Het museum en de resten van de mens

Het museum en de resten van de mens

(lees ook mijn gastlog op GeenCommentaar, die een andere kant van dit onderwerp aan de orde stelt)
De Universele verklaring van de rechten van de mens zou een museumstuk moeten zijn. Helaas is het nog niet zover. Maar mocht het ooit zover komen, dan zijn de musea inmiddels hopelijk een toonbeeld van rechtsschapen instituten.

Een beginnetje is gemaakt door het hoofd van een Ghanese koning terug te sturen naar zijn geboorteland, zodat die fatsoenlijk en naar Ghanese normen kan worden begraven. Een en ander is het gevolg van langlopende discussie over hoe erfgoedinstellingen dienen om te gaan met menselijke resten en materiaal met een religieuze betekenis. Het tentoonstellen en bewaren van gevoelig materiaal, noemt men dat.

De gevoeligheid voor de resten van de mens in musea is de laatste jaren toegenomen. Enerzijds omdat voormalige koloniën hun voorouders beginnen op te eisen, anderzijds omdat sommige musea steeds meer prijsgaven van hun dode schatten.

In 1998 liet de Kunsthal Rotterdam, met de expositie Botje bij botje“, zien wat er aan veenlijken, scalpen en menselijke resten op sterk water in de Nederlandse collecties voorkomen. De Kunsthal startte met een symposium de discussie over de zinnigheid van het bewaren en tentoonstellen van zulk materiaal.
In 2007 was er enige ophef over de reizende expositie “Bodies“, hier te zien in de Beurs van Berlage. Een deel van het publiek vond het exposeren van geplastificeerde Chinese lijken te ver gaan en van weinig respect voor overledenen getuigen. De exposanten werden beschuldigd van sensatiezucht.
Ook in 2007 reageerden sommige bezoekers geschokt bij het zien van een uitgepakte mummie. Het
Rijksmuseum van Oudheden in Leiden liet een goed geconserveerd jongetje zien, afkomstig uit een Egyptische sarcofaag.

Nu trekken musea die de menselijke geschiedenis willen vertonen, nauwelijks bezoekers met saaie prenten en foto's. Hoe realistischer, hoe beter. En laten we eerlijk zijn: willen we niet allemaal een foetus met drie neuzen, of een indiaan van 600 jaar oud van dichtbij zien? En wat maakt het uit dat er doden uit ons en andermans verre verleden in een museum liggen?

Het Teylinger Museum in Haarlem houdt maandag 23 maart de discussie levend met een symposium. Overigens in het kader van een tentoonstelling die wellicht ook wat discussie losmaakt. De musea hebben zichzelf een ethische code (pdf!) opgelegd, waarin in vrij algemene bewoordingen respectvol omgaan met menselijke resten is geregeld. Ook zijn er, vrij vage, richtlijnen over wat te doen als nazaten de resten opeisen. Dat gebeurt vaker, evenals het opeisen van kunstschatten die door archeologen uit diverse landen zijn weggeroofd.

Op de website museumethiek.nl worden vier cases tegen het licht van die ethische code gehouden en kun je zelf meedoen aan een discussie hierover.
Interessant in verband met het terugsturen van het Ghanese hoofd, is de vierde case. Dat houdt verband met artikel 4 uit de ethische code: “art. 4.4 Verwijdering uit een openbare tentoonstelling
Verzoeken tot verwijdering van menselijke resten of objecten met een religieuze betekenis uit een openbare tentoonstelling, komende uit de betrokken gemeenschappen, worden met respect en gevoel behandeld. Voor verzoeken tot teruggave geldt hetzelfde. Voor de behandeling van dergelijke verzoeken worden heldere richtlijnen opgesteld”.

Wie deze case leest, ziet dat niet alleen voormalige koloniën hun dierbaren opeisen. Ook in eigen land speelt een zaak, waarin een Urker comité een aantal voorvaderen overgebracht wenst te hebben naar de Urker begraafplaats.
In het Utrechts Universiteitsmuseum liggen een paar Urker schedels, die in de 19e eeuw voor rassenonderzoek van de Urker begraafplaats zijn gehaald. Zonder toestemming. Het comité stelt dat de geloofsprincipes van hun voorouders hiermee danig zijn geschonden, want die gingen ten grave, in de verwachting van de wederopstanding. Dat wordt een beetje lastig zonder hoofd.

De Universiteit wil de schedels niet teruggeven. De Ethische Commissie van de Museumvereniging mag zich nu over de kwestie buigen. Beide partijen hebben verklaard zich bij een uitspraak van die commissie neer te zullen leggen.

Hopelijk kan de Museumvereniging-commissie zich onpartijdig genoeg opstellen. Voor het geval men daar wat moeite mee heeft: lees de case van de Urker schedels en vel zelf uw oordeel. Moeten de hoofden terug, net als het hoofd van de Ghanese koning?

Moeten eigenlijk alle stoffelijke resten naar de begraafplaatsen van oorden van herkomst? De mummies terug naar Egypte, de veenlijken terug naar Drenthe? Of vind je dat juist je opa zo'n bijzonder exemplaar is, dat hij na overlijden een plaatsje in het Rijksmuseum verdient?

De wereld op zijn kop

De wereld op zijn kop

De wereld is al lang niet meer wat hij eigenlijk is: een grote klomp aarde die ons draagt. Nee, wij zijn de aarde gaan dragen. Door van de wereld een verhaal te maken, hebben we de klomp op onze schouders genomen en draagt ieder zijn eigen werkelijkheid met zich mee.

Het is vandaag Wereld Verteldag. Alsof er al niet genoeg praatjes de wereld rond gaan. Eigenlijk is het elke dag wereld verteldag. Niet alleen houden mythen, sagen, borrelpraat, moppentapperij, bakerpraatjes en broodje-aap verhalen hardnekkig stand, nee, dagelijks voegen we ons geleuter daar aan toe. Ik doe op dit weblog ook niet anders.
Initiatieven als de Wereld Verteldag en de Stichting Vertelcultuur, die deze maand haar eenjarig bestaan viert, willen wel duidelijk maken dat er verschil is tussen geleuter en verhalen vertellen. Een goed verhaal schudt je niet uit je mouw, laat staan dat je die zo verteld dat iedereen ademloos aan je lippen hangt.

Neem bijvoorbeeld de oudste Nederlandse mop, die het Meertens Instituut speciaal voor de Wereld Verteldag heeft bekend gemaakt. Een flauw verhaaltje over een schele heilige, nauwelijks het lachen waard. Is het nu nodig om een databank van zulke volksverhalen, mythen en sagen in stand te houden?
Nee, want verhalen komen en gaan. Velen zijn vergeten of hebben geen betekenis meer als drager van actuele of morele boodschappen.
Ja, want van verhalen waar nog wel enige betekenis aan wordt gehecht, kan zo worden nagegaan waar het vandaan komt. En je zult zien dat alle verhalen ooit compleet uit de duim zijn gezogen of een verzonnen versiering van feitelijkheden zijn.

De meeste sterke verhalen overleven de geschiedenis niet. Wie ze nog wil achterhalen kan terecht bij het DOC Volksverhaal, het Documentatie- en OnderzoeksCentrum voor volksvertellingen.
Wie zich in het allersterkste verhaal ter wereld wil verdiepen moet langs bij de pastoor, dominee of imam. Nu zullen deze vertellers je niet uitleggen dat hun verhaal ooit begon met schitterende anekdotes over een scala aan goden en scheppingsverhalen. Ze zullen ook niet wijzen op de wonderlijke metamorfose die dat verhaal heeft ondergaan.

Een eigenschap van verhalen is dat ze in de loop der tijd veranderen. Een bekend proces. Je vertelt vandaag je verhaal, de luisteraar vertelt het vanavond in de kroeg en morgen al kan je verhaal onherkenbaar in het blaadje van je buurtvereniging staan.
Dat het verhaal over al die goden getransformeerd is naar dat ene verhaal over die ene god, is een heel sterk verhaal op zich. Vertellingen over
het schijnwerkelijke gehalte van die boodschap, hebben het moeten afleggen tegen dat verhaal.
Dat verhaal is voor miljoenen mensen werkelijkheid geworden. Het heeft geen enkele zin met argumenten het verhaal te weerleggen.

Wie het verhaal de wereld uit wil helpen, zal ook moeten vertellen. Neem het verhaal over en voeg er vertelsels aan toe: anekdotes, ombuigingen die te gek voor woorden zijn, overdrijvingen, metaforen, andere woorden en taalconstructies. Kortom, maak gebruik van alle elementen die van een verhaal een geschiedenis maken. Wie weet kan dat ene sterke verhaal dan ooit eens worden bijgezet in een archief onder het kopje: oudste mop ter wereld.

“In Beijing hielp Doc heel de aarde. De aarde was roest en leem en Puister zag overal gloed en het feest van Doc beefde over het water…..”

De krisis van hun, de oplossing van ons?

De krisis van hun, de oplossing van ons? De krisis is van hun, de oplossing is van ons. Met die leus legden 2,5 miljoen mensen in Frankrijk het werk neer om te protesteren tegen het krisisbeleid van hun regering. Volgens de politie waren het er maar 1 miljoen. Neem je het gemiddelde dan gaat het nog om 1,75 miljoen deelnemers.

Dat is zo'n 3 procent van de totale franse bevolking en 6 procent van de franse beroepsbevolking. Dat zijn kleine percentages maar aantallen die je in Nederland niet gauw op straat krijgt.
Ter vergelijk: in 2004 ging slecht 1 procent van het ganse volk, of 3 procent van het werkend deel der natie de straat op tegen het beleid van Balkenende II. De allergrootste demonstratie in Nederland (3 procent van de bevolking) ging niet over werk en krisis, maar over de plaatsing van kernwapens. In 1983 trok dat 550 duizend mensen.

In eerdere artikelen op dit weblog schreef ik dat de arbeidsonrust onder de kabinetten Balkenende een licht stijgende trend vertoont. Toch moet Jan-Peter nog 5 premiers boven zich dulden, als het gaat om het aantal stakingen sinds 1945 (zie “Arbeidsonrust” van 7 juni vorig jaar).
Het CBS meldde vorig jaar dat er minder arbeidstijd verloren is gegaan aan stakingen. Maar behalve stakingen, werden er ook tal van ander acties gehouden. (demonstraties, petities, handtekeningacties, werkonderbrekingen, etc.).
Het aantal deelnemers van al die arbeidsonrust was bij elkaar zo groot, dat Balkenende zijn voorgangers flink heeft overtroffen (zie “
Makkers staakt… uw wild geraas“van 8 juni 2008).
Zal het Franse voorbeeld europese navolging krijgen en ook Nederland een eigen oplossing van de krisis opeisen?

Voor een compleet kabinetsbeleid gingen Balkenende en companen eerst nog 100 dagen het land in om ons aan te horen. Dat blijft nu achterwege, dus het zou logisch zijn als hier massaal om overleg met de bevolking zou worden gevraagd. Als hier, net als in Frankrijk, 6 procent van de beroepsbevolking zich gaat roeren, dan scoort Balkenende daarmee de op een na grootse actie in onze geschiedenis en da's best iets om trots op te zijn, toch?

Het zal er niet van komen. Financiële goeroes als Nout Wellink van De Nederlandse Bank en Ben Bernanke van de Amerikaanse Federale Reserve laten geluiden horen dat het allemaal wel meevalt.
Wellink verklaart dat de werkloosheid wel op zal lopen, maar dat onze welvaart nog op aardig peil zal blijven. En Bernanke ziet al eerste tekenen van herstel.
Hij voegt daar wel aan toe dat er niet teveel kritiek op de overheidsplannen moet zijn, anders schiet het niet op.

Nou, die eigenzinnige Fransen doen maar. Wij blijven wel rustig thuis en wachten in alle vertrouwen op de wijsheid van onze regering.

Je baas en je leefstijl

Je baas en je leefstijl

Bemoeit je baas zich al met je leefstijl? Vraagt hij je meer te bewegen en met de fiets naar je werk te vliegen? Het roken te laten en te matigen met drinken? Van de kroketten af te blijven?

Als dat nog niet zo is, dan komt dat vanzelf wel. Want gezondheidsbevordering is niet alleen van groot individueel belang, ook sociaaleconomisch valt er veel winst te behalen. Aldus de SER (Sociaal Economische Raad) in een ontwerpadvies over preventiebeleid in arbeidsorganisaties.

Een goede gezondheid, stelt de SER, vergroot de kans op een lang leven van goede kwaliteit. Dat niet alleen, het vergroot ook de kans op duurzame arbeidsdeelname en maatschappelijke participatie.
Kijk, veel vliegen in één klap. Niks miezerig, ziek, zwak en misselijk achter de geraniums op je oude dag, maar vitaal aan het werk. Iedereen blij.

Nieuwe wet- en regelgeving om prikkels voor gezondheidsbevordering af te dwingen zijn niet nodig, vindt de SER, want “initiatieven voor preventiebeleid ontstaan al vanzelf binnen de ondernemingen”. En daar geeft de SER groot gelijk in.

Bedrijven kunnen bij TNO de leefstijlscan bestellen. “Voor uw werknemers een persoonlijk advies op maat, voor uw organisatie een groepsrapportage”, zo propageert TNO de scan.
Als dan blijkt dat er nodig wat aan de fitheid gedaan moet worden bestelt de baas een of meer van de
vier kansrijke interventies die het NISB in de aanbieding heeft: lunchwandelen, fietsen scoort, de coach-methode (een individuele begeleidingsmethode die te-weinig-actieve werknemers meer laat bewegen) of bedrijfssport.

In een (pdf!)document van Vitaal in Praktijk wordt het rioolbedrijf Waternet in Amsterdam aangehaald, waar bij functioneringsgesprekken een eventuele ongezonde leefstijl aan de orde kan komen als het ziekteverzuim aan de hoge kant blijkt. “We mogen niemand iets opdringen”, zegt een functionaris van Waternet, “maar als privégewoonten het werk raken, vind ik dat we als werkgever er alles aan moeten doen om tot een oplossing te komen”.

Uiteraard benoemen SER, TNO en Waternet de verantwoordelijkheden van de wekgever ook. De arbeidsomstandigheden mogen de gezondheid ook niet in de weg zitten, maar al snel wordt een gezond assortiment in de bedrijfskantine als lichtend voorbeeld gegeven en lees je nergens iets over ziekmakende gebouwen en apparatuur.

Het lijkt me allemaal heel logisch. Een gezonde werknemer rendeert veel beter dan een zieke. En een fit mens zal ongetwijfeld veel beter belastend werk aankunnen, wat voor de werknemers zelf ook wel zo prettig is. Als je ziek wordt door je werk, kun je van je vrije tijd ook niet zoveel genieten.
Maar de nadruk ligt toch vooral op de individuele verantwoordelijkheid van de werknemers. Een houding die misschien wel voortkomt uit de idealistische opvatting: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Hier dus vertaald in: de burger moet aan zijn eigen gezondheid werken, want hij moet langer werken. Da's goed voor de economie en dus goed voor ons allemaal.

Een en ander wordt gemotiveerd door te wijzen op de gigantische kosten van de gezondheidszorg en de mogelijke groei daarvan dankzij de vergrijzing.
Nu heb ik misschien niet genoeg rondgekeken, maar ik ben nog geen cijfers tegengekomen die laten zien wat het oplevert als je eerst investeert in het wegwerken van alle ongezonde factoren in de arbeid zelf. Ploegendiensten, gebouwen met een slecht klimaat, stressfactoren, schadelijke stoffen, te lang achter de computer, werkdruk door onderbezetting, slechte koffie en een zanikende baas.

En wat de vergrijzing betreft: met de ouderdom komen hoe dan ook gebreken. Is al ingecalculeerd hoeveel ziekteverzuim er bespaard kan worden als niet iedereen tot zijn 67e of langer moet doorwerken?
Misschien zijn er wel cijfers over, maar worden ze niet gepubliceerd? Of wordt de moeite niet genomen dat eens te berekenen? Wie daar meer van weet, mag het me zeggen. Graag zelfs.

Ondertussen aan de lezers hier de vraag: mag jouw baas zich met jouw leefstijl bemoeien? En zo ja, hoever mag je baas daar dan in gaan?

Verwante verdachten

Verwante verdachten Een zwart schaap in de familie is meestal niet zo leuk. Rampzalig wordt het, als dat bij de AIVD bekend is. Daar weet de Amsterdammer die “familie-van…” is, nu alles van. Hopelijk is het verkeerd interpreteren van familieverbanden een uitzondering. Te vrezen valt echter dat het in de toekomst vaker voor zal komen. Als het kabinet haar zin krijgt, wordt DNA-verwantschapsonderzoek stukken makkelijker. Wordt het tijd de familiestamboom na te pluizen op verdachte takken om te kijken of er een kans bestaat dat je ook ooit als “familie-van…” het nieuws zal halen?

DNA wordt bij verwantschapsonderzoek alleen gebruikt om ouderschap aan te tonen en bij gezinshereniging in asielprocedures. Het kabinet wil het ook inzetten bij onderzoek naar strafbare feiten. Wel onder strikte voorwaarden. De DNA-databanken mogen alleen geraadpleegd worden als het gevonden DNA een volledig of vrijwel volledig profiel heeft en het verwantschapsonderzoek mag alleen als laatste middel worden gebruikt bij gewelds- en zedendelicten.

Het voorstel van het kabinet is voor advies naar de Raad van State gestuurd. Als er wijze adviseurs bestaan, mogen we verwachten dat de Raad gehakt maakt van het wetsvoorstel. En wel om de volgende redenen:

1. Tot nu toe wordt bij DNA-onderzoek bij delicten gebruik gemaakt van een database waarin alleen de DNA-gegevens zijn opgeslagen van verdachten en veroordeelden van zware delicten (sinds 2005 mogelijk gemaakt). De niet veroordeelde en verdachte verwanten zitten daar dus niet in. Dat schiet zo niet op. Ongetwijfeld zijn er criminelen, die in de familie collega's in het metier hebben. Dat wil overigens niet zeggen dat die zich vergrijpen aan hetzelfde soort delicten.

2. Dus moet op de een of andere manier van meer mensen DNA worden vastgelegd. Dat zou kunnen door voortaan bij elk delict om iedereen die in de buurt was, te verplichten DNA af te staan. Een idee dat CDA en VVD vorig jaar al opperden. Dat zou tot de burgerplichten gerekend moeten worden, vond ook minister Hirsch Ballin.
Als zo de databases worden uitgebreid en bovendien justitie toegang krijgt tot bewaard materiaal van ouderschapsonderzoeken, je al een veel grotere familie. Daarmee zadel je de recherche wel met aanzienlijk meer werk op, terwijl het niet is gegarandeerd dat men dan ook maar een millimeter dichter bij een mogelijke dader komt.

3. Je zou natuurlijk van iedere hier geboren burger het DNA kunnen opslaan. Bijvoorbeeld door dat te verkrijgen uit het bloed dat van de hielprik afkomstig is. Elke pasgeborene krijgt zo'n hielprik, bedoeld om vroegtijdig kwalijke ziektes op te sporen.
De databases worden dan zo groot, dat het een vlot recherche-onderzoek ernstig frustreert. Het kost niet alleen veel meer tijd, de kans wordt ook veel groter dat men bij mensen aan moet bellen die echt helemaal niets met de zaak te maken hebben. Zo bezien leidt het wetsvoorstel van het kabinet eerder tot belemmering van de rechtsgang en dat is strafbaar.

Het zou mooi zijn als de DNA-technologie zo werkt dat elke dader vlot kan worden opgepakt. Maar je ziet het al voor je: een ver en vergeten zwart schaap der familie pleegt ergens een heel vervelend delict en binnen een week heb jij bezoek van de recherche of, als men heel voortvarend te werk gaat, zit je een nachtje in de cel.
Een kans die er nu ook bestaat als er
een foutje in de huidige DNA-databases zit. In Australië werd een man beschuldigd van moord omdat zijn DNA per ongeluk tussen het onderzoeksmateriaal was terecht gekomen.

Hopelijk stuurt de Raad van State het wetsvoorstel terug met de opmerking dat de rechtsgang er absoluut niet mee wordt geholpen.

Si podemos

Si podemos Hans van Mierlo moet met enige jaloezie naar de verkiezingsuitslagen van El Salvador hebben gekeken. Wat hem nooit is gelukt, kreeg Mauricio Funes wel voor elkaar: een journalist die het tot president schopt.

Ze beginnen het eindelijk te leren in El Salvador. Werden in 1982 nog vier Nederlandse journalisten vermoord door de toenmalige junta, nu neemt de voormalige verzetsbeweging FMLN als het ware postuum wraak, door de nipte overwinning van hun kandidaat Mauricio Funes.

Waarmee El Salvador het 14e land in Midden-en Zuid Amerika is dat een socialistische president heeft. Ruim 60 procent van dat werelddeel wordt nu door socialisten en sociaal-democraten geleid.
Wouter Bos zal ook wel jaloers zijn en zich afvragen hoe ze dat daar voor elkaar krijgen. In Europa zullen we dat niet snel meemaken en Nederland lijkt er al helemaal niet aan toe.

Dat het latijns amerikaanse socialisme groeit, wil niet zeggen dat zich een groot socialistisch front vormt. Un pueblo unido is nu een bonte verzameling. Van Raoul Castro's Cuba, waar het marxisme langzaam aan richting museum gaat, tot Argentinië, waar de linkervleugel van de peronistische beweging Cristina Kirchner als president heeft. Van de socialistische macho Chávez, tot de veel gematigder socialiste Michelle Bachelet in Chili.

Negen landen hebben sociaal-democratische of gematigde socialisten als president: Bolivia, Brazilië, Chili, Dominica, Ecuador, El Salvador, Honduras, Panama en Peru.
Vijf landen doen het met hard-liners: Cuba, Guyana, Nicaragua, Uruguay en Venezuela.

Van de gematigden koesteren er wel een paar sympathie met mannen als Chávez. De sympathie betreft dan vooral hervormingen die ten goede moeten komen van, onder andere, de landbouwers die vandaag de dag nog restanten wrange vruchten plukken van de vroegere dictatoriale tijden. Met het masochisme van Chávez hebben ze wat minder. Men realiseert zich goed dat je daarmee het contact met de rest van de wereld kwijt kan raken of, traumatische herinnering, je roept er kwadere zaken mee over je af.

Het externe geweld (vooral van Amerikaanse makelij) is men inmiddels net zo beu als het interne geweld. Mauricio Funes wil een einde maken aan het bendegeweld in El Salvador. Hopelijk kunnen zijn rivalen de wapens ook achter slot en grendel houden, want dat land heeft meer dan genoeg geleden aan de burgeroorlog.

Nog zeven landen te gaan en er is aan de andere kant van de oceaan een latijns socialistisch paradijs ontstaan? Als de rest van de wereld zich daar nu eens niet mee bemoeit, wordt het “Si podemos” (yes, we can) van Funes misschien de verandering waar de Latijns Amerikaanse burgers inmiddels wel recht op hebben.

Discrimigratienota's

Discrimigratienota's

Hoe hou je de samenleving bij elkaar? Door met nota's te komen die de gemeenschap uit elkaar drijft.
De gisteren op het PvdA-congres aangenomen integratienota is één van de vele stukken waarin bepaalde problemen op het bordje van een select deel der bevolking worden gelegd.

Het riekt daarbij stevig naar discriminatie. Dat mag natuurlijk niet worden gezegd. Maar werkloosheid, klederdracht, taalproblemen en vervelende jeugd zijn geen issues die uitsluitend behoren tot de kenmerken van groepen mensen, wiens stamboom buiten onze grenzen ligt.

Dat politici immigranten als probleem op hun agenda zetten is niet nieuw.
Begin 50'er jaren stelde PvdA'er Schilthuis al vragen over de 'velen Indo's of Euro-Aziaten'. Hij meende dat zij ' geknipt zijn voor emigratie naar tropische gebieden'. Die 'velen' waren zo'n 250.000 Nederlanders met één Nederlands paspoort, afkomstig uit Indonesië.
Niet alleen de PvdA, ook de christelijke partijen vonden dat we die medelanders beter kwijt dan rijk konden zijn (met dank aan Martin Roos, die in een
discussie hier deze informatie gaf).

In een analyse van politieke debatten na 1945, over nationaliteit, toelating en integratie/inburgering, stelde onderzoeker G. Jones de vraag of het formele Nederlanderschap van Indische, Surinaamse, Molukse en Antilliaanse Nederlanders voor politici voldoende was om die mensen ook als lid van het Nederlandse volk te beschouwen.
Terugkijkend op de debatten over ex-koloniale medelanders, concludeert Jones dat de discussies zich herhalen, nu gefocused op burgers met Marokkaanse wortels (zie ook
deze samenvatting).

Natuurlijk duurt het even voor immigranten en reeds aanwezige burgers aan elkaar gewend raken. Maar dat proces kunnen burgers heel goed zelf aan. Zodra een politicus het tot onderwerp maakt, wordt een menselijk proces ineens een maatschappelijk probleem, met het risico dat burgers het problematischer gaan zien dan nodig is.
En waarom, als de gewenning soms wat stroef gaat, de verantwoordelijkheid alleen bij de immigranten leggen? Waarom nu nieuwkomers proberen te persen in de normen en waarden van de met spruitjeslucht doordesemde benauwdheid van de 50'er jaren?

Zeker, er zijn jongeren die zich uitermate vervelend gedragen. Ook dat is van alle dag. Van nozems, wiens subcultuur als irritant werd gezien, tot hippies die door matrozen van de Dam werden geranseld, om van overwegend jonge voetbalvandalen en skinheads maar te zwijgen.
Hele studies naar jeugd en generatiekloven hebben niet kunnen voorkomen dat jongeren aan comazuipen doen of met oud en nieuw de beest uithangen.

En jawel, de werkloosheid is onder bepaalde groepen mensen groter dan onder andere groepen. Maar waarom mag een autochtone burger schoffelwerk weigeren en een allochtone burger de werkzaamheden accepteren waar velen de neus voor ophalen?

Dat er problemen zijn die blijkbaar moeilijk de wereld uit te helpen zijn, is heel vervelend. Maar onderzoek dan eerst eens waarom het probleemoplossend vermogen tekort schiet. Met nota's die de problemen uitsluitend in de schoot van een deel van de bevolking leggen, creëert men een probleem erbij.

Pillen in de polder

Klik hier en lees meer

Huisarts: “Het is gewoon onverantwoord hoeveel mensen bittere pillen krijgen toegediend”.

Klik hier en lees meer

Professor: “Geld is het zout der aarde. Daar kun je heel wat mensen blij mee maken”.

Klik hier en lees meer

EU-commissaris: “Ach, teveel mensen maken zich dik om niks. Maar met een suikerverbod hou je ze ook niet tevreden”.

Klik hier en lees meer

Onderzoeker: “Ruwe pillen werken slechter. We gaan nu dat van die zachte heelmeesters nader onderzoeken”.

Klik hier en lees meer

Patiënt: “Bittere pillen, zoete pillen. Het zuur na het zoet. Gladjassen zijn het. Nee, ik noem geen namen, maar het lijkt mij wel duidelijk wie hier de risicodragers zijn”.

Wymbritseradiel, Deventer, Amsterdam

Wymbritseradiel, Deventer, AmsterdamHet artikel van gisteren had ook 'terreur in Wymbritseradiel' kunnen heten. Onrust in de niet randstedelijke gebieden blijkt nog groter. hoewel er significante verschillen zijn. Niet de Ikea, maar een kringloopwinkel Deventer riep de Explosieven Ontruimingsdienst te hulp omdat hier wel degelijk een verdacht pakket was gesignaleerd.

Ook hier bleek het loos alarm. Het verschil tussen Wymbritseradiel, Deventer en Amsterdam is dat er in de provincies geen verdachten zijn opgepakt en weer vrij gelaten. Zo doen ze dat in rustiger oorden. Niet in het wilde weg de probleemwijk in om er voor het goede gezicht wat verdachte types in de boeien te slaan.

Het is me zo het weekje wel.
Wel leuk dat ze zo voor het weekend de zaken voortvarend hebben aangepakt. Kunnen we rustig van de vrije tijd gaan genieten. Jammer dat die per abuis opgepakte meneer in Amsterdam zijn weekend nog nabibberend moet doormaken.

Zouden de veiligheidsdiensten in stad en provincie nu genoeg hebben geoefend voor als het ooit eens serieus wordt? Mogen we dan ook op zulk alert optreden rekenen?

Fraude in Wymbritseradiel

Fraude in Wymbritseradiel De grote steden en met name het gebied tussen Amsterdam en Rotterdam, staat bekend als het wilde westen. Verloederde wijken, treiterjeugd, coffeeshops, onoplosbare files en je fiets is er geen moment veilig. Als ergens de normen en waarden wankelen dan is het wel in het grootse randstedelijke Sodom en Gomorra. Het zuigt aandacht. Zo sterk zelfs dat we niet in de gaten hebben hoe de traditionele nederlandse cultuur van rust en orde teloor gaat in streken waar stil leven ooit gemeengoed was. Wandaden tieren welig in Wymbritseradiel.

Deze Friese gemeente doet haar best mee te gaan in de vaart der volkeren. En de gemeente is dan ook niet van smetten vrij.
Dat moet de reden zijn geweest om een troepenmacht aan controlerende diensten op de been te zetten en een
massale controle uit te voeren. Politie Fryslan, het Korps landelijke politiediensten, de Belastingdienst, de Koninklijke Marechaussee en Inspectie Verkeer en Waterstaat werkten dinsdag eendrachtig samen om het tij te keren. Naar aanleiding van klachten en om te demonstreren dat men serieus werk maakt van klachten en aangiften.

Het resultaat was overdonderend. Loslopende jongeren werden gecontroleerd op spijbelgedrag. Na een telefoontje naar de scholen, bleek geen enkele jongere te spijbelen. Coffeeshops, escortbedrijven en bordelen werden bezocht. Geen enkele overtreding werd geconstateerd. Loos alarm dus?Helaas, het is erger dan je je voor kan stellen.

In Sneek werd een lokfiets geparkeerd die al binnen 4 minuten werd gestolen. De 15-jarige dader werd ingerekend en kon het loeder door zijn moeder worden afgehaald van het poitieburo. Bij een verkeerscontrole werden boetes uitgedeeld wegens losse autogordels en te donkere autoruiten. Een milieucontrole resulteerde in vijf waarschuwingen twee boetes. Verder werd er nog 310 euro aan openstaande boetes geïncasseerd.

Het is slechts een greep uit de resultaten. Maar maakt u zich niet ongerust. Men zit er in Wymbritseradiel bovenop.
Een boer die zondag dacht
het eerste kievitsei op zijn land gevonden te hebben, werd door de burgemeester gewezen op de regels die ter plaatse gelden. De boer had verzuimd een sms'je te sturen. Er kan niet worden gesjoemeld met kievitseieren.
Dinsdag vond de boer weer zo'n ei en nu hield de boer zich aan de meldregels. Deze tweede vondst staat nu te boek als het eerste officiële kievitsei in Wymbritseradiel.

Rust en orde zijn maakbaar, mits de regels worden gecontroleerd.
Waarmee Wymbritseradiel weer over kon gaan tot de orde van normen en waarden.