geregisseerd door Wouter Bos. Een rol die een minsister van Financiën nu eenmaal traditioneel lijkt te hebben. Zijn direkte voorganger was daar ijzersterk in.
Geen gezeur dus over Balkenende's vermeende slechte prestaties
als regisseur. Tradities moet je niet zomaar onderuithalen.

Het gaat dus al jaren over wie de regie heeft, wie de regie zou moeten hebben of wie de regie naar zich toe wil trekken. Het wordt toch wel als een erg belangrijk baantje gezien.
Maar zo langzamerhand wordt er meer over de regie gediscussieerd, dan dat er geweldige films de studio's uitkomen. Dat krijg je als acteurs de regie willen overnemen of als regisseurs te weinig ruimte bieden aan de creatieve talenten van hun acteurs. Niemand vindt het prettig de film van je eigen leven in de bioscoop terug te zien met voorgekauwde dialogen en close-ups waarin je jezelf helemaal niet meer in herkend. We hebben dan al lang breedbeeld, maar er zijn nog teveel regisseurs met tunnelvisie. Dat matcht niet.

Regisseren is een ambacht. De juiste acteurs op de juiste locaties krijgen, goed gevoel voor licht, timing en de kwaliteiten van je acteurs. Wie zou in staat zijn om 'Nederland' zo te regisseren, dat het een epos wordt dat tot in lengte van jaren geroemd en geprezen zal worden?
Stuur je scenario hier maar in en doe een gooi naar de Gouden Kalf….

Maakbaarheid illusie?

MaakbaarheidDe 11e kandidaat voor de Donkey Shocking Award is binnen. Dankzij redacteur Spuyt van GeenCommentaar. Zijn stukje hier als gastlogje:

Quote van de Dag: Maakbaarheid is een illusie
Auteur: Spuyt12

Als we denken dat onze samenleving voor honderd procent maakbaar is, komen we bedrogen uit. Niet alles is calculeerbaar, controleerbaar. [..] Dan gaan we naar een staat die we niet willen, een politiestaat. Een overheid die tot achter de voordeur komt kijken wat we uitspoken. Willen we dat?

Hoogleraar Bestuurskunde Paul Frissen gelooft niet in de maakbare samenleving, en vindt deze zelfs gevaarlijk.

Onder zijn leiding kwam het boek 'Betoverend bestuur' tot stand, dat oproept de ontwikkelingen op het vlak van de staatsbemoeienis te keren. Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan Minister Hirsch Ballin van justitie. Deze was het daar wel mee eens:
Bij de overheid zijn veel mensen bezig met deelgebieden, eigen projecten. Als je niet uitkijkt, weet je niet meer waarover het gaat. Of waar het goed voor is of voor wie.”

Spuyt bedankt, je hebt me een kandidaat geleverd voor de Donkey Shocking Award.
Nu ben ik helemaal geen expert op het gebied van “maakbaarheid”, maar ik vermoed wel dat we zonder niet kunnen. De vraag die de professor oproept is, hoe je dingen maakbaar maakt.In het persbericht is goed te lezen dat ook hij gelooft in maakbaarheid. Niet door wetgeving, protocollen en kwaliteitskeurmerken maar door “variatie, zingeving en betekenisvorming”. In zijn boek zal hij ongetwijfeld uitleggen wat dat kan inhouden.

Wat de professor doet is wat wij allemaal doen: iets werkt niet lekker en dan gaan we dingen verzinnen die het beter moeten maken. Dat gaat het hele menselijke bestaan al zo.En jawel, soms gaan dingen dan beter, soms ook niet, en veel vaker blijven we nieuwe dingen, termen, begrippen, procedures bedenken omdat het nooit af is.
Terecht merkt de professor op dat je niet 1 regeltje voor honderden mensen moet bedenken, maar honderden regeltjes; één voor elk mens. De verschillen moeten, zo zegt hij, gekoesterd en beschermd worden.

Hoe doen we dat? Door met elkaar afspraken te maken over hoe we “verschillen” definiëren, hoe we die dan “koesteren” en welke “bescherming” we nodig denken te hebben. Dat is maakbaarheidsdenken. We spreken wat af en denken dat het dan wel goed komt. Zo blijven we aan de gang. Meestal in golfbewegingen die erg op elkaar lijken. Zo is er in de 60'er jaren behoorlijk tegen overheidsbemoeienis aangeschopt, nu lijken veel mensen weer behoefte te hebben aan de regering als schoolmeester. Die gaat zich ook zo gedragen tot men dat weer zat is. Op naar de volgende golf.

Maakbaarheid is geen illusie. Het is een kenmerkende eigenschap van mensen en heeft zowel hele sterke, als zwakke punten. We vonden het vuur uit en kregen milieuvervuiling. We vonden het wiel uit en kregen een overhaaste samenleving. We ontdekten het DNA en zijn aan onszelf gaan knutselen. We vonden de democratie uit, die ook zo zijn tirannieke kanten kent.
We maken regels, richtlijnen, bedenken andere manieren om vitaal bezig te blijven en altijd levert het iets moois op èn zaken waar we minder tevreden over zijn.

Het positieve van het betoog van Paul Frissen is, dat we moeten erkennen dat we allemaal in maakbaarheid geloven en dat we wel continu kritisch moeten kijken hoe we daar mee bezig zijn. Keuzes durven maken, op je bek gaan, opkrabbelen en weer doorgaan. Erken dat elk stukje maakbaarheid een constructiefoutje zal bevatten.

Hoogleraar Paul Frissen bedoelt het erg goed. Maar houdt hij wel genoeg rekening met onderling onbegrip over woorden? En hoe voorkom je dat mensen zijn ideeën zo uitleggen dat ze precies in hun straatje passen en dus een ongewenste maakbaarheid krijgen?

Paul Frissen is hiermee de 11e en laatste genomineerde voor de Donkey Shocking Award. In januari vraag ik de lezers hier hun beste Donkey Shocking te kiezen. Ik hou jullie daarvan op de hoogte.

Nieuw dienstnummer

BurgerservicenummerDe overheid heeft maandag jl. definitief een einde gemaakt aan de afzonderlijke identificatienummers voor elk filiaal van de overheid. Alles teruggebracht tot het BSN, het burgerservicenummer. De overgang ging soepeltjes. Geen formulieren invullen, nergens een handtekening onderzetten. De overheid heeft ieders sofinummer automatisch omgezet in dat burgerservicenummer.
Sinds afgelopen maandag krijgt elke nieuwe burger zo'n nummer. De eerste pasgeborenen zijn er al van voorzien. De overheid is er blijkbaar helemaal klaar voor.

Helemaal? Dat valt tegen. Het is nog tot daar aan toe dat niet elk onderdeeltje van de overheid goed overweg kan met het BSN. Kwalijker is dat de burger nog lang niet alle informatie over het BSN kan opvragen. Wie nu de website van het BSN bezoekt krijgt te lezen dat de westek in opbouw is en en op korte termijn pas volledig zal ziujn. Welke termijn en hoe volledig moeten we dus afwachten. Wie nu nieuwsgierig is naar de laatste nieuwjes over het BSN en bijvoorbeeld klikt op de optie 'Bij wie kan ik terecht als er iets niet klop met mijn burgerservicenummer', krijgt een foutmelding te zien. Zo ook bij 'Hoe weet ik welke persoonsgebonden gegevens aan mijn burgerservicenummer gekoppeld zijn?' en 'Neemt de kans op identiteitsfraude toe?'

Als je op de homepage de rubriek 'Veelgestelde vragen' aanklikt, krijg je wel antwoord, maar in zeer algemene termen. Het is dus nog niet zo eenvoudig er achter te komen welke organistaties jouw BSN gebruiken of hoe je een fout met het nummer hersteld kan krijgen.

Tot twee jaar terug waren dat een aantal van de kritiekpunten die nog opgeslost dienden te worden. Nergens is nu te vinden of de kritsiche bottlenecks zijn verholpen. Of het BSN dus net zo makkelijk bruikbaar is als dat ander overheidsnummer, de Digid, zal de ervaring leren. In april dit jaar gaf de overheid toe dat het mogelijk was dat je buurman je digitale identiteit voor zijn eigen doeleinden kon gebruiken.
En de informatievoorziening aan de burger is dus in opbouw. Nou ja, regeren is vooruitzien. De overheid is er dus al lang klaar mee. De burger moet nog even wachten.

Prijs voor het geweten van de overheid

DigidoeiNet op het moment dat de overheid in de prijzen valt voor haar digitale gedrag, leveren twee ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken een blunder van formaat en ligt er een wetsvoorstel klaar de samenleving onder digitale curatele te stellen. Ik zou me in zo'n situatie vreselijk schamen en de prijs teruggeven tot ik mijn zaakjes wat beter voor elkaar heb.
DigiD, de overheidsservice waarmee je met je sofinummer toegang kan krijgen tot allerlei overheidsdiensten, heeft het
EU Good Practice Label 2007 gekregen. Het European e-Government Awards Consortium deelt elk jaar wat van de etiketjes uit aan projecten die de echte awards net hebben misgelopen. Het door de Europese commissie opgestelde epractice-forum bestudeert elk jaar digitale overheidsprojecten. Toegankelijkheid, transparantie, vormgeving en veiligheid zijn een paar van de kriteria waar een project aan moet voldoen om in de prijzen te vallen. Dit jaar waren er 5 projecten die de echte awards kregen, de overige 48 finalisten ontvingen dus dat Good Practice label.
Het is wel een beetje vreemd dat DigiD een kwaliteitslabel krijgt toegekend. Lang niet alle overheidsdiensten zijn er mee bereikbaar en de burger kan ook op beperkte onderdelen inloggen. Het DigiD-project staat nog in de kinderschoenen. Je kan het een beetje vergelijken met Microsoft dat telkens een nieuwe versie van Windows lanceert, terwijl het nog verre van perfect is. De consument zit dan met een slecht werkend en zeker onveilig besturingssysteem opgescheept.
DigiD mag op zich een prachtig idee zijn, maar als overheidsdiensten zelf er nog niet klaar voor zijn, is het nog lang niet het prijzen waard. Dit jaar reikte Burger @ Overheid, die zichzelf
hèt geweten van de e-overheid noemt, de Webflop uit aan de belastingdienst. Daar was het namelijk mogelijk dat anderen jouw DigiD konden gebruiken bij de electronische aangifte.
De BurgerServiceCode kreeg overigens ook het Good Practice Label toebedeeld. Het moet een onafhankelijk platform zijn die de overheid kritisch volgt in haar digitale ontwikkeling. De dagelijkse werkzaamheden van het platform zijn echter ondergebracht bij het
ICTU, een instelling van en voor overheden, opgericht door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat wekt op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling en daar wil de overheid toch ook van af?
Nu blijkt dat het geweten van de digitale overheid geen constante, voor de burger betrouwbare factor is, maar tamelijk gemakzuchtig met internationale, onwelriekende winden meewaait. In de contemporaine koude oorlog tegen terreur kan het wetsvoorstel om de AIVD (alweer dat ministierie van binnenlandse zaken) ruimere bevoegdheden te geven om de digitale sporen die wij op het internet nalaten bij elkaar te stofzuigeren (data-mining), op een Kamermeerderheid rekenen.
Dat commerciële bedrijven al lang hetzelfde doen en ons vervolgens terroriseren met spam en ongewenste telefoontjes is al irritant genoeg. Terwijl menig burger een eind van dit soort praktijken wil, gaat de overheid juist
meer gebruik maken. Van mij mag de overheid elke dag mijn digitale leventje nakijken, maar moet dan wel de BurgerServiceCode hanteren. Je kunt er op rekenen dat de AIVD niet aan de punten 6, 7, 9 en 10 uit die code zal voldoen. Transparantie is niet het sterkste punt van die dienst. Digitale betrouwbaarheid lapt men aan de laars en laat buitenlandse veiligheidsdiensten meegluren in de gegevens.
En wat punt 9 en 10 betreft: zolang ik zelf invloed heb op het beheer van die gegevens en zelf kan bepalen wat ermee gebeurt, is er niks aan de hand. Maar zover is het nog niet en ik denk niet dat we ooit die invloed op de gegevens van de AIVD zullen krijgen. Tenzij we ons masaal bij de AIVD aanmelden als
digitale spion. De dienst heeft een paar slecht functionerende websites op internet staan. De ict-er die zo'n site weet op te knappen mag solliciteren. Enerzijds is het een geruststellend idee dat de AIVD te weinig goed personeel heeft om haar digitale recherchewerk te doen, anderzijds betekent het dat er nu dus ernstig risico is op groffe fouten.
Op digitaal gebied is de overheid erg dubbelzinnig: twee ambtenaren worden geschorst omdat ze prima digitaal speurwerk hebben verricht, andere ambtenaren krijgen volop de ruimte in onze privacy te grasduinen. Wil de burger zich voldoende beveiligen tegen rammelende, digitale overheidspraktijken is er helaas maar één mogelijkheid: de pc gaat de deur uit en we doen alles weer analoog.

Het lot in eigen handen

La memoria

Zware dagen voor De Bijenkorf. Dat er in de massa van het winkelend publiek wel eens iemand verdwijnt is al dramatisch. Maar als mensen de winkel kiezen als hun eigen nooduitgang, is dat natuurlijk verschrikkelijk.
In twee weken tijd alweer twee gezinsdrama's. Vorige week in Enschede en maandag dus in de Amsterdamse Bijenkorf. In Enschede zijn ze nu nog bezig met het drama daar, terwijl de Bijenkorf na 15 uren de deuren weer opende voor de orde van de dag. Dat voelt toch een beetje raar aan. Waar in dit soort gevallen een simpel woonhuis dagen afgesloten blijft voor politieonderzoek, gaat een immens warenhuis de volgende dag al open. Zelfs al is het nu al minstens de derde keer dat een klant het lot in eigen handen heeft genomen. De enige stille tocht die er nu plaatsvond was het briesje, veroorzaakt door de airco's, die in die 15 uren in het lege warenhuis hun werk deden.

Er is niets mis mee dat mensen hun eigen lot in handen nemen. Diep triest is wel dat er zo vaak anderen bij betrokken raken: gezinsleden meeslepen in de dood en winkelpersoneel, treinmachinisten en toeschouwers een trauma bezorgen. Het antwoord van de overheid op dit soort drama's? Vangnetten. Fysieke vangnetten in de hoge hallen van grote gebouwen (bijvoorbeeld het Atrium in het haagse gemeentehuis) en geestelijke vangnetten in de vorm van slachtofferhulp voor nabestaanden en toeschouwers.

Met die vangnetten erkent de overheid dat niet te voorkomen valt dat mensen hun lot op zulke drastische manieren in eigen handen nemen. Men erkent dat er altijd mensen zullen zijn die zelf bepalen wanneer ze een einde aan hun leven willen maken. De overheid zegt er ook mee: zoek zelf maar uit hoe je dat doet. De overheid zegt ook dat het niet mag. Maar ja, diezelfde overheid weet heel goed dat elk verbod zijn overtreders kent.

Natuurlijk is het goed dat de overheid haar best doet drama's te voorkomen. We kunnen twisten over het nut en de zin van de maatregelen die onze overheid daarvoor verzint, maar men probeert tenminste iets. Het wordt echter ook eens tijd de treinmachinisten en toeschouwers in bescherming te nemen. Zij hebben zelf geen enkele invloed op dit soort gebeurtenissen.

Het is medisch en technisch mogelijk mensen hun eindlot in eigen handen te geven. Je voorkomt een gewelddadige zelfmoord en je bespaart vele anderen een trauma. De verantwoordelijkheid voor wanhoopsdaden is voor rekening van de radelozen zelf. Maar voor de uitvoering van die daad mag de overheid ook verantwoordelijk worden gesteld.