O hoor, o wederhoor

O hoor, o wederhoor

Lucebert dichtte ooit: “oh oor, o hoor“.

Wie, om nieuwsgierig te zijn, zijn oor te luisteren legt en zijn oog te lezen, zal aan waarheidsvinding ten onder gaan.

Net als je denkt hapklare feiten voorgeschoteld te krijgen, verneem je later dat het klinkklare nonsens betreft. Of niet? Kom daar maar eens uit als je een week lang tegenstrijdig nieuws tot je neemt. Van krakers die een zuivelproduct willen rechtzetten, tot een opgejaagde verdachte die zegt dat niet zijn handjes los zaten, maar dat een misdaadjournalist te doortastend is geweest.

Dat gaat dan nog om verschillende partijen die zo hun eigen waarheden er op na houden. Erger is als het journaille een vertaalfout over het hoofd ziet. Dat kan al gauw tot warrige democratie leiden. Maar goed, de fout is ontdekt en zo lijkt het, beter laat dan nooit, toch goed te komen.

Waarheid heeft wel vaker de onhebbelijke eigenschap traag als stroop te zijn. Zo is nu pas ontdekt dat de De Nederlandsche Bank twee maanden eerder wist dat het met IceSave niet goed zat, dan de brave spaarders, die er de dupe van werden. Althans volgens bepaalde bronnen. Of zo'n bron gelijk heeft kun je op de televisie met eigen ogen zien in een reportage van KRO-Reporter.

Maar moet je je ogen wel geloven? Lucebert had ook wat over het oog te dichten:
het oog lijkt een hefboom voor hoger en hoger
maar meer zien dan men ziet ziet men nooit”.

Dat is inmiddels door de waarheid achterhaald. Men ziet veel meer dan men ziet. Tegelijkertijd luistert men veel minder dan men hoort. Wat wel waar of niet waar is, is zo diffuus als een nevelachtige nacht.

In de volksmond rept men wel eens van een waarheid als een koe. Dat is dan wel een koe die zo wordt uitgemolken, dat er uiteindelijk een scharminkel rest, dat we “ieder zijn werkelijkheid” zijn gaan noemen.

De taart raakt op, meer taart!

De taart is op, meer taart!

Het komt wel vaker voor dat er taart wordt opgediend als deskundigen de economie begrijpelijk willen maken. De taart is een begrijpelijk model. Je kan er goed mee laten zien, dat als de taart op is er slechts wat kruimels over blijven. En stel dat je die ook nog onder alle liefhebbers wil verdelen, kom je voor heel ongemakkelijke keuzes te staan.

Strategieadviseur Jurriaan Pröpper presenteerde gisteren zijn boek over de onaangename keuzes waar we voor komen te staan als we slecht op de toekomst zijn voorbereid. In een interview met de Volkskrant waarschuwt hij dat de overheid een heilloze weg is ingeslagen, want “Wat de politiek, de overheid, doet is de bestaande taart almaar verdelen en herverdelen. En dat in steeds kleinere partjes“. Willen we ook in de toekomst welvaart en gelijke kansen voor iedereen, dan zal die taart groter moeten worden.
Over die taart wil Pröpper het eens uitvoerig over hebben. Het liefst in een publiek debat, want de politici zijn voor slechts vier jaar aangesteld en een probleem als de vergrijzing duurt wel wat langer.

Welke onaangename knopen moeten worden doorgehakt, volgens Pröpper?
De vergrijzing betekent dat er minder mensen aan het werk zullen zijn. Die moeten dus meer en langer werken, En ze zullen wat meer moeten verdienen, anders hebben we te weinig belastinginkomsten om goed onderwijs en goede zorg te garanderen. De inkomensverschillen zullen groter moeten worden. Denivellering, met als doel de nederlandse principes van gelijkwaardigheid overeind te houden. De vlaktaks zou een goed instrument zijn, naast een lagere belasting voor bedrijven die meer inkomen genereren. Zo hou je economie namelijk draaiende. Bedrijven houden dan meer over voor innovatie.

De overheid moet er voor zorgen dat de taart uit kan dijen. Dus “groei, ambitie en ondernemingszin stimuleren. Burgers niet langer als melkkoeien zien. Ruimte scheppen door een bevrijding en versimpeling van dichtgeregelde systemen, zoals belastingen, uitkeringen en onderwijs“.

Jurriaan Pröpper beseft dat niet iedereen het met zijn oplossingen eens zal zijn, maar wil daarom met zijn boek de discussie losweken, als “we er maar met zijn allen van overtuigd zijn dat wij onze gelijke kansen koste wat het kost moeten behouden“.
SER-voorzitter, Rinnooy Kan, is het grotendeels met hem eens, maar meent dat overheid en de sociale partners al
heel positief bezig zijn. Zo komt de arbeidsparticipatie, ook van ouderen, al aardig op gang. Ook een deel van de oplossing.

Bij Pröpper ligt de nadruk dus op werk als geldgenerator, belasting als fonds voor de collectieve verworvenheden en het bedrijfsleven als leverancier van groei en werkgelegenheid. Ofwel de principes waar onze economie al eeuwen op gebaseerd is.

We kunnen natuurlijk niet ontkennen dat er een paar heftige problemen liggen, die alleen maar erger lijken te worden als we er niets aan doen. De vergrijzing zal tot een kleiner arbeidspotentieel leiden, de zorg wordt alsmaar duurder en willen nog beter onderwijs om iedereen betere kansen te geven, dan wordt ook dat bijna onbetaalbaar.

Pröpper heeft gelijk als hij stelt dat het huidige overheidsbeleid op de lange termijn een doodlopende weg is. Maar de overheid denkt al lang na over Pröpper's oplossingen. Soepeler ontslagrecht om een flexibeler arbeidsmarkt te creëren, doorwerken na je 65e, hogere pensioenen belastbaar maken en meer mensen aan het werk zien te krijgen (o.a. het participatiebeleid). En ook de vlaktaks lijkt steeds meer bespreekbaar te worden.

Veel verschil is er dus niet en in ieder geval zijn de parameters gelijk. Misschien moeten we eens af van de taart als symbool van ons soort economie. Een taart is lekker, maar wel een luxesymbool. Ik wil daarmee niet zeggen dat zorg en onderwijs luxe is. Wel dat er heel wat arbeidzame handen vrij komen als we wat overbodigheid verwijderen van de schaal met gebakjes.

Waarom een iPod en een mobiele telefoon optuigen met nieuwe gadgets, als met hetzelfde arbeidsvermogen er werk gemaakt kan worden van technologische voorzieningen in de zorg? Waarom geld steken in ruimtevaart, als met hetzelfde kapitaal innovaties voor de landbouw kunnen worden ontwikkeld? Waarom mensen opleiden tot strategieadviseurs, als voor hetzelfde geld er meer leerkrachten voor het onderwijs kunnen worden opgeleid?

Wordt het niet de hoogste tijd dat soort vragen nu eens serieus te nemen in de discussie? Er kan nog heel wat in prioriteiten worden geschoven, lijkt mij.

Kredietwaardige banken

Kredietwaardige banken Vandaag ging de Eerlijke Bankwijzer online. Beetje laat voor de mensen die besodemieterd zijn door ijskoud graaiende bankiers. Wie nu nog wil weten waar hij zijn spaargeld kwijt kan, zal op de Eerlijke Bankwijzer geen informatie krijgen over banken die het best uw spaargeld laten verdampen.
Wel kun je zien welke banken het krediet kregen van Amnesty International, de FNV, Oxfam Novib en Milieudefensie. Twaalf banken
op een rij en je kunt zo zien welke banken de mensenrechten serieus nemen of niks van doen willen hebben met wapenhandel. Alle terreinen van maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn onder de loep genomen.

De ASN Bank en Triodus scoren het beste. Wel vreemd dat Triodus matig scoort wat betreft transparantie en verantwoording. De beoordeling van de overige componenten moeten de initiatiefnemers dus niet uit de jaarboeken van Triodus hebben gehaald. De ASN Bank scoort, als enige, wel goed met transparantie en verantwoording.

Wil je ook nog weten bij welke bank je behalve rente ook een tevreden klant zult zijn, dan kun je dat testen op de website van Independer. Velen gingen je voor en wat blijkt? Alweer de ASN Bank en Triodus scoren het best als het gaat om de prijs/kwaliteit verhouding. Superklantvriendelijke banken lijken het te zijn, met een uitstekende service.

Je ziet: bij kredietwaardigheid hoeft het niet alleen om de hoogte van de rente te gaan. Wie alleen in de opbrengst van de spaarrekening is geïnteresseerd kan op tal van vergelijkingwijzers terecht.
Wie wil weten of zijn spaargeld ook wordt gebruikt om de bonussen van de bankiers te spekken, moet veel dieper graven en komt hooguit een paar banken tegen op topsalaris.nl van de Volkskrant. Waar valt te zien dat (alweer) Triodus niet de beroerdste is.

Een aantal bankiers evenals een paar hoogleraren, lieten al weten dat de soms buitensporig hoge bonussen mede oorzaak zijn van de kredietcrisis. Het is nu dus wel de moeite waard een bankwijzer te krijgen, waar je kunt zien of de bankbobo's hun lesje hebben geleerd. Maar een website met de meest dalende bonussen heb ik niet kunnen vinden. De DNB kondigde vorig jaar wel aan de bonussen in het vizier te houden, maar nergens een leuk lijstje te zien.

Dus welke bank is de meest milieuvriendelijke, vredelievende, correct investerende, openhartige, en minst hebberige van allemaal? Helaas, dat is in één oogopslag nergens te zien.
Maar je moet van een bank nou ook weer niet teveel vragen. Aan overvragen zijn tenslotte wat banken onderuit gegaan.

Als sparende consument zul je vooralsnog een keuze moeten maken uit maatschappelijke verantwoordelijkheid, of klantvriendelijkheid of rente.

Mahsro bijna dodelijk

Mahsro bijna dodelijk Het mahsro-effect veroorzaakte bijna een sterfgeval. In de Uri Gellershow liet een dame zich opsluiten in een volle watertank. Ze meende het cijferslot te kunnen kraken, maar kon niet op de code komen en moest door de opnameleiding worden gered.

Mahsro, wat is dat ook alweer? Het staat voor Mijn Arme Harde Schijf Raakt Overbelast. De term werd op de oude versie van dit weblog geïntroduceerd. Als geintje natuurlijk, maar later bleek het serieus genomen te worden in de ITC-wereld. Althans, volgens een journalist die het met Google had opgepikt.

Mahsro staat voor de vele codes die we gebruiken en niet meer te onthouden zijn. Bij mijzelf valt het nog mee: vorig jaar nog maar 16 codes, nu al weer 24: zes codes op mijn werk en privé zo'n achttien stuks. Van pincodes tot toegangscodes in de virtuele wereld. En dan zwijgen we maar over de in zwang geraakte gedragscodes op werk en in de openbare ruimte.

Meer dan 6 of 7 kan een normaal mens niet onthouden. De mevrouw die kopje onder ging, meende niet normaal te zijn, maar paranormaal begaafd. Ik weet niet wat er door haar hoofd ging. Het lijkt er sterk op dat er allerlei codes door haar koppie gingen, maar die ene die ze nodig had kwam niet bovendrijven. Typisch gevalletje mahsro.

Heeft uw gezondheid al te lijden onder het mahsro-effect?

Burgerservice en kinderziekten

Burgerservice en kinderziekten Vandaag behandelt de 2e Kamer een wetswijziging over het gebruik van het BSN (Burger Servicenummer) bij elektronische informatieuitwisseling in de zorg, ofwel het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier).
Verschillende overheidsdiensten kunnen met behulp van uw BSN al gegevens uitwisselen. Het CWI, de Belastingdienst, de AIVD en gemeenten geven uw werkgelegenheid, inkomen, staatsgevaarlijke activiteiten en gegevens over uw domicilie al aan elkaar door. Onder strikte voorwaarden natuurlijk.

In de zorg kunnen ziekenhuizen en zorgverzekeraars al bepaalde informatie over uw gezondheid uitwisselen.
Het EPD zou dit jaar volledig ingevoerd moeten zijn, maar een aantal kinderziekten houden zo hardnekkig stand, dat het nog maar de vraag is of we ooit een goed werkend en vooral veilig EPD zullen krijgen.

Veel huisartsen en ziekenhuizen denken er voor het einde van dit jaar nog niet klaar voor te zijn. En als netwerken van ziekenhuizen niet bestand blijken tegen vervelende virussen, dan valt er nog heel wat dicht te timmeren. Hoewel sommige deskundigen menen dat een 110% veilig EPD niet mogelijk is.

U heeft de mogelijkheid deelname aan het EPD te weigeren. Maar ook het indienen van een bezwaar gaat nog steeds niet vlekkeloos en kost onnodig veel moeite.

De verantwoordelijke minister Klink meent dat ondanks de kinderziekten het geen enkele bezwaar is het EPD op volle kracht in te voeren. Hopelijk denkt de 2e Kamer er nu anders over en wordt er minstens een flinke pauze ingelast.

Zie ook het NRC met tien vragen over het EPD en een eerder artikel hier.

De Oorlog in Onderzoek (met poll)

Onderzoek naar verleden of heden? Gaat het Irak-onderzoek er komen of niet? Die vraag rumoert weer wat nadrukkelijker door de media na de openbaring van een opvallend documentje door het NRC.
Misschien weten we morgen meer. Dan vergadert de 1e Kamer weer. De nederlandse Irak-kwestie staat
niet op de agenda, maar die kan natuurlijk elk moment worden gewijzigd. Anders moeten we wachten tot 17 februari. Dan staat de brief van Balkenende op de agenda, waar de 1e Kamer niet zo tevreden mee was. Die brief liet te veel onbeantwoord over de beslissing steun te geven aan de Irak-oorlog.

Een opiniepeiling zou aantonen dat steeds meer nederlanders dat onderzoek nu ook wel willen. In het parlement lijkt de wens naar dat onderzoek ook te groeien.

Als het onderzoek er komt, het zal een onderzoek naar het verleden zijn, met mogelijke implicaties voor de toekomst. Bijvoorbeeld de toekomst van Balkenende en daarmee ook van dit kabinet. Of er ook lessen voor toekomstige keuzes bij internationale conflicten uit zullen rollen, is nog maar af te wachten. Het zal eerder een onderzoek worden dat als politiek instrument gaat dienen om de verhoudingen hier ook wat op te schudden. Het is tenslotte niet voor niets dat de VVD als eerste haar standpunt wijzigde en nu wel een onderzoek wil.

Politieke afrekening dus. Maar zijn er niet belangrijker zaken uit te pluizen?
De voorzitster van het Amerikaanse parlement, Nancy Pelosi, wil wel een onderzoek naar de daden van de regering Bush. Ook mosterd na de maaltijd, want ook de Amerikanen zullen nog wel een paar jaartjes de gevolgen van het Bush-beleid voelen.
Nu wil Pelosi geen onderzoek naar de Amerikaanse Irakgeschiedenis op zich. Wel een
gerechtelijk en parlementair onderzoek naar het veiligheidsbeleid. Dat heeft zoveel nadelige gevolgen voor de burgers gehad, meent mevrouw Pelosi, dat eens grondig moet worden gekeken wat er niet aan deugde. Natuurlijk met de bedoeling het en ander weer recht te zetten.

Obama's eerste reactie is een variant van Balkenende's optiek: we moeten niet naar het verleden kijken, maar naar de toekomst. Dat onderzoek komt er dus niet. Jammer, want een onderzoek naar het totale veiligheidsbeleid (diplomatieke taal voor “de oorlog tegen terreur”) lijkt me meer stof bieden om lessen voor de toekomst uit te trekken.

De oorlog in Irak is nog volop aan de gang en we komen er niet zomaar van af. Evenals de brede oorlog tegen terreur. Misschien is het dan beter onderzoek te doen naar de huidige gang van zaken. Zolang de militairen daar hun werk doen, moeten ze dat wel goed doen.
Zo lijkt een onderzoek naar de middelen die Israël loslaat op de Gazastrook ook wel op zijn plaats. De Arabische ambassadeurs in oostenrijk hebben de IAEA (Internationaal Atoomenergie Agentschap) gevraagd
radiologisch onderzoek te doen op lichamen van getroffen Palestijnen. Israël zou kogels met verarmd uranium hebben gebruikt.

Amnesty weet zeker dat ook fosforgranaten zijn gebruikt. Het spul veroorzaakt vreselijke brandwonden en zou niet gebruikt mogen worden in bewoonde gebieden. Israël houdt vol altijd toegestane middelen in te zetten.
Is hier een onderzoek op zijn plaats? Of anders gesteld: moet tijdens gaande interventies ook onderzocht worden of het wel “schone” interventies zijn?

Mag ik u een lastige en wellicht verschrikkelijke keuze voorleggen? Welk onderzoek vindt u het belangrijkst? Onderzoeken naar het verleden (Nederlandse steun aan Irak-oorlog of het veiligheidsbeleid van de regering Bush) of onderzoek naar de praktijken in actieve oorlogszones?

Graag uw keuze in onderstaan polletje en uw motivatie in de reacties.

Bevolkingscrisis

Bevolkingscrisis

Het wordt zo langzamerhand tijd eens een lijst te gaan bijhouden van door de economische crisis getroffen sectoren en beroepsgroepen. Volgens het CBS is de baby-markt een van volgende sectoren die steun mag aanvragen bij de overheid. Vroedvrouwen, de babybranche en ook scholen zullen merken dat veel mensen eventjes geen zin hebben in nieuwe gezinsaanwas.

Aan het AD legde CBS-demograaf Jan Latten uit dat bij eerder dalend consumentenvertrouwen het aantal geboortes ook sterk daalde. Vreemd dat in hetzelfde artikel andere sectoren niet worden genoemd. Wat dacht u van de lokale overheden? Minder baby's leiden ook tot minder geboorteaangiften.
Neem ook in aanmerking dat meneer Latten's meetlat rekening houdt met minder huwelijken, dan kun je op je vingers natellen dat we een overschot aan ambtenaren burgerzaken krijgen. Die kunnen zich melden bij hun collega's van sociale zaken om ingeroosterd te worden voor het schoffelen van plantsoenen of het schoonvegen van hun eigen straatje.

Natuurlijk zal de overheid eerst wat geld uittrekken om de noodlijdende sectoren te steunen. Het betekent wel dat de overheid genoemd had mogen worden in het rijtje risico lopende sectoren. En dan hebben we het nog niet eens over wat het zal betekenen voor de ooievaarsstand. Ook daar zullen klappen vallen.

Hier en daar wordt gesteld dat de crisis ook voordelen heeft. Eventjes wat minder is niet erg. Tijd voor bezinning, voordelige milieu-effecten en kansen voor nieuwe markten. Zo moeten we de voordelen van een eventuele geboortedaling ook niet al te rampzalig opvatten. Minder kinderen is minder hangjongeren, minder comazuipende kids, minder consumenten dus minder druk op het milieu. En een positieve ontwikkeling van de kikkersstand, niet alleen vanwege het dalend aantal ooievaars.

Wat wel zorgen baart, is het gegeven dat bij economisch herstel het aantal geboortes weer toeneemt, zodat de positieve effecten van bevolkingskrimp weer teniet worden gedaan. Hoezo lessen trekken uit de crisis?

Voorlopig gaat het nog om trendwatching. U kunt de ontwikkelingen zelf in de gaten houden door de bevolkingsteller van het CBS te monitoren. Nu, om 12:06 u. zijn we met 16.491.431 mensen gezellig bij elkaar.
(Update zondag 19:56 u. 16.491.512. In krap 8 uurtjes 81 mensen erbij! Tien per uur lijkt veel maar met dat gemiddelde komen we in 2010 ruim 830.000 lager uit dan de 17.500.000-prognose van het CBS.)

De bouw: geen fraude, wel chantage?

De bouw: geen fraude, wel chantage? Drie opmerkelijke getuigenissen in het AD van 14 januari uit de nu fraudeloze(?) bouwwereld.

1. De projectleider van het IJburgcollege in Amsterdam vertelt dat er een inschrijfvergoeding is gegeven aan de deelnemers in de aanbesteding, omdat hij bang is niet snel een goede aannemer te kunnen vinden.
2. Een medewerker van Staatsbosbeheer verzucht dat men zich gedwongen zag tot het beloven van een rekenvergoeding, want vier weken na de bekendmaking van de aanbesteding, had er nog geen aannemer gereageerd. Nu die rekenvergoeding wordt betaald, zijn er ineens wel inschrijvers.
3. De voorzitter van de
Regieraad Bouw, mocht deze week de Leidraad Aanbestedingen overhandigen aan minister Van Der Hoeven. Hij is tevreden over de veranderende mentaliteit in de bouwwereld en zegt: “Ik ben er niet bij als drie bouwers op de tennisbaan met elkaar praten, maar dat is iets anders dan het idee dat de bouw nog steeds compleet corrupt zou zijn“.

In 2002 bevestigde een parlementaire enquêtecommissie de informatie van klokkenluider Ad Bos dat prijsafspraken, handje klap met ambtenaren en omkoperij de dagelijkse gewoonte in de bouwwereld was. De bouwfraude kon worden bijgeschreven in het lijstje kenmerkende nederlandse cultuuraspecten (zie ook het dossier bouwfraude van het NRC).

Van schade en schande geen baksteen wijzer geworden, moest het constructieve circuit in 2004 opnieuw afscheid nemen van frauduleuze medewerkers en stromannen.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee. In de bouwwereld staat twee voor twee jaar, want in 2006 werden nog eens wat malversaties ontdekt.

Gezien de tweejaarlijkse cyclus leek het de Nma (Nederlandse Mededingingsautoriteti) verstandig de boel in 2008 door te lichten middels een eigen enquête. Gewoon wat rondvragen. Ongeveer vijf procent van de ondervraagde opdrachtgevers en aannemers werd nog steeds benaderd voor illegale afspraken. Een kwart van de bedrijven meende dat de concurrentie oneerlijk handelde.

Uit de getuigenissen die we in het AD lezen, kunnen we concluderen dat de bouwwereld wellicht andere wegen heeft gevonden om het hoofd boven water te houden. Geen schaduwboekhoudingen meer, geen omkoperij. Gewoon niet ingaan op aanbestedingen tot de opdrachtgever over de brug komt met rekenvergoedingen.

Dat riekt naar chantage. Geen vergoeding? Geen inschrijving.
Als geen enkele aannemer reageert, kunnen de opdrachtgevers de realisatie van hun projecten wel op hun buik schrijven. Geen scholen, geen woningen, geen kantoren.
Ligt een deel van de bouwprojecten eigenlijk wel stil vanwege de kredietcrisis, begin je je af te vragen.

De rekenvergoeding werd vroeger gegeven voor de kosten die gemaakt werden bij het opstellen van een offerte. Aangezien met die vergoeding ook flink werd gerommeld en zo'n vergoeding natuurlijk geen garanties kon bieden voor een kwalitatief goed en procesmatig juist verlopen gevolg, werd de rekenvergoeding in de ban gedaan.

Wat nog wel mag, is een vergoeding geven als de offerte niet alleen met calculatie van de kosten, maar ook met een compleet ontwerp moet worden ingeleverd. Voor een ontwerp moet een aannemer een architect aan het werk zetten en dat kost al gauw wat meer dan een simpele calculatie.
In de
Leidraad Aanbestedingen van de Regieraad Bouw, een minitieus uitgewerkte gedragscode, is de ontwerpvergoeding dan ook overeind gebleven.

Hoewel de calculatiekosten gewoon tot het bedrijfsrisico behoren en een normaal functionerend bedrijf daar rekening mee houdt in de bedrijfsvoering, is het wonderlijk dat de bouwwereld tot chantagepraktijken overgaat om die schamele vergoeding af te dwingen. Daar kunnen twee redenen voor zijn.

1. De macht der gewoonte: gewend aan malafide gedrag. Dat verander je niet in zes jaar tijd. Sommige mensen hebben daar een heel leven voor nodig.
2. De economische crisis. Het gaat nu even niet zo lekker, dus tellen ook de kleine bedragen. Men heeft deze creatieve handelswijze gevonden om toch uit de kosten te geraken.

Hoe dan ook, het is wel opvallend dat de bouwwereld deze aanpak heeft gevonden. Hoe komen ze er op? Dat zal toch niet op die tennisbaan zijn, waar de voorzitter van de Regieraad Bouw geen zicht op heeft?

De werkverschaffing komt er aan

De werkverschaffing komt er aan Dertig mobiliteitscentra zullen door de crisis getroffen werknemers aan werk helpen. Over twee weken zijn de eerste mobiliteitscentra operationeel en zal op 20 locaties de basisinfrastructuur gereed zijn. Dat belooft minister Donner (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in een brief aan de Tweede Kamer.

De economische crisis valt samen met ander ingrijpende veranderingen in de economie, de maatschappij en het klimaat, zo schrijft de minister. Hoe dat te duiden weet hij niet, maar wel “dat we aan de vooravond staan van majeure herschikkingen in de economie en daarmee ook op de arbeidsmarkt“.

De werktijdverkorting zal niet genoeg zijn om de situatie het hoofd te bieden. Dus “zal het erop aankomen de stromen op de arbeidsmarkt te accommoderen, door effectieve bruggen te bouwen van overschotsectoren naar tekortsectoren. Een effectieve ondersteuning van mobiliteit door de mobiliteitscentra, verbetering van inzetbaarheid, ook met behulp van scholing, en versterking van van-werk-naar-werk-trajecten zullen daarbij centraal staan“.

De minister vreest dat de werkloosheid tot 200.000 meer dan in 2008 op zal lopen en massaontslagen niet te vermijden zijn. Deze crisis is ernstiger dan de crises van de afgelopen halve eeuw, aldus Donner. Aanpakken dus, met mobiliteitscentra, reïntegratieprojecten, omscholingen en “nieuwe zekerheden in flexibiliteit” (zie de hele brief, hier in pdf-formaat).

Flexibiliteit: de werkverschaffing anno 2009.
Nee, we hoeven niet te vrezen voor
30'er-jaren taferelen. Geen herkaveling van het Amsterdamse Bos, herstructurering van het Twentekanaal of de ontpoldering van de Zwarte Broek onder Molenend (Tietjerksteradeel).
Hoewel, je weet maar nooit. Het kabinet heeft tenslotte ook nog wat ambities liggen bij de Afsluitdijk, het nieuwe Deltaplan, de herinrichting van de natuur en de spoedverbreding van zo'n twintig verkeersaders.

Wel moet de huidige wtv-regeling (werktijdsverkorting) worden aangepast en zal rijk's uitgebreide “palet aan reïntegratie-instrumenten” en de bevoegdheden van gemeenten tot een geïntegreerde aanpak van werkverschaffing moeten leiden. De sociale partners wordt gevraagd flexibel mee te werken.
Wat dat concreet moet inhouden, is in de brief niet vermeld.

Zal een door de rookcrisis getroffen horeca-ondernemer straks geen ongepast werk meer mogen weigeren? Of wordt hij omgeschoold tot turbinebouwer omdat er een windmolenpark in de Noordzee moet komen? Als Corus (Hoogovens) plat gaat, worden de staalarbeiders dan ingezet om de A1 bij Diemen te verbreden of gaan ze de rails maken die alsnog nodig zijn voor de hoge snelheidstrein naar het noorden?

Met die “nieuwe zekerheden in flexibiliteit”, mag Donner wel de visionaire richtinggever van het kabinet worden genoemd. Want laten we wel zijn: mensen die zich hun hele leven laten vastroesten in één en hetzelfde baantje zijn sufkonten. En wat doen sufkonten? Die gaan zich vervelen en vervallen in liederlijke uitspattingen, waar dit kabinet graag een eind aan wil maken.

Dus als een Daf-medewerker die auto's wel heeft gezien en zijn energie gaat richten op hooliganisme bij PSV, krijgt-ie een baan in Groningen en mag de Eemshaven uitbaggeren. Dat heeft hij natuurlijk ook gauw gehad en net als hij van de ergernis een peuk op wil steken in de lokale kroeg, wordt hij overgeplaatst naar Kerkrade om zijn bijdrage te leveren aan de wederopbouw van de kolenmijnen. Da's omscholen, verhuizen en hard werken en liederlijk gedrag verdwijnt als sneeuw voor de zon.

Maar goed, dat zijn zomaar wat opties. Heeft u nog ideeën om Donner's Plan van de Arbeid gestalte te geven?

Is er nog zorg na de dood?

Is er nog zorg na de dood?

De scheiding tussen kerk en staat blijkt pas in te gaan bij het overlijden van de burger. Bij leven en welzijn kun je, met overheidssteun, stemmen op religieuze partijen, je kind naar het jeugdwerk van Youth for Christ sturen of naar een school met religieuze grondslag. In de praktijk van alle dag is de scheiding tussen religie en overheidsbeleid flinterdun. Tot je dood gaat.

Dan wordt het ineens lastig. Onder het bewind van een kabinet dat in overgrote meerderheid gelooft in een leven na de dood, blijkt nu dat de overgang naar het hiernamaals in een vloek en een zucht geregeld dient te worden. In ieder geval voor die mensen die in een verzorgings- of verpleegtehuis overlijden.

De financiering van die tehuizen is per 1 januari zo gewijzigd, dat de tehuizen alleen voor de direct geleverde zorg vergoed worden en niet voor het aantal bedden. Gaat er iemand dood, dan houdt ook de zorg op en het achtergebleven bed moet razendsnel gevuld worden, anders dreigen er exploitatietekorten.

Volgens de koepelorganisatie Actiz, kost een bed ruim € 150,- per dag. Per 1 januari krijgen de tehuizen nog maar € 55,- per dag en de boekhouders van de tehuizen hadden al snel uitgerekend hoe het ontstane gat gedicht kan worden. Na drie dagen moet een bed weer met een levende cliënt gevuld zijn. Voorheen had men 13 dagen de tijd. Meestal verdeeld in 7 dagen voor de familie om de spulletjes uit te zoeken en weg te halen en 6 dagen voor het tehuis om de kamer weer fonkelnieuw op te leveren voor de volgende patiënt. Da's niet zo leuk voor de nabestaanden en de door de overheid afgedwongen cliëntcentrale protocollen komen ook in de knel.

Vorig jaar hebben de belangenorganisaties al aan de regering gevraagd zich nog eens te bezinnen op de maatregel en een langere overgangstijd mogelijk te maken. Dat kan niet, is de reactie, want dat zou de schatkist 70 miljoen euro extra kosten.
De koepelorganisatie Actiz kreeg natuurlijk de cliëntenorganisaties over zich heen toen in Drenthe al besloten was de nabestaanden slechts drie dagen de tijd te geven. Na overleg is men gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat
zes dagen ook mogelijk moet zijn.

Gelovig of niet, de rituelen rond het overlijden krijgen weer meer aandacht. Dat heeft gevolgen voor de rouwperiode. Of de woonkamer van de overledene daar een rol in speelt, hangt af van hoe ieder daar over denkt. De verscheidenheid aan culturele en persoonlijke opvattingen is groot en de gewenste rouwperiode kan dus behoorlijk verschillen.
Maar niet alleen de beleving kan in de knel komen. Ook mensen die een veel nuchterder opvatting over het afscheid van hun dierbaren hebben, komen voor problemen te staan.

Drie dagen zal, puur praktisch geredeneerd, meestal voldoende zijn om dat kamertje in het tehuis te ontruimen. Alleen, wanneer kan in de agenda plaats gemaakt worden voor de laatste handelingen? In een tijd waar we. Volgens de ethiek van de huidige regering, langer en harder moeten gaan werken, is de periode vlak voor en rond het overlijden zelf al hectisch genoeg. Nu wordt men ook nog opgejaagd om de kamer leeg te maken. Even een dag of twee bijkomen van begrafenis of crematie is er niet meer bij. Laat staan dat je met de familie op je gemak de spulletjes kan doornemen en herinneringen ophalen of in alle rust de bestemming te bepalen van het meubilair, kleding, sieraden en de foto's.

Volgens een deel van dit kabinet mag er dan een leven na de dood zijn, maar voor de zorg daarvoor ben je aan de goden overgeleverd.