Verplichte keuzes zouden kosteloos moeten zijn

Pinpassen

De pinpas dreigt te verdwijnen en de kosten voor betaalverkeer gaan voor de consument duurder worden. Een onbedoeld(?) neveneffect van de SEPA-regeling: in plaats van elk land haar eigen banksysteem, 1 europees systeem.

Single European Payment Area is een van de resultaten van de o zo innige europese samenwerking. Het is nu al weer 4 maanden van kracht en moet internationaal bankieren makkelijker maken. Met 1 bankrekening en bijbehorende bankpas moet elke europeaan in elk land zaken kunnen doen.
Het zou ook tot lagere administratieve lasten moeten leiden, wat in het voordeel van de consument is.

In 2010 moeten alle banken europese betaalsystemen aanbieden.
De nederlandse producent van de pinpas, Currence, is echter bang slachtoffer te worden van keuzes die de banken zullen maken. Die zullen waarschijnlijk massaal overgaan op de concurrentie van Currence. De systemen van creditcardmaatschappijen als V-pay en Maestro werken namelijk al in heel Europa.
Ze zijn wel duurder. Currence rekent nu nog 5 cent per pinopdracht, de andere twee rekenen een percentage van het aankoopbedrag.
De detailhandel heeft voorgesteld om pintransacties tot 10 euro gratis te maken. Dat zou het pinnen nog aantrekkelijker maken. Maar als banken de pinpas niet meer toestaan, is ook dat voordeeltje dus weg.

De consument zelf bepaalt niet welk systeem wordt toegepast, de banken maken die keuze. En daar is op zich niks mis mee. De banken menen dat de andere systemen veel makkelijker voor ze zijn. Maar waarom moet het dan drie keer duurder worden voor de consument?
Die wordt verplicht een creditcard aan te schaffen en de zo geroemde keuzevrijheid van de klant wordt beperkt tot twee aanbieders.

Waar is eurocommissaris Neelie Kroes? Want dit riekt toch naar monopolisering.
Als ik op de stoel van mevrouw Kroes zou zitten, dan zou ik de banken en de twee creditcardaanbieders verplichten deze opgelegde keuze kosteloos te maken.
Geen keuzevrijheid? Dan ook geen kosten.

Foutloos boeven vangen

Rechtspraak

Schuldig de bak indraaien is geen lolletje, onschuldig brommen is een nachtmerrie. Zulke dromen moet je dus de wereld uit helpen.
In Nederland kennen we wel mogelijkheden om rechterlijke dwalingen te herstellen. Maar die mogelijkheden zijn niet goed genoeg. Althans, dat vindt een groepje mensen die vandaag in advertenties in de dagbladen pleiten voor
een revisieraad.

Je kan tot aan de Hoge Raad je onschuld bepleiten, maar alleen als je nieuwe bewijzen kan aanvoeren, die niet eerder door het OM (Openbaar Ministerie) of je advocaat zijn ingebracht. De regels voor herziening van een zaak zijn te star, menen de adverteerders. Bovendien beoordelen rechters de uitspraken van hun collega's en daarom zou een meer onafhankelijke club een zaak tegen het licht moeten houden.

Laat “slimme mensen goede onderzoekers aansturen. Bijvoorbeeld wetenschappers op technisch, medisch en economisch gebied”. Ook wat advocaten, maar “stop die raad in hemelsnaam niet vol met juristen.”
Advocate Inez Weski vindt dat er eigenlijk een oplossing moet komen voor de fouten die het OM in onderzoeken maakt. Het zou niet tot foute veroordelingen moeten kunnen komen. Dan heb je achteraf zo'n revisieraad misschien niet nodig.

Maar kunnen we wel tot een foutloze rechtsspraak komen? Dat lijkt onmogelijk. Wetten worden via jurisprudentie aangescherpt. Wat aantoont dat een wet vooraf niet alles kan vastleggen om tot de enige en juiste uitspraak te komen.
En met bewijsmateriaal is het oppassen geblazen. Vingerafdrukken zijn te vervalsen, net zo als identiteitsbewijzen. Dat laatste kan weer leiden tot
mismatches met dna-materiaal.
Getuigenverklaringen kunnen onderhevig zijn aan misinterpretaties, net zo goed als de misdaadonderzoekers zichzelf soms op een dwaalspoor zetten. Zelfs als die onderzoekers de hulp inroepen van een leger deskundigen, kan er twijfel over de juistheid van de bewijzen blijven bestaan.

Een onafhankelijke revisieraad lijkt een heel aardige oplossing om fouten te herstellen. Volgens de initiatiefnemers van dit voorstel functioneert zo'n systeem in Engeland heel goed. Sinds de invoering van zo'n commissie zouden er de laatste tien jaar zo'n 250 langdurig gestraften weer zijn vrijgelaten, omdat ze onterecht zijn veroordeeld.
Aan dat aantal zitten we, ook met de twee broers uit Putten, hier nog niet. Dat moet er ook niet van komen. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Maar hoe doe je dat?

Hoopvol wordt er naar het Nederlands Forensisch Instituut gekeken. Het NFI heeft tot taak aangeleverde sporen en materialen te onderzoeken en vast te stellen welke keiharde bewijzen zijn. Met betere technologie hoopt men ook steeds betere bewijslast te vergaren. Maar dan ben je er nog niet. De directeur van het NFI pleit voor meer empirisch onderzoek. Want, zo zegt hij in De Pers: “Een match met DNA of bijvoorbeeld een handschrift wil nog niet zeggen dat je de dader hebt. Er zal altijd een element van statistiek blijven. Dat moet wel geobjectiveerd worden en niet afhangen van individuele deskundigen.”

Wat ook kan is alle burgers gijzelen en hun telefoon- en internetdata bewaren, evenals een dna-databank aanleggen van heel de bevolking. Het uitpluizen van die data kost echter zoveel tijd, dat een voorarrest langer zou moeten duren. Het wachten is op een wetsvoorstel van Hirsch Ballin, waarin vastgelegd is dat ook verdachten twee jaar in voorarrest kunnen blijven, om de onderzoekers alle tijd en rust te geven met de juiste bewijzen te komen.

Dat komt er natuurlijk niet van, sterker nog, die bewijzen moeten sneller op tafel. Het NFI heeft zich tot doel gesteld nog sneller te gaan werken.
Ook al zijn verdachten en slachtoffers bij een snelle afwikkeling gebaat, laten ze boel alsjeblieft niet overhaasten. Haastige spoed is zelden goed en vergroot de kans op fouten.

Dan de misdaad maar de wereld uit helpen? De geschiedenis leert dat misdaad van alle tijden, alle culturen en alle rechtssystemen is. Blijft dus over een poging te doen de hele rechtsgang te verbeteren.
Een aardig element van de voorgestelde revisieraad is daarin mensen van buiten het justitiële apparaat in te zetten. Dat kan ook op andere momenten in de rechtsgang. Bijvoorbeeld een jury die de rechter op de vingers kijkt.
De tijd is daar nu niet rijp voor, want juryrechtspraak is hier alleen nog een
populistisch middeltje om onderbuikemoties te een plaats te geven.
In de praktijk zal het wel meevallen met dat soort emoties.
Een onderzoek wees uit dat burgers zonder kennis van de zaak geneigd waren zwaardere straffen op te leggen dan de rechters. Dat veranderde echter nadat men wel kennis van de zaak kreeg. Toen rolden er ineens straffen uit die lager lagen dan de rechterlijke uitspraak. Kortom: die juryrechtspraak zou een toegevoegde waarde kunnen hebben.

En tot slot: waarom ook niet wat “onafhankelijken” mee laten kijken aan het begin van de rechtsgang?Lastig punt, omdat het idee wel gangbaar is dat in het begin van een onderzoek niet teveel naar buiten moet komen om de dader geen kans te geven er voordeel mee te doen.
Maar een buitenstaander die ongehinderd kan vragen of bepaalde conclusies of ontwikkelingen in een onderzoek wel logisch zijn, kan de onderzoekers scherp houden.

Tenzij onderzoekteams altijd worden samengesteld uit dromers, critici en realisten (in NLP-kringen bekend als het Disney-model en bedoeld voor andere doeleinden dan criminaliteitsonderzoek). Geen types die makkelijk met elkaar samenwerken, maar neem je ze alle drie serieus dan worden de “feiten” in ieder geval door verschillende focussen bekeken. De kans wordt kleiner dat er iets over het hoofd wordt gezien. Wat dat “iets” ook moge zijn: een procedure, een vergeten spoortje, een mogelijk andere verdachte of een onbedoeld foutje.

De keuze is: laten we het huidige systeem in tact, ook al zit er soms een onschuldige achter tralies en loopt een schuldige wegens een procedurefoutje vrij?
Of laten we het zo, maar is een revisieraad een prima middel fouten te herstellen?
Of moet de rechtsgang van begin tot eind op de schop?

Losse flodders

Kranten

De Volkskrant kopt “Prijs spaarlamp moet omlaag”. Da's een van de ideeën om de consument aan het energiezuinige peertje te krijgen. Maar dat is dwang met zachte hand.
Waarom die spaarlamp niet net zo op de markt gebracht als ooit de cd ons door de strot werd geduwd? Van de een op de andere dag kon je ineens geen platen meer kopen.
Ja maar, zullen sommigen zeggen, niet alle lampen zijn geschikt voor de spaarlamp.
Nou en? Mijn platenspeler was destijds ook niet geschikt voor de cd.

Trouw juicht ook over het complete DNA van een vrouw dat nu van een vrouw is vastgesteld. Het christelijke dagblad vertelt verder niet of het DNA van klei, van de man en nu dan van de vrouw sterke overeenkomsten hebben. In dat geval zou het kunnen kloppen dat Adam uit klei is gemaakt en Eva uit de rib van Adam is gekweekt.
Zijn de verschillen echter onoverbrugbaar groot, dan zullen er toch een paar boeken en visies herschreven moeten worden.

Het Parool meldt dat Pechtold een databank van arme sloebers heeft geopend. Nee, da's geen privacy-schendend bestandje van huidige a-socialen, bedelaars en keuterboertjes. Het Gevangenismuseum in Veenhuizen heeft 74.000 namen van ongelukkigen die ooit in de Drentse bewaargestichten zaten, nu online gezet.
Oude data, dat wel. Maar zou een hedendaagse geslaagde burger het fijn vinden als zijn roots nu online terug te voeren zijn op een arme sloeber die lang geleden naar de dwangkoloniën is gestuurd?
Hoort je familieverleden eigenlijk wel tot je privacy?

De Amerikanen zijn op de noordpool van Mars geland. In het NRC valt te lezen dat niet zijzelf maar een nieuwe Marslander voet op verre bodem heeft gezet. En natuurlijk alweer om te kijken of er ooit leven was en ooit leven mogelijk zal zijn.
Zonde van al dat geld? Ik heb niks tegen Amerikanen in het algemeen, maar stel je toch eens voor dat bepaalde Amerikanen hun heil op Mars konden zoeken. Zou de wereld er niet een stuk beter uitzien?

Maar daar gaan we niet over piekeren.

Doe je dat toch, dan is er hoop. Extreem gepieker, meldt het AD, is goed te verhelpen met twee therapietjes, die allebei evengoed werken.
Ik had geen tijd dat artikel verder te lezen, maar therapie 1 zal wel hier wel op neerkomen:
Piekeraar: “Nee, ik weet echt niet of het ooit beter komt. Ik zie toch echt grote problemen. Niks deugt tegenwoordig nog. Ik bedoel, nou schrijf ik het wel op mijn internetblogje, maar ik kom er niet van af”.
Therapeut: “Oh? Ik zou maar oppassen als ik jou was, want als Balkenende twee jaar dat blogje van je bijhoudt, loop je wel de kans later opgepakt te worden als landverrader.”
En de tweede therapie zal ongeveer zo gaan:
Tobber: “Man, ik loop zo te piekeren….”
Therapeut: “Joh, vergeet het…..”

Paal en perk

Verkeerspaaltje

Veiligheid kent zo zijn grenzen. Neem nu de verkeerspaaltjes waarmee woonwijken, straten of pleinen worden afgesloten. Bedoeld om gebieden autoluw te maken en de veiligheid van voetgangers of spelende kinderen te vergroten.
Maar die paaltjes veroorzaken ook weer heel wat onveiligheid. De aanrijdtijden voor brandweer en ambulances worden er een stuk groter door. De hulpverleners hebben tegenwoordig steeds grotere sleutelbossen op zak, waar ze net die ene sleutel voor dat ene paaltje uit moeten vissen.

André Lemmen, directeur van de RAV (Regionale Ambulance Voorziening) in Limburg-Noord is het zat. Hij gaat al die sleutels weigeren. In het plaatsje Reuver is de zoveelste wijk afgezet met paaltjes. De sleutel is nog niet bij André Lemmen ingeleverd, maar “ik accepteer die sleutel ook niet. Ze zorgen er in Reuver maar voor dat we vrije toegang hebben tot aan de deur van de patiënt. Je kunt zieke mensen toch niet laten wachten op ambulancepersoneel dat buiten bij zo'n paal staat te sleutelen.” (zie artikel in De Gelderlander)

De verantwoordelijke woningbouwcorporatie houdt voet bij stuk. Het was tenslotte een bewuste keuze
het gebied autoluw te maken. Als een ambulance dan eens een keertje door een plantsoen moet ploegen om zo'n paaltje te omzeilen, heeft men daar geen moeite mee.

Ondertussen heeft de ambulance-directeur veel meer moeite met alle paaltjes: “Als ik al die sleutels daadwerkelijk zou accepteren, zouden we 21 ambulances hebben met tientallen verschillende sleutels aan boord. Eer onze medewerkers dan het juiste pasje of sleuteltje hebben gevonden, kan er van alles gebeurd zijn.”

Hij gaat dus paal en perk stellen. De sleutels weigeren. Een daad stellen. Je kan wel jarenlang in allerlei commissies en vergaderingen wijzen op de onveilige aspecten van veiligheidsmaatregelen, maar als er niets aan wordt gedaan, komt onherroepelijk het paaltje dat de emmer doet overlopen.

Of zijn actie succes zal hebben is sterk de vraag. Gemeenten zullen niet omwille van één dwarsliggende ambulancebroeder een heel verkeersbeleid omgooien. Bovendien, die paaltjes hebben heel wat gekost dus nu nog meer kosten maken door ze weer te verwijderen, zal op budgettaire bezwaren stuiten.

De burgers zullen wel begrip hebben voor de directeur, maar voorlopig wel voor hun rustige, kindvriendelijke en autoluwe straten kiezen. Het vakbekwame ambulancepersoneel zal heus wel snel de juiste sleutel vinden.

De directeur zal wellicht op het matje worden geroepen en er aan herinnerd worden dat juist hij de onveiligheid vergroot als hij zijn personeel zonder sleutels de weg op stuurt.

En daarmee is André Lemmen de eerste genomineerde voor de Donkey Shocking Award 2008.
Hij bedoelt het goed. En dat niet alleen, hij zet zijn goede bedoelingen om in een ferme daad.
Maar zijn actie zal smoren in onwil van overheden en burgers om eens goed na te denken over de consequenties van bepaald beleid.

Redaktioneel:
De Donkey Shocking Award 2007 was vooral bedoeld voor landelijk bekende personen of organisaties. Voor de editie 2008 gaan we deze keer op zoek naar “de gewone mens”. Mensen die in hun dagelijkse doen de strijd aangaan tegen hinderlijke aspecten van beleid en maatregelen.

Ook jij kan mensen nomineren voor de Donkey Shocking Award 2008. Je nominatie moet natuurlijk wel goed gemotiveerd zijn met een begeleidend artikeltje.
Inzenden naar postmaster@peterspagina.nl

Eenmaal werkt een ieder

Eenmaal werkt iederEn wij klagen niet / eenmaal werkt ieder!

Soms vraag je je af of sommige politici wel van deze tijd zijn.
Balkenende meent dat
het volk mort en mevrouw Hamer komt met een plan voor werk en werkgelegenheid.
Alsof het de 30'er jaren is, waar het werkloos volk zucht en steunt en een sociaal plan ons uit de misère moet halen.

Als je in de 30'er jaren al een stuiver over had, ging je naar de film en kwam je weer opgevrolijkt de bioscoop uit als je bijvoorbeeld “Der Blonde Traum” (1932) had gezien. Een film waarin twee armoedige glazenwassers er van dromen een welgestelde blondine aan de haak te slaan. Opbeurende boodschap: waar een wil is, is een weg.

That's the spirit! En zo wil Balkenende het ook. En mevrouw Hamer meent even vrolijk iedereen aan het werk te kunnen krijgen. Arbeid adelt immers?
Hamer wil met één regeling alle bestaande regelingen vervangen, om mensen aan het werk te “helpen”. Er zou nu een wirwar aan re-integratie projecten zijn, te veel verschil tussen de ene en de andere werkloze gemaakt worden en de werkgevers hebben het er maar moeilijk mee. Het moet allemaal makkelijker kunnen en daardoor ook beter betaalbaar.
Slaat zij hier de spijker op de kop? Absoluut niet. Mevrouw Hamer slaat de plank volledig mis.

1. De werkloosheid is nog nooit zo laag geweest. Er is dus zeker geen sprake van een gigantische crisis. Of de boel dus een dure reorganisatie moet ondergaan, is nog maar de vraag.

2. In 2003 zaten er ruim 170.000 mensen in één van de vier re-integratie regelingen.
In 2007 meldde het CBS dat ruim 80 procent van de instromers in die regelingen er binnen een half jaar ook weer uit waren.
In combinatie met een strenger regime bij de sociale diensten, blijken die re-integratie projecten dus redelijk succesvol.

De overheid en werkgevers zijn wel slordig omgegaan met sommige regelingen, zoals de ID-banen.
Uitermate wrang voorbeeld: op mijn werk zijn 3 ID-collega's die vier jaar lang gesubsidieerd aan het lijntje zijn gehouden. Geen vaste aanstelling na een jaar en in 2009 vliegen ze er definitief uit.
De overheid heeft verzuimd de werkgever te corrigeren als die de bedoeling van die regeling niet toepaste. De werkgever vond het wel best zo, maar vertikt het de mensen aan te nemen nu de subsidies worden stopgezet.

3. Er is geen werk voor iedereen.
Het bedrijfsleven klaagt dat de vele vacatures zo moeilijk zijn op te vullen. Nu zou je zeggen dat de huidige 326.000 werklozen morgen dus aan de slag kunnen zijn. Maar zo werkt dat niet.
De meesten zijn binnenkort aan het werk om uw rommel op te ruimen. Ze vegen de straat, ze knappen uw afgedankte meubels op bij spullenhulp of wassen de koffiekopjes af die u heeft achter gelaten op de nieuwjaarsreceptie van uw gemeente.
Allemaal werk dat ook gedaan moet worden. Er zijn echter weinig mensen die dit een glanzende carrière vinden. Dus is dit werk bestemd voor mensen die, om een complex aan redenen, niet worden aangenomen op de wijd en zijd openstaande vacatures.

4. Er is, nogmaals, geen werk voor iedereen.
Ook al is er sprake van groei, zodra die wat lager uitvalt slaan bedrijven aan het fuseren en reorganiseren en dumpen een deel van hun werknemers weer op de arbeidsmarkt.
Dat verschijnsel wordt niet aangepakt. Sterker nog: de dringende behoefte van het bedrijfsleven aan een soepeler ontslagrecht om het verschijnsel zo goedkoop mogelijk toe te kunnen passen, wordt serieus besproken.

5. Er is, tot slot, echt geen werk voor iedereen.
Een lage werkloosheid lijkt leuk. Binnen de hier geldende economische opvattingen kan een kleine arbeidsreserve echter ook tot malaise leiden. Het drijft de lonen op, de producten worden dan duurder en voor je het weet verandert een bloeiende economie in een bloedstollende crisis.

Mevrouw Hamer's PvdA is aan een pr-offensief toe. Met het voorgestelde “sociale plan” wil men het goed scorende verschil maken met het CDA en andere partijen.
Nieuw? Nee. Anders? Niet echt. Revolutionair, visionair? Absoluut niet.
Met herziene Melkertbanen, een aanscherping van het huidige kabinetsbeleid (wie niet werkt, wordt gestraft) en een handreiking naar de werkgevers (lichtere lasten) is hier eerder sprake van “goedkoop scoren”. Over de ruggen van de laatste “verworpenen der aarde”.
Da's dan geheel conform de heersende economische ethiek. Geen veranderingen van economische opvattingen, geen grondige herziening van de arbeidsmarkt en dus een onhaalbaar ideaal: nul werklozen.
Ja, zo kan ik ook aan de weg timmeren, mevrouw Hamer!

Adviseurs zonder status

AdviseurDe minister van economische zaken realiseert zich terdege dat goede raad peperduur kan zijn. Ze voelt er dan ook niks voor om de gezamenlijke adviseurs, verenigd in de Raad voor Organisatieadviesbureaus (ROA), een wettelijke status te verlenen.
De ROA wil dat haar leden dezelfde beschermende status krijgen als advocaten of registeraccountants. De minister is bang dat zulks tot hogere administratieve lasten zal leiden.

De minister is natuurlijk bang dat haar uitgaven en die van haar collega's verder zullen stijgen. Er wordt namelijk door het Rijk al aardig wat uitgegeven aan externe adviseurs, ondanks dat men zelf al wettelijk erkende en goed betaalde adviesorganen heeft. Lees “De democratie in commissie bijeen” van 16 april jl. hier er nog maar eens op na.

Het totaal aan adviseurs dat hier aan het werk is, vormt een uitstekend bewijs dat het geloof in de maakbaarheid van de samenleving nog steeds hoog in het vaandel staat.
Vorig jaar bleek uit een onderzoek van de AdviseurMakelaar, dat overheid en bedrijfsleven 10 miljard euro uitgeven aan adviesdiensten. Ruim een kwart daarvan levert echter niet de gewenste resultaten op ( zie hier “
Goede raad is weggegooid geld“, 16 augustus vorig jaar).
Kortom: de minister staat terecht op de rem.

Nu wil de ROA die status om extra te benadrukken dat de adviseurs zich aan een zelf ontworpen gedragscode houden en daarmee garanderen goed en integer werk te leveren. Dat is mooi, maar waarom zou dat tot hogere prijzen moeten leiden?
Okee, als een geleverde dienst van grote kwaliteit is, mag dat iets meer kosten dan beunhazerige knoeiwerkjes. Ook zonder een wettelijk kwaliteitskeurmerk zullen de meeste klanten bereid zijn meer te betalen voor beter werk. Goedkoop is duurkoop, luidt het immers in de volksmond.
Als “de markt” goed werkt, komen alleen de besten boven drijven en weet de klant die ook wel te vinden. Een wettelijke status voegt daar niet zoveel aan toe. Het is hooguit een pr-middeltje om klanten te lokken.

De adviseurs wel van zo'n status voorzien kan ook een voordeel hebben. De wetgever zal moeten controleren of aan de erkenning wordt voldaan. Een kwaliteit kan zijn dat de prijs binnen de perken blijft.
De minister zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat het resultaat van een advies een rendement van x-keer de prijs van het advies moet opleveren. De eerste de beste adviseur die dat niet weet te realiseren, is de wettelijke status onmiddelijk kwijt.

Met dit advies zal de minister ook niet blij zijn. Zo'n controle leidt zeker tot hogere administratieve lasten. Een paar ambtenaren moeten zo'n regeling uitdokteren en een legertje aan inspecteurs moet de adviseurs in de gaten houden.
Maar als daarmee 2,5 miljard euro wordt terug gewonnen, loont het misschien de moeite.

Zelfbeeld

La reproduction

Alles nog in orde met uw zelfbeeld? Of heeft u zich onmiddellijk ingeschreven voor een paar sessies bij de therapeut na de oorvijg die Balkenende uitdeelde?

De man vindt dat de nederlander een te negatief zelfbeeld heeft. Een nederlander heeft de neiging dingen die niet goed gaan breed uit te meten, zei hij. Waarmee hij met recht de vader des vaderlands mag worden genoemd, omdat-ie met die uitspraak een uitstekend voorbeeld gaf.

Het is niet leuk voor de man dat de dingen die hij wil, niet door iedereen met open armen worden ontvangen. Maar om nou een beetje terug te kenkeren, komt nogal kinderachtig over. Wat voor beeld moet hij eigenlijk wel van zichzelf hebben? Het jongetje dat altijd wordt gepest? Of dat van een regent die maar niet serieus genomen wordt?

Zijn geschamper op “de nederlander” lijkt de zoveelste poging het beeld van de burger te modelleren naar zijn eigen opvattingen. Balkenende is niet dom. Hij weet ook wel dat zo'n zelfbeeld maakbaar is. Reclamebureaus, modeontwerpers en (sommige) opiniepeilers zijn met niets anders bezig.

Laat ik Balkenende herinneren aan wat de schrijver de Carvalho en de historicus Kennedy in 2003 zeiden over het zelfbeeld van de nederlander en de verhouding tot regenten:

“Rentes de Carvalho heeft het gevoel dat hij beet heeft, en gaat door over het zelfbeeld van de Nederlander, waar geen jota van klopt. ‘Nederlanders houden wél van een leider, ondanks het feit dat ze democratisch en individualistisch heten te zijn. Naar mijn ervaring zijn Nederlanders helemaal geen individualisten. Kijk naar de vrijetijdsbesteding. Wat doen Nederlanders dan? Ze gaan fietsen. Met dezelfde pet en shorts, anders hoor je niet bij de groep. Ik ben er altijd een beetje bang voor als een grote groep Nederlanders een leider krijgt.’
James Kennedy bewaart zijn rust: ‘Nederlanders hebben een dubbelzinnige verhouding tot leiders, tot regenten. Ze eisen hun zegje op, maar gaan wel mee, passen zich aan. Het is niet slecht om door regenten geregeerd te worden, als ze maar een beetje fatsoenlijk zijn, en niet te veel willen”. (uit
Vrij Nederland, november 2003)

Dat laatste lijkt Balkenende nu weer te doen. Hij wil teveel: dat we kritiekloos zijn beleid aanvaarden.

Ik zou zeggen: minister president, maak je niet dik. Dat doet “de nederlander” ook niet. Uit een onderzoek in 2007 bleek dat nederlanders zichzelf steeds minder dik vinden. Daarmee hebben zij een vrij positief en realistisch zelfbeeld.

Begrijpt u dat, minister-president? “Een vrij positief en realistisch zelfbeeld”. Knoopt u dat nou eens in uw oren en ga eens aan het werk. Of doe de zelfbeeld-test eens. Kunt u zien of u nou een beetje spoort met het gemiddelde.

Tot slot: ik hoop dat ik met dit wat knorrige stukje, geheel aan uw beelvorming tegemoet ben gekomen.

Fonds voor het politiek theater

VerkeersregelaarEr zijn 443 regisseurs in Nederland. Allemaal aan het werk om prachtige toneelstukken. films en soms wat cabaret tot goed lopende voorstellingen te maken. Het geld voor de produkties wordt geleverd door het Fonds voor PolitiekTheater, gevestigd in Den Haag.

De gemeente als regisseur. Laatste mededeling van het Fonds: de gemeenten krijgen de regie over onze veiligheid.
Het aantal regisseurs is de laatste jaren sterk afgenomen. In veertig jaar tijd zijn er door fusies
500 minder lokale besturen. De komende jaren zal het aantal nog verder zakken tot zo'n 400 gemeenten.
Het idee hier achter is:
decentralisatie. Het rijk wil de gemeenten meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheden geven, maar vele kleintjes hebben niet genoeg slagkracht om hun maatschappelijke taken efficiënt uit te voeren. Daarom zijn vele dorpjes tot één grotere gemeente omgevormd.

Decentralisatie heet nu “de regie voeren”. De regisseur is dus wel wat groter en dikker geworden, maar het aantal produkties waar hij de verantwoordelijkheid voor heeft gekeregen is behoorlijk toegenomen. De WMO, de GGZ, jeugdbeleid, onderwijsachterstanden, werk en inkomen, ja zelfs de taxibranche wordt door burgemeester, wethouders en gemeenteraden geregisseerd.

Leidt dat tot fantastische meesterwerken?
Het is nog te vroeg om daar een weloverwogen oordeel over te vormen. In ieder geval weten de lokale regisseurs wel dat ze het niet hun hoofd moeten halen roem te vergaren met mega-producties.
Het centrale Fonds heeft de stukken geschreven en het budget bepaald. Het Fonds aarzelt ook niet om de gemeenten te souffleren. Daarmee is de creatieve vrijheid al aardig afgebakend. Het Fonds regeert, de gemeenten hebben slechts een rol als regisseur.
Dit magnum opus staat beter bekend als “Divida et impera”.

En het maakt niet uit om welk theaterstuk het gaat, bij elke produktie geldt: met minder mensen meer werk verrichten. Dat heet een “uitdaging” te zijn voor de regisseur.
Af en toe komt het Fonds met extra geld voor speciale projecten. De regisseurs doen dan hun stinkende best dat geld binnen te halen. De plaatselijke acteurs ruiken ook hun kansen en verzinnen tal van nieuwe typetjes en rollen.

Zo zie je dus gerenommeerde acteurs verdwijnen en plaats maken voor aanstormend talent. Waar gevestigde thuiszorgspelers inkrimpen of verdwijnen, zie je een aanwas van nieuwe burootjes die hun rolletje opeisen.
Sommige oudere acteurs gooien de kont tegen de krib, maar dan treedt het centrale Fonds ongenadig op. Woningcorporaties die niet mee willen werken aan hetgeen is voorgeschreven, kunnen rekenen op vermindering van hun inkomen.

Vandaag mag het centrale Fonds voor het Politieke Theater verantwoording afleggen. Bij het publiek staat deze dag bekend als 'gehaktdag“.
Daarna is het woord aan de resencenten. Ik ben benieuwd of zij al succesvolle lokale theaterstukken hebben gezien.
Veel eerder valt te verwachten dat ook die resencenten hun rol slechts beperkt spelen. Ze zijn evenzeer onderdeel van dat politieke theater en uit lijfsbehoud zullen ze het Fonds niet tot spaanders hakken. En gaan over tot de orde van de dag.

Kinderen beetje dom op internet

Aap noot miesOngeduldig, slecht met zoeken en nauwelijks lezen wat ze bij elkaar googlen. Zo gaan kinderen om met het internet . De stichting Mijn Kind Online heeft blijkbaar bijgehouden wat bezorgde ouders zoal ontdekt hebben toen ze hun kids bespioneerden bij hun pc-activiteiten.

Te vrezen valt dat als de hedendaagse jeugd in de toekomst het voor het zeggen krijgt, de wereld nog louter uit beroerd plak- en knipwerk bestaat. De zo keurige, in vakjes verdeelde wereld van het Aap-noot-mies zal nog slechts een hersenschim zijn.
Want zo ziet tegenwoordig een opstelletje over de vaderlandse geschiedenis er uit:

Toen in februari 1953 de Duitsers ons land bevrijdden wilde de Lamme Koning het land uitvluchten. Maar ze kregen hem te pakken in de Nieuwe Kerk in Delft, alwaar hij werd neergeschoten. Ze legden hem naast de andere duitsers die daar begraven lagen.
De bevrijding betekende niet veel goeds voor Nederland. Er braken zeven plagen uit. Eerst werd ons land overspoeld onder de
polio, later door files.
Hansje Brinker die met 1 vinger de files wilde tegenhouden, werd verpletterd door Jan van Schaffelaar die op een toren op de uitkijk stond.
En net toen het land er een beetje bovenop kwam, werd het getroffen door het
calvinisme, de opstand der haatzaaiers en volksmisleiding.
Na de zeven magere jaren landden
de Vikingen aan de kust om ons land te redden. Ze voerden tal van nieuwe producten in zoals de filtersigaretten, de cola en de burger king.
Dankzij deze dingen
bloeide de economie op en mede door de invoering van het internet zijn we nu altijd veilig.

Ongeduldig, slecht met zoeken en nauwelijks lezen wat ze bij elkaar googlen. Zo gaan kinderen om met het internet. Waar zouden ze dat nou geleerd hebben?

Een grote daad: een kleinere raad!

GemeenteraadKijk, een goed bestuur laat het secretariaat de zaken op orde houden. Dus mocht staatssecretaris van Binnenlandse zaken, mevrouw Bijleveld, aankondigen dat vanaf 2010 de gemeenten het met 10 procent minder raadsleden moeten doen.

Hoewel in het regeerakkoord er eerst geen sprake was van deze maatregel, veranderde dat snel. Er was namelijk ook nog een doelstelling om de kosten van het democratisch bestuur flink in te perken. Het kabinet dacht natuurlijk: waarom zou dat alleen voor de de centrale overheid moeten gelden?

De lokale overheden moeten dus meedoen.
Nou is het een heel schappelijke regeling die de staatssecretaris bekend maakte. De vorige minister van BZ, de heer Remkes, was voornemens
1500 raadsleden weg te bezuinigen. Het huidige kabinet gaat niet meer dan zo'n 1000 lokale vertegenwoordigers de laan uit sturen.
Of ze dan ook
wachtgeld krijgen is nog de vraag. Diezelfde heer Remkes vond wachtgeld voor raadsleden onzin. Gemeenteraadslid zijn is maar een bijbaantje. Daar geef je geen wachtgeld voor.

Die bezuiniging lijkt redelijk. Waarom zouden de ruim 16 miljoen burgers in de 2e kamer door slechts 150 politici vertegenwoordigd moeten worden, terwijl de gemeenteraden door ongeveer 10.000 vertegenwoordigers worden gevuld?
Het parlement vertegenwoordigt het volk in een verhouding van 1:109455. In een kleine gemeente (3000 inwoners, 9 raadsleden) is die verhouding 1:333 en een grote gemeente (200.000 inwoners, 45 raadsleden) kent een volksvertegenwoordiging van 1:444.
Da's helemaal uit verhouding, als je meerekent dat 2e kamerleden over de grote zaken gaan en gemeenteraadsleden de kleinere dingetjes voor hun rekening nemen.

Ik weet niet hoe het in uw gemeente er aan toe gaat, maar er is wel een kans dat het na 2010 een zootje wordt.
Gemeenteraadsleden hebben het nu al
zo moeilijk. Men klaagt over de hoge werkdruk en de lage beloning. Dat was de laatste twee jaar voor 76 raadsleden uit grote gemeenten reden om er mee te kappen.
Dus kun je nagaan hoe dat na 2010 zal lopen. Menig dorp wordt onder invloed van tranquilizers of pepmiddeltjes vertegenwoordigd.

Zo gaat de lol er af. Waarmee de kloof tussen de landelijke politiek en de lokale burger weer groter wordt.
Niet alleen worden de burgers door minder mensen vertegenwoordigt, het is ook niet meer aantrekkelijk om een bevlogen politieke carrière te ambiëren. Voor velen begint die in het plaatselijke bestuur. Daar zijn straks dus minder vacatures voor een toch al niet zo best betaalt baantje.

De centrale overheid gaat de lokale overheden verder inkrimpen. Er moeten ook minder wethouders komen en de provincies moeten ook statenleden inleveren.
Met in gedachten het gegeven dat het rijk de lokale overheden aansturen via de beschikbare geldstromen en allerlei afspraken, convenanten en desnoods dreigen met kortingen als een dorp niet in de koers van het kabinet wenst mee te varen, dan kun je je afvragen of het hier om een reële bezuiniging gaat.
Of wil het kabinet de plaatselijke politiek inperken om het centrale gezag te versterken?