Categoriearchief: De toestand in de polder

Dag van de arbeid rustig verlopen

Dag van de Arbeid rustig verlopen In tegenstelling tot landen als Duitsland, Oostenrijk, Griekenland en Turkije, is de Dag van de Arbeid in Nederland zeer rustig verlopen. Uiteraard heeft de actie van een zwaar gefrustreerde arbeider uit Huissen, het volk de lust tot enige viering ontnomen. Maar doorgaans is de 1e mei hier een kalm dagje en daar zijn heel specifieke redenen voor.

Ten eerste is deze dag geen nationale vrije dag. In andere landen is het een, doorbetaalde, vrije dag en dat geeft mensen de gelegenheid zich over te geven aan uitspattingen op straat. Dat is in Nederland vooral bekend van de Koninginnenacht en festiviteiten als de jaarwisseling. Alle andere feestdagen verlopen, net als in andere landen, in alle rust.
Het is in Nederland niet verboden de Dag van de Arbeid te vieren, maar dat moet dan wel op eigen kosten. En dus wordt er meer gewerkt dan gevierd. De gemiddelde werknemer kan het wel waarderen als de baas een 1 mei-gebakje klaar heeft staan, zo blijkt uit
een onderzoekje.

Een tweede reden is de relatief grote tevredenheid van Nederlandse werknemers. Zo is men hier een stuk gelukkiger met de werkdruk, dan werknemers in bijvoorbeeld Spanje. Zweden en Italië. Wordt er dan niet geklaagd? Zeker wel. Maar ondanks gemopper over de baas en aanvullende arbeidsvoorwaarden, krijgt de werkgever hier toch een voldoende rapportcijfer.

Een derde oorzaak ligt in de historisch sterk krimpende belangstelling voor arbeidsonrust. Werd er tot in de 40'er jaren nog flink gestaakt, na de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw in de naoorlogse jaren daalde het aantal conflicten tot slechts een tiental oprispingen per jaar (zie eerder artikel van juni vorig jaar). Het straatrumoer is vervangen door cao-onderhandelingen.
De laatste jaren is er weer een
licht stijgende trend waar te nemen, maar vooralsnog loopt de econome eerder vast door files wegens werkverkeer, dan door massale stakingen en wegblokkades.

En dan is er nog het gegeven dat een meerderheid van het volk geen socialisten en communisten blieft. In 1918 had de socialist Troelstra zich al eens vergist in de behoudende Nederlandse volksaard. Hij dacht dat de ellende waar dit land in was gedompeld na de 1e Wereldoorlog, de ontevreden burgers voldoende motiveerde om een revolutie uit te roepen.
Gedreven door sterke voorbeelden uit ander landen en een paar onlusten in eigen land, riep Troelstra op het staatsbestel drastisch te veranderen. Gereformeerden, katholieken en koningsgezinden organiseerden echter snel een tegenoffensief. De liberalen keken aan de zijlijn toe en deden niets. Na publieke steun aan de monarchie bekende Troelstra openlijk zich vergist te hebben.

Ook de periode van de Koude Oorlog en de recente jaren, waarin alles wat naar links en rood riekt de schuld krijgt, zelfs van zaken waar het rode front absoluut geen debet aan had, demonstreren de afkeer die menig Nederlander heeft van het morgenrood dat de verworpenen der aarde uit hun ketenen zal verlossen.

Ook al zal de 8-urige werkdag zeer waarschijnlijk weer in ere worden hersteld, zal de 6-daagse werkweek zijn herintrede doen, moet er geploeterd worden tot na het 65-ste levensjaar, staan loonmatiging en bijbetalen aan uitgeklede sociale voorzieningen weer op de agenda, de 1e mei zal hier geen traditie worden waar overheid en bedrijfsleven wakker van zullen liggen.

Pillen in de polder

Klik hier en lees meer

Huisarts: “Het is gewoon onverantwoord hoeveel mensen bittere pillen krijgen toegediend”.

Klik hier en lees meer

Professor: “Geld is het zout der aarde. Daar kun je heel wat mensen blij mee maken”.

Klik hier en lees meer

EU-commissaris: “Ach, teveel mensen maken zich dik om niks. Maar met een suikerverbod hou je ze ook niet tevreden”.

Klik hier en lees meer

Onderzoeker: “Ruwe pillen werken slechter. We gaan nu dat van die zachte heelmeesters nader onderzoeken”.

Klik hier en lees meer

Patiënt: “Bittere pillen, zoete pillen. Het zuur na het zoet. Gladjassen zijn het. Nee, ik noem geen namen, maar het lijkt mij wel duidelijk wie hier de risicodragers zijn”.

Overheid vergeet probleemwijken

Overheid vergeet probleemwijken De documentenjagers van RTL-nieuws hebben er weer één te pakken. De lijst met de 20 grootste probleemwijken. Het ministerie van Volkshuisvesting wilde die lijst niet openbaar maken omdat die wijken onnodig gestigmatiseerd zouden raken. In een hoger beroep stelde gade rechter het ministerie groot gelijk. Dus heeft RTL langs andere wegen de lijst gevonden. Daar hebben ze veel ervaring mee, want voor bijna elke Prinsjesdag weten ze ook de Miljoenennota uit een of andere koffer te jatten. Ik heb het al eens eerder gezegd: de jongens en meisjes van RTL-nieuws zijn de hedendaagse Duyvendakjes. Met één verschil: iedereen lijkt nu het jatwerk wel prima te vinden.

Er dreigt echter een negatief effect te ontstaan voor al die aandacht voor de kracht-, pracht- of probleemwijken. Een ander deel der bevolking, die evenzeer in hoge nood verkeert, lijkt te worden vergeten en aan hun lot te worden overgelaten. Het zijn onze medeburgers die wegteren in de 20 rijkste buurten van Nederland (zie lijst onderaan). Wat is er aan de hand?

Veiligheid en criminaliteit:
1. De wijken kenmerken zich doordat een relatief minimaal aantal inwoners het hoogste inkomen heeft en die bovendien regelmatig buitenproportionele bonussen ontvangen, ongeacht het feit of men de bedrijven waarvoor men werkt, heeft kunnen redden of niet.
2. De bewoners worden op hoge kosten gejaagd omdat ze zich genoodzaakt zien hun bezittingen met elektronische hekken en camera's en beveiligingspersoneel te beschermen.
3. Veel bewoners leven regelmatig in angst voor ontvoeringen of inbraken, elke keer als ze weer met naam en toenaam in de Quote worden vermeld.

Huisvesting:
4. Het aantal vierkante meters leefbare woongrond wordt door relatief erg weinig mensen benut. Zo wordt kostbare grond onttrokken aan maatschappelijk belang.
5. Bovendien wordt die grond een aanzienlijk deel van het jaar niet gebruikt omdat men op landgoederen in het buitenland verblijft.
6. Dit verschijnsel drijft de kosten voor de veiligheid in die wijken onnodig hoog op, omdat de verlaten panden door particuliere beveiligers moeten worden bewaakt.
7. Dat is dan nog los van de problemen die ontstaan als men kostbare grond onttrekt aan het algemeen belang door er dubbele zwembaden, golfterreinen en zelfs zandverstuivingen op aan te leggen. In één wijk kwamen we zelfs tegen dat alle drie die voorzieningen op één perceel voorkwamen.

Sociale aspecten:
8. Het aantal inwoners is niet alleen erg klein, het ontbreekt ook aan sociale en culturele diversiteit. Er blijkt hier al jaren sprake te zijn van ghetto-vorming met alle ongewenste effecten van dien.
9. Het sociale leven speelt zich af in een eenzijdige en beperkte wereld van brunches, modeshows en glamourparty's.
10. Eén van de grootste problemen die dit soort wijken kenmerken is de onbenaderbaarheid en weigerachtigheid om te communiceren over herstrukturering, waardoor tal van problemen opgelost zouden kunnen worden. Zo zult U in deze wijken zelden parkeerproblemen en nooit een opvang voor dak-en thuislozen aantreffen.

Werkgelegenheid:
11. De bewoners hebben ernstige problemen goed personeel te vinden om de tuinen en zwembaden te onderhouden.
12. De verborgen werkloosheid: zie punt 5 en 9 hierboven.

De 20 geteisterde wijken vindt u in dit overzicht van het CBS.

Het kabinet heeft de dialoog als krachtig wapen tegen vele missstanden ingezet. Wij adviseren de regering een dialoog te organiseren waar de bewoners uit de 20 grootste probleemwijken en uit de 20 rijkste wijken elkaar kunnen ontmoeten, om van gedachten te wisselen over een gemeenschappelijke aanpak van beider problemen.

Natte voeten dag

Natte voeten dag

Nederland bestaat voor 27 procent uit Wetlands. Da's engels voor “Waterrijke gebieden, moerassen, vennen, veen- of plasgebieden, natuurlijk of kunstmatig, blijvend of tijdelijk, met stilstaand of stromend water, zoet, brak of zout, met inbegrip van zeewater, waarvan de diepte bij eb niet meer is dan zes meter” (quote op website LNV).

Maandag 2 februari is het de Wereld Wetlands Dag. Dan moet iedereen er op gewezen worden hoe vitaal belangrijk die natte gebieden zijn. Het LNV (ministerie voor Landbouw, Natuur en Visserij) legt uit dat wetlands onmisbaar zijnvanwege hun ligging op internationale trekroutes van vogels, dienen als kraamkamer voor vissen en andere zeedieren en zijn belangrijk voor de mens: voor visserij, recreatie, scheepvaart, waterberging tegen overstromingen, drinkwatervoorziening of als aantrekkelijke woonomgeving“.

Waar Nederland ooit worstelde met het water, ligt het nu overhoop met de ruimte. Want 43 gebieden tot wetland benoemen is nobel en goed voor de libel, de meerkoet, de brasem, het riet en de gele lisdotter, maar er moet ook gewoond, gewerkt en gerecreëerd worden. En daar wringt het. We hebben zoveel gewonnen op het water voor onze behoeften, dat we vergeten zijn hoe belangrijk al dat nat is.

Is ook niet nodig, want laat de Chinezen maar hun water besteden bij de fabricage van onze T-shirts. En natuurlijk moet het Amazone-gebied beschermd worden, belangrijk als het is voor het wereldse klimaat. Wij zijn veel te klein voor zo'n oppervlakte aan beschermde natuur.

Die 43 wetlands hier zijn al een hele mooie bijdrage aan het behoud van noodzakelijk water. Niet alleen bekende gebieden als de Biesbosch en de Waddenzee horen daarbij. Pittoreske oorden als Rottige Meenthe ook. Niet ver van het IJsselmeer waar mooie plannen voor liggen.

Het IJsselmeer moet het blauwe hart van Nederland worden, lezen we in een artikel in het NRC. “Sinds enkele maanden ligt een toekomstvisie bij het kabinet om de matige waterkwaliteit van Markermeer en IJmeer een enorme ecologische oppepper te geven. Dat moet het mogelijk maken de zuidwestelijke hoek van de voormalige Zuiderzee bij de Randstad te trekken. Door Almere uit te breiden. Door waterrecreatie te bevorderen. En een brug of tunnel aan te leggen tussen Almere en Amsterdam“.

En dan wil de Deltacommissie ook nog dat het noordelijke deel als zoetwaterbuffer gaat dienen. Hard nodig bij droge zomers en omdat de Zeeuwse wateren niet langer geschikt zijn voor die functie. De voorzitter van Bouwend Nederland, Elco Brinkman, vindt dat het prima te combineren is met uitbreiding van de Randstad richting IJsselmeer. In het zuidelijke deel moeten we aan de slag, vindt hij, en “bezwaren van politieke, juridische of ecologische aard” opzij zetten omdat “hier een nationaal belang in het geding is“.

Het is natuurlijk tobben met zoveel mensen en zo weinig ruimte. Dus worden 'en-en' opties gekozen. De meeste wetlands hebben niet alleen de functie van waterleverancier, maar zijn ook recreatiegebieden en economische bronnen. Maar waarom dat idee dan niet helemaal toegepast op de hele delta, die Nederland is?
Verklaar heel het land tot Wetland. Dat zou betekenen dat het niet alleen in de Weerribben verboden is een colablikje in het moeras te gooien, als je er op een zonnig dagje doorheen fietst. Het betekent ook dat de grachten in de steden, de sloten langs de snelweg en de vijvers in de tuinen beschermd moeten worden tegen oneigenlijk gebruik.

We leven niet met het water, we wonen het uit. Geheel conform de principes van Elco Brinkman's nationale belang. Omdat we zo'n hekel hebben aan natte voeten en we gezond water wel elders uit de wereld kunnen importeren?

Richtlijn huilbaby's van de baan

Richtlijn huilbaby's van de baan Na fikse onenigheid over de aanpak van huilbaby's, is de conceptrichtlijn ingetrokken. De meningsverschillen onder de betrokken deskundigen betreft vooral de meting van de huilperiodes. In de conceptrichtlijn was het plan opgenomen met een wekker de duur van het huilen te meten. Andere deskundigen verwerpen dit idee, want al een half uur huilen kan op de langere termijn schade betekenen voor de baby.

Het intrekken van de richtlijn betekent dat deskundigen vooralsnog hun eigen aanpak van huilbaby's moeten bedenken. Eén deskundige meent dat huilbaby's vaak verkeerd worden benaderd. Bij het minste geringste geluid wordt de baby opgepakt, toegesproken, rondgedragen of gevoed. De baby raakt overprikkeld met als resultaat dat de baby nog meer gaat huilen. Het is veel belangrijker het gehuil te leren interpreteren, zegt de deskundige. Anders reageer je verkeerd en is de baby niet meer stil te krijgen.

Dat proces is herkenbaar bij landelijk bekend geworden huilbaby's. Met name een crisis in de Thorbecke-crèche te Den Haag veroorzaakte een tsunami aan huilbaby's. Bij één baby is een allergie verkeerd behandeld, bij een ander raakte de crècheleiding zo in war dat men de baby op straat zette. Een derde baby, inmiddels op eigen benen, eist nu dat het huilrecht grondwettelijk wordt vastgelegd.

In alle gevallen strookt het gedrag van deze huilbaby's met wat eerder genoemde deskundige ziet als belangrijke oorzaken van een verkeerde aanpak. De baby's zijn duidelijk overprikkeld geraakt door de wirwar van aandacht. Positieve en negatieve benaderingen wisselen elkaar af. De ene keer worden ze beloond met peilingen, een andere keer wordt gedreigd met een justitiële tik op de broek. Anderen menen het gehuil met media-aandacht te kunnen beheersen, weer anderen achten het doeltreffender de baby op te sluiten in de wc (de zogenaamde cordon sanitaire).

Het is jammer dat de deskundigen het niet eens kunnen worden over een definitieve richtlijn voor huilbaby's. Zo'n 10% van de baby's is een jankerd. Te vrezen valt dat het aantal huilbaby's toe zal nemen omdat, zo stellen sommige pedagogen, we in tijden leven waar de baby's onvoldoende structuur krijgen aangeboden.

Het valt de Thorbecke-crèche niet alleen zelf te verwijten dat men geen eensgezinde en duidelijke gestructureerde aanpak heeft weten te vinden. De subsidiërende overheid vertoont immers zelf een zwalkend beleid, waar veel aandacht (van de kiezers) belangrijker lijkt dan een doelgerichte aanpak van de problematische omgeving waarin de baby's moeten opgroeien.

De landelijke bekende huilbaby's zijn het overigens onderling ook niet eens. De een balt haar vuistjes voor de promotie van Sinterklaas, de ander stampvoet woedend om dan wel de Zwarte Pieten buiten onze grenzen te houden. Het derde grut verwijt de centrale ketel dat die zwart ziet. Die baby heeft immers jaren mogen meewerken aan de uitvoering van het beleid van een huilebalk uit een der christelijke crèches.

Zal een richtlijn, als die er nog komt, wel voldoende zijn om dit land nog droog te houden van de vloed aan tranen der huilbaby's? Of wordt het tijd voor een Deltaplan tegen de stormvloed van al dat gejank?

Wintercrisis en werktijdverkorting

Wintercrisis en werktijdverkorting Niet alleen de wintergriep houdt mensen van het werk, de ijspret van de laatste dagen neemt catastrofale vormen aan. Hoeveel slachtoffers er in totaal zijn gevallen, is nog onbekend, want ze zijn nog niet allemaal getraceerd.
Het kabinet aarzelt om het rampencoördinatieteam bij elkaar te roepen, want voor deze calamiteiten ligt geen scenario gereed. Wat de doen?

Verzekeraars en werkgevers zullen zeker bij het kabinet om noodhulp vragen. De regering beraadt zich op dit moment of deze uitspattingen van De Vorst wel onder de ministeriële verantwoordelijkheden vallen.

Het kabinet zou ander weer kunnen instellen, maar de minister-president heeft al laten weten, voor het eerst in zijn carrière, dat hij zich daar niet competent toe acht.

Binnen het kabinet heerst er grote onenigheid over de aanpak. Minister Donner verklaarde verheugd dat de werktijdverkorting nu “door hogere machten is geregeld, zonder dat het de regering geld kost“.

Zijn collega Klink is het pertinent oneens met dat laatste. Hij overweegt de kosten voor ambulancevervoer en eerste hulp te verhalen op “de onverantwoordelijke schaatsliefhebbers“. Hier geldt het “eigen schuld, dikke bult”.

Minister Middelkoop vraagt zich af waar collega Klink's inlevingsvermogen is gebleven. Hij roemt de talloze Nederlanders die het vorstelijke herstel van Oudnederlandse waarden hebben gewaardeerd en de koude hebben getrotseerd. Dat mag wel worden beloond, zo vindt hij.

Zal Middelkoop's exercitie tot een breuk in het kabinet leiden? Insiders menen dat het zo'n vaart niet zal lopen. De ijselijke sfeer binnen het kabinet zal over zijn zodra men maandag weer overgaat tot de orde van de dag. Ondertussen hebben griep en ijspret de door het bedrijfsleven zo gewenste werktijdverkorting een spontane impuls gegeven. Ook in sectoren waar het niet de bedoeling was, hebben talloze mensen nu gedwongen vorstverlet. De chaos is compleet en het wordt tijd dat minister van der Hoeven (Economische Zaken) de regie neemt.

De minister-president reageerde alsnog met de belofte dat dit kabinet er voor zal zorgen dat na het zuur, het zoet de vrieskou, de dooi komt.

De toestand in de polder (41)

Lees meer bij de NOS

Minister Verburg: “Oh? Eens even bij mijn collega's informeren wat ze dan verdiend hebben als campinghouder, zorgboer, bed and breakfastboerin en landschapsbeheerder”.

Lees meer bij Nu.nl

Boer: “Ha! Wil Verburg weten wat ik verdien als landschapsbeheerder? Laat ze eerst eens helpen schoffelen. Ik kom aan het melken van de koeien niet meer toe!”

Lees meer bij New Beauty

Minister Klink: “Ah! Daar hoeven de mensen dus niet voor naar de apotheek, naar naar de boer. Bespaart aanzienlijk op de medicijnkosten”.

Lees meer bij het NRC

AH!: “Ja, om de moordende concurrentie het hoofd kunnen bieden, zijn we genoodzaakt de brandnetelthee in de aanbieding te gooien En nee, daar heeft de boer niets over te zeggen. Verkoopt-ie het niet dan mag-ie het houden”.

Lees meer bij Ned. Vakbond Pluimveehouders

Boer: “Oh? Is het kabinet daar zelf dan niet slim genoeg voor? En wie luistert er tegenwoordig nog naar boerenwijsheid?”

Van waarneming tot waarheid

Van waarneming tot waarheid Wanneer is werkelijkheid een waarheid? Dat gaan we, met uw hulp, vandaag eens uitzoeken.
Grofweg zijn er drie waarheden die voor werkelijk worden gehouden. Variant één berust op waarneming. Mensen houden pas iets voor waar, als ze het met eigen ogen hebben gezien. Hoewel er altijd mensen zijn die hun eigen ogen niet geloven. Dan heb je aan
zo'n waarneming niks.

De tweede variant berust op cijfertjes en statistieken. Pas als iets getalmatig vaak genoeg voorkomt, menen sommigen dat het dan wel waar zal zijn. Cijfers
zijn feiten.
En de derde variant is overbekend en wordt sinds mensenheugenis beleden: je hoeft iets niet waar te nemen, noch in statistieken terug te vinden. Slechts de benoeming is genoeg om een waarheid te creëren. Geef het een naam
en het bestaat.

Vandaag wil ik onderzoeken of met de eerste twee varianten een waarheid valt te ontdekken.

Een collega-blogger vermoedt, op grond van eigen waarneming, dat dit jaar de kerst veel minder uitbundig wordt gevierd met kerstversieringen. Al dan niet verlicht.
In zijn blog
schrijft hij: “Ik weet niet of het je ook opgevallen is, maar het aantal huizen en tuinen dat deze kerst uitbundig is uitgedost met verlichting langs alle ramen, balkons, tuinhekjes, als ook met complete arrensleeën, herten en Santa Claus himself, ligt een stuk lager dan voorgaand jaar. Althans dat is mijn indruk, goede statistieken ontbreken nog“.

Met dat laatste gaan we hem helpen. De proef op de som is: wie heeft die waarneming ook gedaan? Wie heeft ook de indruk dat dit jaar de kerstversiering wat soberder wordt uitgehangen?

Toen ik dat stukje las, dacht ik, verrek, je hebt gelijk. Zijn waarneming vond in Zevenhuizen plaats, maar ook in Den Haag heb ik minder uitbundigheid gezien. Zelfs in buurten waar normaal gesproken de reguliere straatverlichting wel uit kan wegens de uitstraling van de particuliere kerstgedachte.

Meldt uw waarnemingen hier en laten we eens zien of ook uw werkelijkheid tot waarheid kan worden verheven.
Tweede vraag is natuurlijk: als het allemaal wat soberder is, wat is volgens u daar dan de reden voor? De kerstgedachte leeft niet meer? Of viert men een klimaatneutrale kerst? De kredietcrisis? Alvast wat sparen wegens de naderende hoge energienota's? Wat anders?
Zegt u het maar.

De boosheid van de macht

De boosheid van de macht

Het CDA congres zit er op, de toekomst is weer vastgelegd en men gaat weer aan het werk. In dit artikel en in dat gastlogje, heb ik iets geschreven over de dialoog die het CDA met de samenleving voert. Dat moet ik even rechtzetten, want ik heb een woordje over het hoofd gezien. Het CDA voert geen dialoog, het CDA gaat het debat aan.

Da's heel wat anders. Men voelt zich sterk genoeg in een debat de normen en waarden te verdedigen die het CDA zo graag door heel de gemeenschap ziet overgenomen. Al die mopperende Limburgse kroegbazen die hun boterham in het rookverbod zien opgaan, al suffe blowers die individuele vrijplaatsen zien verdwijnen, zelfs al die critici binnen het CDA die hun partij te weinig zien schitteren in de media, kunnen rekenen op een stevig debat onder leiding van een boze Balkenende.

Zijn gezinsleven, hoeksteen van een goed functionerende MP, ligt aardig aan grabbels. Want hij heeft het vreselijk druk, achter de schermen. Of we daar eens een beetje rekening mee willen houden?

Voor wie zich afvraagt met welke legitimiteit Balkenende zo hoog uit het van de torentje blaast, even een geheugenopfrisser.

Vanaf 1945 hebben 27 kabinetten dit land bestuurd. Van christelijke huize hebben 22 informateurs en 26 formateurs 10 minister-presidenten in het zadel geholpen en nam men deel aan 25 kabinetten.

Men zwalkte 13 keer aan de rechterkant van het politieke spectrum, 6 keer avontuurde men ter linkerzijde en ook 6 keer hield men meer het midden.

Slecht 2 keer stond het CDA buitenspel, maar ook mocht men het slechts 2 keer geheel op eigen kracht doen (zie hier een overzichtje, xls-document, met dank aan Wikipedia).

Dat het CDA een voorkeur heeft voor samenwerking met de liberalen is opvallend, omdat bij 6 van de 13 kabibetscrissen de liberalen de trigger waren. Twee keer kwam de val uit eigen hoek en 3 keer waren sociaaldemocraten de oorzaak.

De arrogantie van de CDA-macht is historisch verantwoord. Altijd te klein om het alleen voor het zeggen te hebben, maar groot genoeg om altijd de baas te spelen. Met dank aan de kiezers, die dat ook mogelijk hebben gemaakt. En natuurlijk dank aan de verdeeldheid onder alle overige partijen.

Met zo'n geschiedenis en god aan je zijde, is het begrijpelijk dat men andersdenkenden als klagers afschildert.

Op het CDA-congres hield Balkenende zijn
gehoor voor (pdf'je) dat het nu op aanpakken aankomt. De tijd van aanmodderen is voorbij, de spades moeten de grond in!
Daar is men al druk mee bezig. In een reactie op een
Sargasso-artikel over één van de CDA-doelen, presenteerde Perik al een leuke lijst met wapenfeiten:
De ID-plicht (Donner), de registratie van medische gegevens (Klink), de abortuscoaching (Rouvoet), het rookverbod in private bijeenkomsten (Klink), komend verbod op gereguleerd cannabis-gebruik (Van Geel), religie in het openbare onderwijs (Van der Hoeven en Marcouch), internetbewaarplicht (Hirsch Ballin), de cartoonistenrel (Hirsch Ballin), de overheid als opvoeder (Rouvoet), de sexregels (vandaag weer, Rouvoet), De regeling ‘Ruimte voor De Lange Tenen Gods’ (voorstel art 137c, Hirsch Ballin) en tot slot de stelling dat een religieuze overtuiging zwaarder telt dan een niet religieuze overtuiging en dus wettelijk beter beschermd moet worden (opnieuw, art 137c, Hirsch Ballin).

Waarom is het CDA toch zo boos op ons?

Malaise in de polder

Hygiënecode

Bakker: “Mijn bank zegt er ook een te hebben, maar dat blijkt een broodje aap verhaal”.

gedragscode LTO

Boer: “Ja, dat hebben we overgenomen van de banken. Wel zuur, dat we de beloning die de banken krijgen bij het verstoren van een nest, niet in de code hebben kunnen opnemen”.

Godsgeloof verlicht pijn

Kerkganger: “Ik kan de banken aanraden eens bij meneer pastoor te biecht te gaan”.

Campagne tegen valongelukken

Verpleegster: “Kijk, valt er een bank, dan wordt die met wel meer geld overeind geholpen. De zorg duur? Ligt er maar aan over welke zorg je het hebt”.