Mijn zoon kan niet tegen teleurstellingen.

Dreinen Het is lovenswaardig dat steeds meer organisaties en media hun archieven on-line zetten. Zo kom je nog eens wat tegen. Soms interessante, maar helaas vergeten zaken. Soms stukken, waarbij je de indruk krijgt dat sommige problemen al zo oud zijn als de weg naar Rome.
Neem bijvoorbeeld deze ingezonden brief, gericht aan een opvoedkundige, in de “Psyche & relatie”-bijlage van de Telegraaf, uit 1971.

“Geachte opvoedkundige.
Mijn zoon G., van acht jaar kan niet goed met teleurstellingen omgaan. Als iets stuk gaat of kwijtraakt is hij dagenlang van slag. Als je hem wijst op zijn fouten, dan is er helemaal geen land meer met hem te bezeilen. Hij gaat dan als een waanzinnige tekeer. Ik ben ten einde raad. Hoe moet ik hiermee omgaan?”
Mevr. W. te Venlo (zie hier het artikel).

De opvoedkundige antwoordde;
Beste mevrouw W.,
Vallen en opstaan; dat is onderdeel van het leven. We willen onze kinderen vaak beschermen voor dat eerste. Terwijl gevoelens van ongenoegen en frustratie bij het leven horen… Deze gevoelens mogen er zijn en we kunnen kinderen begeleiden in het gedrag wat daarvan het gevolg is.
Omgaan met frustraties moeten kinderen leren. Door je zoon de ruimte te geven en de emotie te benoemen erken je zijn emotie en leert hij dat hij er ook mag zijn met deze gevoelens. Daar heeft hij waarschijnlijk zijn leven lang profijt van”.

De initialen van het genoemde zoontje en de briefschrijfster, doen vermoeden dat het hier om de bekende politicus G.W. gaat. Een vermoeden dat wordt versterkt door de bijgeleverde foto van het 8-jarige huilebalkje.
Het mag zeer waarschijnlijk worden geacht dat de briefschrijfster het opvoedkundige advies in praktijk heeft gebracht en het menneke alle ruimte heeft gegeven voor elke frustratie die hij opboerde. Hij heeft geleerd dat hij er als gefrustreerd jongmens mag zijn. Sterker nog: hij leerde dat hij er een leven lang profijt mee zou hebben.

Waar een opvoedkundig advies van veertig jaar geleden toe kan leiden. Gelukkig zijn de opvoedkundig inzichten inmiddels drastisch veranderd. Zo vindt de politicus G.W. nu dat ouders van zich misdragende kinderen,
gestraft moeten worden.

De culturele berg en Mohammed.

CCD Als de berg niet naar Mohammed komt, zal Mohammed naar de berg moeten gaan. Vervang ‘berg’ door museum, theater, concert of ballet en zie daar een probleem. Mohammed is hier gemakshalve de figuur die de niet-westerse allochtoon symboliseert, zoals Jansen, Pieterse, Henk en Ingrid de inheemsen vertegenwoordigen. En wat doet Mohammed? Volgens de fabel ging hij wel naar de berg, volgens recent onderzoek gaat hij niet naar het museum, een toneel-, muziek- of dansvoorstelling.

Daar moet wat aan veranderen. Dat hebben de culturele instellingen beloofd aan de vorige minster van cultuur, Ronald Plasterk. Om die belofte na te komen, heeft men de
Code Culturele Diversiteit opgesteld, die vandaag in Amsterdam is gepresenteerd.
De organisatoren hebben de huidige minister van cultuur uitgenodigd, maar Halbe Zijlstra was bang dat zijn aanwezigheid geld zou gaan kosten. In zijn
antwoord aan de organisatie (pdf!) slaat hij de uitnodiging af en schrijft: “Ik ben niet principieel tegen gedragscodes die de sector zichzelf oplegt, wel maak ik bezwaar tegen de gedachte dat de rijksoverheid de invoering moet financieren en toezicht houden op de naleving hiervan. Ook dat dient een zaak van de sector zelf te zijn. Mijn aanwezigheid bij de presentatie zou ten onrechte de suggestie wekken dat de overheid toch een rol heeft”.

Verder schrijft hij dat de afspraken die ooit met Plasterk zijn gemaakt, niet passen in het huidige kabinetsbeleid. Die afspraken hoeft hij dus niet na te komen, vindt Zijlstra, en hij eindigt de brief met: “Uw opmerking over een toezegging van € 800.000 moet dan ook op een misverstand berusten”.
Wiens misverstand dat dan is, zou eens uitgezocht moeten worden (de onderste steen!), omdat dit kabinet zelf nogal wat misverstanden de wereld in helpt. Zie de 3000 extra politieagenten. Dat worden er 10 duizend minder, omdat ze plaats moeten maken voor toezichthouders.

Maar goed. De Code Culturele Diversiteit dus (pdf-je
te downloaden via de website van de Vereniging van Schouwburg- en Theaterdirecties). Toen ik de term las, dacht ik eerst: waar gaat dat over? Een beetje klassiek orkest heeft ruim 20 procent buitenlanders achter de lessenaars zitten, regelmatig gedirigeerd door buitenlanders en vrolijk buitenlands werk spelend.
Een dansclub als het Nationaal Ballet heeft alleen maar buitenlandse ballerina’s op het podium rondhuppelen. In de musea werken een aantal conservatoren van buitenlandse origine en hebt u de suppoosten wel eens goed bekeken?
Alleen bij het toneel werken, op een enkeling na, louter geboren en getogen Nederlandse acteurs en actrices. Tot zover is er aan diversiteit niet zoveel mis, zou je zeggen.

Bij nadere bestudering blijkt het vooral te gaan om het publiek. Als er al veel publiek naar de Kunst komt, is het niet zo divers als men zou willen. Specifieker: hooguit 10 tot 20 procent van de Kunstliefhebbers hoort tot wat de niet-westerse allochtoon wordt genoemd.
Om dat te verbeteren schrijft de Code voor dat de culturele instellingen hun programma’s nog eens onder de loep nemen, hun publiciteit beter afstemmen, de kunstzinnige behoeftes van die niet-westerse allochtoon eens na te pluizen en dan een mooi plan van aanpak te maken.

Dat hoeft niet zo moeilijk te zijn, lijkt mij. Ik durf te wedden dat er op de jaarlijkse Uitfestivals meer publiek rondloopt, dan op een gemiddeld avondje theaterbezoek en dat het aandeel ‘niet-westers allochtoon’ boven de eerder genoemde 10 tot 20 procent ligt.
Het maakt niet uit of het publiek nou is voorzien van het etiket allochtoon, autochtoon, wel of niet-westers, boeren, burgers en buitenlui. Als de Kunst meer publiek wil, moet het de tempels uit. Niet één keer per jaar, maar elke maand. Waarom zou de Kunst een onbeweeglijke berg moeten zijn? De Kunst moet naar de mensen en niet andersom.

Witte boordentest.

Witte boorden Mannen van eer kunnen zomaar mannen van misdaad zijn. Gerespecteerde lieden, sommige zelfs gelauwerd als ‘beste topman’, doen ook wel eens duistere zaken.
Er staan nogal wat witte boorden onder verdenking. Katholieke boorden worden achtervolgd door aantijgingen wegens kindermisbruik. Rechterlijke boorden krijgen een wrakingverzoek aan de kraag, omdat ze Wilders niet objectief zouden kunnen veroordelen. Zakelijke boorden worden verdacht van een misdaad tegen de mensheid: de kredietcrisis.

Misschien is het wel zo dat onder witte boorden verhoudingsgewijs net zoveel criminelen voorkomen, als onder mensen zonder nette pakken. Hoe dan ook, ze zijn moeilijk in hun witte boord te vatten. Niet alleen omdat hun louche praktijken vaak te ingewikkeld zijn om aan klip en klaar bewijs te komen, maar vooral omdat ze als gerespecteerd bekend staan en hen geen criminele trekjes wordt toegedacht.
Je verwacht geen gesjoemel van de topman van de NMa, de toezichthouder op de financiële sector. Toch moet de man zich nu verdedigen tegen een aanklacht wegens meineed, in de Chipshol-zaak. En een voormalig topman van Bouwfonds bekende fraude in de Philips Pensioenfondszaak.

In de V.S. gaat een speciale eenheid van de F.B.I. daar nu eens goed op studeren. De FBI's Behavioral Analysis Unit, die gespecialiseerd is in het opstellen van profielen van seriemoordenars, gaat proberen profielen op te stellen van witte boordencriminelen (meer
op Reuters, engelstalig).
De profielmakers van de F.B.I., advocaten en criminologen zijn het in ieder geval met elkaar eens, aan welke kenmerken een witte boordencrimineel te herkennen zou zijn.

Acht kenmerken. Als u zich hierin herkent, dan bent u dus een potentiële zakencrimineel. Dat is iemand die graag de touwtjes in handen houdt, een control freak. Snel aangebrand en dus vaak agressief. Maar ook een charmeur en iemand met uitstraling. Verder weinig transparant als hij met klanten onderhandelt. Hij is natuurlijk een hebberige gierigaard en wraakzuchtig als er wat fout gaat. Hij heeft graag macht en waant zich superieur.

Bent u gezakt voor de witte boordentest? Niet getreurd. U kunt altijd nog opgepakt worden, omdat uw DNA
overeenkomt met het DNA dat bij een crimineel akkefietje is gevonden. Die F.B.I-profielen zijn leuk, maar al gauw van toepassing op meer mensen dan alleen een frauderende zakenman. Een DNA-profiel is het helemaal.
Wat zegt u? U wilt helemaal niets te maken hebben met welke criminaliteit dan ook? Dat kan. Het CDA wil alleen het DNA van mensen die in de buurt van een zwaar misdrijf waren. Dus daar loopt u met een hele grote boog omheen. En nooit meer naar herdenkingen, want iedereen kan als schreeuwerd opgepakt worden.

Nog even over dat F.B.I.-profiel. De kredietcrisis kan toch met recht een zwaar misdrijf worden genoemd. Maar hoe krijgen we de daders nu eindelijk eens te pakken?

We gaan gekken niet omhelzen.

Hug a clown Idioten moet je niet omhelzen. Je moet ze melden. Ingrijpen is nodig, met al die loslopende gekken. Een meldpunt voor familie en kennissen van rondlopende tikkende tijdbommen. Een keiharde maatregel om herhaling te voorkomen van het drama in Alphen aan de Rijn?

Het voorstel komt van PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester. Ze zou hebben gezegd: ‘Het is niet dat we ze willen omhelzen, er moet worden ingegrepen’. De
Telegraaf en het Algemeen Dagblad plaatsen dat tenminste als zijnde een citaat van het Kamerlid.
Op de PvdA-website staat het iets anders: ‘Iemand die zich vreemd of verward gedraagt, verdient aandacht en steun’. Het Kamerlid doelt op situaties waar familie of kennissen hulp vragen van politie of hulpverlening, mar te vaak horen dat er eerst iets ergs moet gebeuren voor men kan ingrijpen. Het meldpunt is bedoeld om die gevallen bekend te maken. Eén herkenbaar meldpunt, in plaats van de vele ‘noodlijntjes’ die er zouden bestaan.

Het is goed bedoeld van het Kamerlid, maar het riekt toch naar een wat populistisch initiatief, in de naweeën van het Alphense drama. Er is namelijk één herkenbaar meldpunt en dat is 112. Het klopt wel dat ongeruste familie, kennissen en zelfs hulpverleners te horen krijgen dat er niet kan worden ingegrepen, omdat er (nog) niets onwettelijks is gebeurd. Een mededeling die meestal volgt, nadat de politie poolshoogte heeft genomen.
En ja, dan gebeurt er dus even niets en in een aantal gevallen loopt het wat later toch ernstig uit de hand. Ernstig wil zeggen dat verwarde mannen hun huis in de fik dreigen te steken, van daken schreeuwen, in het water springen, zelf 112 bellen en dreigementen uiten of naakt over straat gaan wandelen.

Het is niet niks. Er zijn heel wat verwarde mensen die op extreme wijze om de aandacht en steun vragen, waar het Kamerlid op doelt. Dit jaar zijn verwarde mensen tot nu toe al verantwoordelijk voor 10 doden en 29 gewonden. Dat is inclusief de slachtpartij in Alphen en inclusief sommige daders, zoals de man die zich op de Dam in brand stak. Zouden familie en kennissen geweten hebben van de plannen en radeloos op zoek zijn geweest naar zo’n meldpunt of niet op het idee zijn gekomen 112 te bellen? Ik denk het niet.

In de meeste gevallen is de politie snel ter plaatse en weet men erger te voorkomen. Zodra de politie wel in actie moet komen zijn de media er als de kippen bij en zo kunnen we weten dat er dit jaar 44 incidenten met verwarde mensen zijn geweest. Dat is veel, vergeleken bij wat er aan incidenten in 2010 te vinden valt. Toen zouden er 57 zijn geweest, met de Damschreeuwer, de waxinelichtgooier en de ruitenvernieler bij Paleis Noordeinde als ‘beroemdste’ idioten.
Een overzicht van al die verwardheid vind je in dit exceldocument (update tot en met vandaag), gebaseerd op wat er al ‘googlend’ was te vinden.

Zoals ik op 10 april hier schreef, zijn deze aantallen niets vergeleken bij het aantal mensen dat lijdt aan psychische stoornissen die tot agressie kunnen leiden.
Ongeveer 100.000 mensen zijn schizofreen, nog eens 100.000 mensen zijn borderliners en 500.000 mensen zouden een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben. Dat zijn cijfers uitsluitend gemeten over de bevolking tot 65 jaar en dat betekent dat zo’n 4 procent van de bevolking aan deze ziektes lijden.

Zijn dat 700.000 tikkende tijdbommen? Niet dus. En is een speciaal meldpunt nodig voor de 0,01 procent waar het wel mis gaat? Ook niet. Er is ongetwijfeld wat te verbeteren in de aanpak van verwarde mensen, die dreigen te ontsporen. Maar dat zit niet in politiek goedkoop scorend meldpunt. Dat moet ver daarvoor zitten.

Vluchten kan niet meer.

Welkom Degenen die denken dat de keuze in het stemhokje geen enkele invloed heeft, zit er naast. De opkomst in Europa van partijen als de PVV heeft een signaalwerking. Op de voorheen zo gastvrije deurmat van Nederland staat een duidelijk ‘niet welkom’. Dat is niet alleen in Nederland zo. BBC News brengt de top-7 in beeld van Europese landen, met een ongastvrije uitstraling.

Bij de verkiezingen in Finland kregen de “Ware Finnen’ vorige week 19 procent van de stemmen. Daarmee is Finland tweede op de lijst van landen met die een politiek partij in huis heeft die ‘nationaal-liberaal-met-een-socialistisch-tintje’ te noemen is. Zwitserland steekt met kop en schouders boven de andere zes landen uit, want de Zwitserse PVV kon bij de laatste verkiezingen op 28,9 procent van de stemmen rekenen.
Nederland is derde (15,5%), op de voet gevolgd door Frankrijk (15%). Denemarken, Italië en Zweden volgen met respectievelijk 13.9, 8.3 en 5.7 procent (meer in dit BBC News-artikel).

De invloed van dit soort partijen gaat zover, dat door heel Europa het vreemdelingenbeleid verworden is tot een anti-humanitair kettingslot op de deur. Dat merken Tunesische vluchtelingen nu. Italië heeft ze niet teruggestuurd, maar
vroeg de medewerking van haar Europese collega’s. België en Frankrijk reageerden met verscherpte grenscontroles. Het argument is dat er onder de vluchtelingen vast ook economische gelukszoekers zullen zitten en die wil men eruit vissen.

Gastvrijheid voor vluchtelingen is al lang geen dagelijkse praktijk meer, ondanks de vele brandhaarden in de wereld. Belgen, die het geweld van de Eerste Wereldoorlog ontvluchtten, waren hier
in 1914 welkom, ook al was Nederland daar niet goed op voorbereid. Vlak na de Tweede Wereldoorlog werden Baltische vluchtelingen ontvangen, die verspreidt door Europa leefden. Tijdens de woelige Koude Oorlog mochten Hongaren op onze gastvrijheid rekenen.

Sinds 1997 kennen we de ‘
uitgenodigde vluchtelingen’. Een selecte groep vluchtelingen die, al dan niet tijdelijk, worden ontvangen in zogenaamde hervestigingslanden. Nederland zou jaarlijks rond 500 van deze genodigden opnemen. Aan die prestatieafspraken hield Nederland zich alleen van 2005 tot en met 2008. Daarna was het weer gedaan met de gastvrijheid.
Uitgenodigden

Bron: IOM-Nederland.

Er valt nog enig begrip op te brengen dat ‘economische gelukszoekers’ niet met open armen worden ontvangen. Ook al hebben velen er geen enkel probleem mee dat Nederlanders wel elders hun geluk zoeken als pensionados in Spanje, Australië en de Antillen. Of zoals boeren, die naar Zuid-Amerika of Scandinavië trekken.
Maar het is van de zotte dat er een rem zit op het uitnodigen van vluchtelingen, om een gedoogpartner ter wille te zijn.

We zijn allemaal gedegenereerde negers.

Afstand In de zoektocht‘Waar moet dat heen?’, vandaag aandacht voor de vraag ‘Waar komen we vandaan?’. Een deel der wetenschappers gaat er vanuit, dat het nuttig is te weten wat er was, om goed te kunnen bepalen wat er komen moet. Omzien om ver te kunnen kijken.

Meer specifiek gaan we in op de immer terugkerende vraag: Wie ben ik? Hele volkstammen blijken behoefte te hebben aan een duidelijke identiteit. Het liefst zo eenduidig mogelijk en als het even kan, anders dan anderen. Pessimisten zien daar de ellende uit voortkomen, die mensen elkaar aan kunnen doen. Optimisten zien in onderlinge verschillen een mooie toekomst.

Iedereen zal het snel met elkaar eens zijn, dat de wereld een bonte verzameling van mensen, culturen en talen is. Dat is niet altijd zo geweest. Er waren tijden dat Nederland niet eens bestond, laat staan dat Nederlanders wisten wie ze waren. Nu zijn ze er wel, maar waar kwamen ze vandaan en wat zijn ze eigenlijk?
Het antwoord, dames en heren, luidt: we zijn allemaal gedegenereerde negers.

Dat zit zo. Vroeger was slechts een klein deel der aarde bevolkt. Ergens in Afrika leefden de eerste mensen. Terwijl er toen geen sprake was van een aanlokkelijk sociaal stelsel, trokken toch enkele Afrikanen naar wat nu Nederland heet. Afrikanen staan in de volksmond bekend als negers. Zie hier een deel van het Grote Antwoord. We zijn allemaal negers. Maar gedegenereerd?

Onderzoekers zagen dat zowel in de taal, als in ons DNA de diversiteit afneemt, naar mate men verder van Afrika is verwijderd. Hoe
verder van Afrika, hoe minder taalkundige diversiteit. Zo kennen Zuid-Amerikaanse talen minder klanken dan Aziatische talen en die weer minder klanken dan Afrikaanse talen. Een patroon dat men ook herkent in het DNA. Hoe verder van Afrika, hoe minder menselijke diversiteit.
Dat komt door het zogenaamde ‘stichterseffect’. Uit een gevarieerde bevolking trekken enkelen weg. Dat groepje is minder divers. Het is familie van elkaar of het is een clubje vrienden die onderling met eenzelfde taalaccent spreekt.

Eenmaal ergens gearriveerd, vertrokken ook daar weer clubjes mensen weg, met hetzelfde effect: de diversiteit nam af, naarmate men verder trok.
Dat verlies aan taalklanken, dat verlies aan een rijk geschakeerd DNA, rechtvaardigt de conclusie dat een ieder die ver van Afrika woont, een gedegenereerde neger is.

Rutte's realiteit.

Onrust Rutte schaamt zich nergens voor. Een andere formulering voor ‘het kabinet lijdt geen gezichtsverlies’. Moedige woorden waarmee het uitstel van bezuinigingen in passend en hoger onderwijs werden verdedigd. Van uitstel komt uitvoering, gelooft Rutte nog even bevlogen.

Het draagvlak is broos. zo wordt dit uitstel verdedigd. Wie een beetje om zich heen kijkt, ziet dat in de samenleving het draagvlak voor de bezuinigingsplannen steeds kleiner wordt.
Het draagvlak voor de overige ambities van het kabinet lijkt ook te slinken. Met de demonstratie vandaag, tegen de kabinetsplannen voor een nieuwe kerncentrale, heeft de onrust onder Rutte een voorlopig hoogtepunt bereikt. De maand april is nog maar half voorbij en er zijn al meer acties gepasseerd dan alle voorgaande maanden.
Het kabinet Rutte begon 3 oktober 2009 en zag de maatschappelijke onrust toenemen.
Ruttes Onrust

In oktober 2009 waren er 7 acties, waarvan er 3 in november doorliepen. December piekte met 10 acties, waarvan studentenacties en de staking bij TNT-post de grootste waren.
Dit jaar begon het op te lopen. In januari nog 9 acties, daarna was het met de rust wel gedaan. In februari 12 acties, in maart 28 en ook al is april nog maar op de helft, deze maand zijn er 31 acties geweest. Een overzicht van alle acties tot en met 16 april, vind je in dit exceldocument.

Vergeleken met 2010 is de maatschappelijke onrust met 135 procent toegenomen. De acties tegen de bezuinigingen zijn daar voor het grootste deel verantwoordelijk voor.

2010 2011
arbeidsconflicten 17 14
acties tegen bezuinigingen 16 53
overige maatschappelijke acties 1 13

De Algemene Onderwijsbond en studentenorganisaties hebben geplande acties afgeblazen, nu het kabinet de geplande bezuinigingen even uitstelt. Daarmee creëert het kabinet nauwelijks rust. De mega-bezuinigingen op Defensie hebben de militairen woest gemaakt. De emoties lopen zo hoog op dat het zelfs tot militaire ongehoorzaamheid heeft geleid. De militairen vinden ook burgers en gemeentebesturen aan hun zijde, bij protesten tegen de sluiting van kazernes en vliegkampen. Vooral in die gemeenten waar de lokale economie op de aanwezigheid van de militairen drijft, natuurlijk.

Dat iedereen wel wat van de bezuinigingen zal voelen, zoals Rutte bij het aantreden van het kabinet zei, begint in steeds grotere kring door te dringen. Acties tegen sluitingen van bibliotheken, zwembaden, buurthuizen, gemeentelijke loketten breiden zich uit,
beiaardiers trekken aan de bel en molenaars zijn in hun wiek geschoten. En dan te bedenken dat er nog wel wat ontslagen zullen vallen, de plannen voor een hogere belasting op consumptie nu al tot wrevel leidt en minister Kamp zelf ook onrustig wordt van het groeiend verzet tegen de pensioenplannen.

Een realiteit die het kabinet Rutte misschien dwingt meer plannen uit te stellen. Maar hoe moet dat dan met het teruggeven aan de mensen van dit prachtige land? Ook dat kan Rutte wel vergeten. De mensen komen in actie om al dat prachtigs juist te behouden.

De prikklok moet bijgesteld worden.

Haast Het gedoe met winter- en zomertijd is bedoeld om ons met een zonnig humeurtje aan het werk te houden. Dat humeur wordt echter flink verpest, omdat werktijden teveel samenvallen. Daarom komt de SER morgen met een advies, om de maatschappelijke dienstverlening beter af te stemmen op de werktijden van de hardwerkende Nederlander. De SER wil een slimmere organisatie van de tijd en plaats van arbeid en dienstverlening.

Zowel de bedrijven als de werknemers moeten afstemmen op de dienstverlening en die moet zich ook wat aanpassen aan de tijden van noeste arbeid. Zo zouden gemeentelijke loketten minimaal één avond in de week open moeten zijn. Dat advies komt juist in een tijd dat veel loketten worden gesloten, omdat er ambtenaren worden wegbezuinigd.
Ook bij tal van dienstverlenende organisaties moet het werk met minder mensen worden gedaan. Het zal dus lastig zijn een advies op ieders maat op te stellen.

Het lijkt wat vreemd dat werkende mensen te weinig tijd hebben, om privé hun zaakjes te regelen. Er wordt steeds minder gewerkt. Nederland hoort,
volgens de OESO, bij de landen waar de mensen het laagste aantal arbeidsuren per dag kennen. De werkweek wordt ook steeds korter, meldt Elsevier. Onder andere omdat meer mensen part-time zijn gaan werken.
Maar ze hebben het wel drukker gekregen. Met allerlei hobby’s en vrijwilligerswerk. Juist in tijden van crisis, blijken mensen meer vrijwilligerswerk te willen doen.

Die crisis zorgt er ook voor dat de groei van de beroepsbevolking er wel een beetje uit is. In drie jaar tijd is die groei afgenomen van 0,26 naar 0,03 procent. Ook al beweert het kabinet voor meer banen te zorgen, voorlopig worden er alleen maar
banen wegbezuinigd. Dat is dan misschien van korte duur, maar het werkzaam deel der bevolking schommelt al jaren rond de 50 procent op de totale bevolking en er heerst de vrees dat de vergrijzing dat wat lager zal maken.

Het probleem zit hem dus niet in de weinige tijd die werkende mensen zouden hebben, maar in het gegeven dat veel werk tegelijkertijd plaatsvindt of op niet bij elkaar passende tijden. Iemand die van 9 tot 5 werkt, vindt na vijf uur menig loket gesloten of moet zich rothaasten om binnen een uur tijd de medicijnen voor de snotverkouden kinderen op te halen.
Wie vooral ’s avonds werkt, wil graag eerst uitslapen, voor hij of zij het paspoort gaat verlengen. Een horecamedewerker komt dan net bij het loket als die dichtgaat wegens de lunchpauze en daarna is er amper tijd meer, omdat de horecagelegenheid om twee uur open moet.

Wordt het niet eens tijd voor een 24-uurs economie, waar alles op elke gewenste tijd verkrijgbaar is?

Rutte's vinger.

Rutte's vinger Oei, oei, oei, Rutte! Pas nou toch op. Geef ze een vinger, dan pakken ze je hele hand. Het kabinet komt de oppositie tegemoet door een tweetal bezuinigingen uit te stellen. En wel omdat het maatschappelijk draagvlak nu wat te klein lijkt. Blijkbaar hebben de protesten tegen bezuinigingen op het passend en hoger onderwijs geholpen.

Al vanaf de eerste dag dat het kabinet aan het werk toog, protesteerden studenten, leraren en professoren tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs. Nu wordt de ‘langstudeerboete’ op de lange baan geschoven. De protesten van ouders en onderwijzend personeel in het passen onderwijs, resulteren ook in uitstel.
Het gaat wel ten koste van maatschappelijke stages en het geld dat het kabinet voor de beloning van bijzonder presterende leerkrachten had gereserveerd.
De een zijn brood, zal en moet de ander zijn dood betekenen, lijkt het devies van kabinet Rutte. Het uitstel is niet meer dan een budgetneutrale tegemoetkoming.

Maar het doortastende is er hiermee wel van af. Een signaal voor alle welzijnswerkers, bibliothecarissen, kunstenaars, militairen en iedereen, die volgens Rutte wel wat van de bezuinigingen zou voelen. De crisis biedt ook kansen, wordt wel beweerd. Nou, hier ligt dus een kans. Ga er gewoon een paar maanden tegenaan met petities, manifestaties en demonstraties en je krijgt op zijn minst uitstel. Of de bezuinigingen worden wat geleidelijker aan uitgevoerd.

Het kabinet denkt tijd te winnen. Tijd om genoeg Kamerleden aan hun kant te krijgen. Om een meerderheid voor de plannen te op de been te krijgen. Het kabinet is zich goed bewust van de uiterst krappe meerderheid, die het qua zetels heeft. Al vanaf het begin van deze regeerperiode is duidelijk dat niet alleen de oppositie, maar ook de coalitiepartner en het gedoogvriendje geen rotsvaste steun en samenwerking kunnen garanderen. Dus zijn stemmen van de oppositie nodig, of op zijn minst wat medewerking van de SGP en de CU. Op het gebied van het onderwijs breekt dat het kabinet nu op.

Deze besluitcrisis in het kabinet biedt kansen. Wat volgt? Gaat die
ene kerncentrale van de baan? Krijgt kunst en cultuur uitstel? Blijft de zorgtoeslag gehandhaafd? Wordt de JSF-straaljager afbesteld? Vliegen er wat minder ambtenaren uit?
Welke onderwerpen lijken geschikt om Rutte’s prachtige hand aan de mensen te geven? Roept u maar.

Ga eens rond Rutte zitten.

Sit in Het CBS, de statistiekenboer, weet de cijfertjes altijd prachtig aan de actualiteit te verbinden. In 2010 is er meer arbeidtijd ‘verloren’ gegaan aan stakingen, dan in 2009. De post- en vervoersector kende de meeste stakingen.

Dat bericht
plaatst het CBS dan een dag voor de tweede stakingsronde in het openbaar vervoer plaatsvindt. Na Amsterdam, wordt er morgen in Rotterdam gestaakt tegen de plannen het openbaar vervoer te privatiseren. Den Haag heeft de staking op 20 april gepland.
Dinsdag 12 april wordt misschien wel een hoogtepunt bereikt in de onrust die Rutte veroorzaakt, want ook de studenten gaan er weer tegenaan. In Den Haag willen ze op het Plein hun ongenoegen uiten over de bezuinigingen.

Nu heeft het CBS het alleen over arbeidsonrust, waarvan het grootste deel cao-onderhandelingen betrof. Er zijn, voor zover ik weet, geen recente statistieken over andere maatschappelijke onrust. Behalve dan onze Onrustmonitor, waarin niet alleen stakingen worden bijgehouden, maar ook acties tegen de bezuinigingen en overige maatschappelijke acties. De laatste stand van zaken is in
dit exceldocument te zien.
Van 1 januari tot en met vandaag zijn er 43 acties meer gehouden dan in 2010. Dat komt neer op een toename van 123 procent. De score staat nu al op een gemiddelde van 18,5 acties per maand, terwijl dat in 2010 slechts 2,8 gemiddeld per maand was.

Het aandeel stakingen en overige arbeidsonrust staat op 16,9 procent van het totaal. In 2010 bestond 50 procent van alle onrust uit arbeidsconflicten. Acties tegen de bezuinigingen zijn explosief gegroeid. In 2010 maakten die voor 47 procent deel uit van Nederland in beweging, dit jaar is dat al 67,5 procent.
Overige maatschappelijke acties stijgen ook. In 2010 slechts 3 procent, nu 15,6 procent, vooral te danken aan het groeiende protest tegen nieuwe kerncentrales.

De meeste acties verlopen rustig. Dat komt ook om dat meer voor petitie- en handtekeningacties wordt gekozen. Ook publieksvriendelijke acties zijn populair. De acties in het openbaar vervoer worden niet door iedereen publieksvriendelijk genoemd en studentenacties willen nog wel eens verstoord worden door wat raddraaiers heten te zijn.
Mag ik eens een rustig soort actie aanbevelen, dat vorig jaar door de stakende schoonmakers uit de vergetelheid is gerukt? Zij hielden vorig jaar een “sit in” op station Utrecht Centraal. De ‘sit in’ kennen we vooral uit de roerige zestiger en zeventiger jaren en was een vorm van geweldloos protest.Kijk, studenten zouden liever op het Binnenhof protesteren, dan daarbuiten, maar daar heeft de overheid trauma’s aan overgehouden, dus wordt dat binnenpleintje hermetisch afgesloten.

Maar goed, je kunt dan zelf het Binnenhof afsluiten. Als een enorme mensenmassa om het Binnenhof gaat zitten, kan er niemand meer op, maar ook niet meer af.
Zie je het al voor je? Studenten die rond het grondgebied van het Torentje gaan zitten. En dat dan dagen volhouden, gesteund door burgers die ook al maanden tegen de bezuinigingen protesteren. Een manier om de politiek even te isoleren en tot herbezinning te dwingen.

Want bezuinigen kan anders. Minder, omdat de economie weer aantrekt. En met andere keuzes. Rutte heeft altijd gezegd goed naar de oppositie te willen luisteren. Wel, als de burgeroppositie even plaats neemt rond het Torentje, kan Rutte de discussie aangaan.
Samen komen we er immers wel uit, toch?