Categoriearchief: Maakbaarheid

De werkverschaffing komt er aan

De werkverschaffing komt er aan Dertig mobiliteitscentra zullen door de crisis getroffen werknemers aan werk helpen. Over twee weken zijn de eerste mobiliteitscentra operationeel en zal op 20 locaties de basisinfrastructuur gereed zijn. Dat belooft minister Donner (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in een brief aan de Tweede Kamer.

De economische crisis valt samen met ander ingrijpende veranderingen in de economie, de maatschappij en het klimaat, zo schrijft de minister. Hoe dat te duiden weet hij niet, maar wel “dat we aan de vooravond staan van majeure herschikkingen in de economie en daarmee ook op de arbeidsmarkt“.

De werktijdverkorting zal niet genoeg zijn om de situatie het hoofd te bieden. Dus “zal het erop aankomen de stromen op de arbeidsmarkt te accommoderen, door effectieve bruggen te bouwen van overschotsectoren naar tekortsectoren. Een effectieve ondersteuning van mobiliteit door de mobiliteitscentra, verbetering van inzetbaarheid, ook met behulp van scholing, en versterking van van-werk-naar-werk-trajecten zullen daarbij centraal staan“.

De minister vreest dat de werkloosheid tot 200.000 meer dan in 2008 op zal lopen en massaontslagen niet te vermijden zijn. Deze crisis is ernstiger dan de crises van de afgelopen halve eeuw, aldus Donner. Aanpakken dus, met mobiliteitscentra, reïntegratieprojecten, omscholingen en “nieuwe zekerheden in flexibiliteit” (zie de hele brief, hier in pdf-formaat).

Flexibiliteit: de werkverschaffing anno 2009.
Nee, we hoeven niet te vrezen voor
30'er-jaren taferelen. Geen herkaveling van het Amsterdamse Bos, herstructurering van het Twentekanaal of de ontpoldering van de Zwarte Broek onder Molenend (Tietjerksteradeel).
Hoewel, je weet maar nooit. Het kabinet heeft tenslotte ook nog wat ambities liggen bij de Afsluitdijk, het nieuwe Deltaplan, de herinrichting van de natuur en de spoedverbreding van zo'n twintig verkeersaders.

Wel moet de huidige wtv-regeling (werktijdsverkorting) worden aangepast en zal rijk's uitgebreide “palet aan reïntegratie-instrumenten” en de bevoegdheden van gemeenten tot een geïntegreerde aanpak van werkverschaffing moeten leiden. De sociale partners wordt gevraagd flexibel mee te werken.
Wat dat concreet moet inhouden, is in de brief niet vermeld.

Zal een door de rookcrisis getroffen horeca-ondernemer straks geen ongepast werk meer mogen weigeren? Of wordt hij omgeschoold tot turbinebouwer omdat er een windmolenpark in de Noordzee moet komen? Als Corus (Hoogovens) plat gaat, worden de staalarbeiders dan ingezet om de A1 bij Diemen te verbreden of gaan ze de rails maken die alsnog nodig zijn voor de hoge snelheidstrein naar het noorden?

Met die “nieuwe zekerheden in flexibiliteit”, mag Donner wel de visionaire richtinggever van het kabinet worden genoemd. Want laten we wel zijn: mensen die zich hun hele leven laten vastroesten in één en hetzelfde baantje zijn sufkonten. En wat doen sufkonten? Die gaan zich vervelen en vervallen in liederlijke uitspattingen, waar dit kabinet graag een eind aan wil maken.

Dus als een Daf-medewerker die auto's wel heeft gezien en zijn energie gaat richten op hooliganisme bij PSV, krijgt-ie een baan in Groningen en mag de Eemshaven uitbaggeren. Dat heeft hij natuurlijk ook gauw gehad en net als hij van de ergernis een peuk op wil steken in de lokale kroeg, wordt hij overgeplaatst naar Kerkrade om zijn bijdrage te leveren aan de wederopbouw van de kolenmijnen. Da's omscholen, verhuizen en hard werken en liederlijk gedrag verdwijnt als sneeuw voor de zon.

Maar goed, dat zijn zomaar wat opties. Heeft u nog ideeën om Donner's Plan van de Arbeid gestalte te geven?

Het was een ongeluk, het blijft een ongeluk

Klik voor bron plaatje: www.livingsculptures.com Bij het doorlezen van de vraag van het jaar op het World Question Centre (zie dit artikel van afgelopen donderdag) heb ik me uitstekend vermaakt. De meest uiteenlopende zaken, kwamen op de meest uiteenlopende wijze aan de orde.

Tja, dat krijg je als je wetenschappers een behoorlijk brede vraag voorlegt. En ineens moest ik denken aan een televisieprogramma van 15 jaar geleden. In “Een schitterend ongeluk” legde Wim Kayzer ook brede vragen voor aan een zestal wetenschappers, die hun visie gaven over de ontwikkeling van de mens, ons bewustzijn en de wetenschap. Was de oerknal een ongeluk en is de mens dan het schitterende product van dat ongeluk, was de centrale vraag.
Zouden die zes ook present zijn bij het beantwoorden van de vraag wat alles zal veranderen?

Jawel hoor, drie van de zes gasten van Wim Kayzer zijn ook nu niet te beroerd hun licht te werpen op de veranderingen die komen gaan. Stephen J. Gould is in 2002 overleden, dus hij staat er niet bij. Helaas missen we Oliver Sacks en Stephen Toulmin. Maar wel aanwezig zijn Daniel C. Dennett, Freeman Dyson en Rupert Sheldrake. En wat zal, volgens hen, alles veranderen?

Daniel C. Dennett. Juist zo'n vraag stellen, zal alles veranderen, zegt Dennett. Reflectief, wetenschappelijk onderzoek kijkt ook naar de wijze van onderzoeken, met als doel het onderzoek te verbeteren. We verbeteren onderzoekstechnieken en komen steeds meer te weten en met wat we meer weten onderzoeken we verder. Dat zal alles veranderen.

Dennett wijst er op dat naar mate het wetenschappelijk onderzoek zich door zelfonderzoek zal verbeteren, de onzekerheden zullen toenemen. Want zal meer weten ook tot meer zekerheden leiden? Welke ontdekkingen zullen waarheden opleveren die als nieuwe dogma's jaren stand zullen houden, welke zullen slechts een waarheid voor de waan van de dag bieden?

Door meer inzicht en technologische ontwikkelingen volgen nieuwe ontdekkingen zich in steeds sneller tempo op. Dennett vraagt zich af of we nog wel kranten zullen hebben, of we so-wie-so nog zullen lezen. Hij ziet ziekenhuizen wellicht veranderen tot de drogisterij-afdeling van de supermarkt en de kerken tot niet meer dan een koeienstal. De meest basale instincten zullen langzaam slijten en niet langer deel uitmaken van ons genen-pakket, omdat we ze door verfijnde technologische hulpmiddelen niet meer nodig hebben.

Wetenschappelijk onderzoek, continu vragen stellen zal de mens dus zo veranderen dat hij een meer artificiële recreatie van zichzelf wordt. Dennett hoopt wel dat onze voortdurende nieuwsgierigheid de kenmerkende constante van de mens zal blijven.

Freeman Dyson. Ook hij ziet de mens veranderen. En wel door een belangrijke verandering in onze communicatie. Hij ziet het er nog van komen dat we rechtstreeks, van brein tot brein, met elkaar van gedachten wisselen. Hersenactiviteit krijgen we zo onder controle hebben, dat radiotelephatische communicatie een reële mogelijkheid wordt.

Heel simpel. Nu al kunnen we hersenactiviteit meten en zichtbaar maken. Steeds meer weten we wat die geregistreerde activiteit betekent. Het moet niet zo'n hele grote stap zijn om met een ingebouwd apparaatje die activiteit zelf uit te zenden of te ontvangen. Die rechtstreekse communicatie zal niet alleen tot beter begrip van mensen onder elkaar leiden, we kunnen ook zelf beleven wat een vogel voelt, die vrij door de lucht vliegt of de angst van een opgejaagd hert meemaken. Heel idealistisch hoopt Dyson dat we daardoor beter zullen omgaan met de hele gemeenschap waar we deel van uitmaken.

Hij ziet wel een risico. Als iedereen zo maar je gedachten en gevoelens radiotelephatisch kan oppikken, zou het wel eens definitief gedaan zijn met onze privacy. De toekomstige generaties hebben dan ook de taak die met nieuwe wetten en regels te beschermen. Het kan eenvoudig: iedereen moet het recht hebben zijn zendertje aan of uit te zetten, wanneer hij maar wil. Zonder opgaaf van redenen. .

Rupert Sheldrake. De man die meent dat er meer is tussen eiwitten en neuronen, voorspelt de definitieve ondergang van het materialisme. Nu heeft die nog enig krediet, maar omdat materialistisch denken op evenveel gebakken lucht is gebaseerd, als een deel van ons financiële stelsel, zal ook het laatste restje krediet dat het materialistisch denken heeft, een fatale crash meemaken.

Het materialisme gaat er vanuit dat materie de enige realiteit is, stelt Sheldrake. Bewustzijn zou niets anders zijn dan hersenactiviteit, een natuurkundig verschijnsel. Van Sheldrake weten we dat hij dat een te beperkte visie vindt en ook nu weer wil hij aantonen waar de schoen hem wringt. Vier tekenen aan de wand, die het einde van het materialisme aankondigen.

1. Sommige natuurkundigen stellen dat bij quantum mechanische verschijnselen kunnen alleen juist verklaard worden, als ook rekening wordt gehouden met de gedachten van de waarnemers zelf. Sheldrake gaat dan snel door de bocht door te stellen dat gedachten daarom niet beperkt kunnen worden tot natuurkundige formules.
2. Hij wijst op nieuwe theorieën betreffende de natuurkundige realiteit, die schudden aan de grondvesten van het materialistische denken. De
superstringtheorie, de M-theorie met multi-dimensionaliteit, wijzen ons een nieuwe weg.
3. De ons bekende materie en energie maakt voor slecht 4 procent deel uit van het universum. De rest is donkere materie. Dus over 96 procent van de natuur tasten we in het duister.
4. Als de oerknal net iets anders had verlopen, dan nu bekend wordt veronderstelt, zouden we misschien niet eens bestaan. Dus waarom zouden er ook niet andere universums bestaan, waar andere natuurkundige wetten gelden?

Dat alles is, volgens Rupert Sheldrake, genoeg reden om definitief afscheid te nemen van het 19e eeuwse materialisme. Het maakt de weg vrij voor nieuwe perspectieven en mogelijkheden. En als we de pretentie van het ultieme antwoord opgeven, zal wetenschap vrijer en leuker worden.

Waar Dennett en Dyson voortborduren op de maakbare mogelijkheden vanuit het materialistisch denken, blijft Sheldrake op zoek naar bewijzen van het ongerijmde, vanuit het ongerijmde.
Dat laatste is leuk en biedt natuurlijk perspectieven buiten de bekende kaders waar we soms zo vreselijk in vast zitten. Maar zoek eerst eens, in het hier en nu, de drogredeneringen die er toe leiden dat we in de vicieuze cirkel zitten, die Alan Alda op dezelfde website benoemt.
Wie weet kunnen we zo voorkomen dat nieuwe uitvindingen en nieuwe theorieën tot nieuwe ongelukken leiden. Of zouden we zonder ongelukken geen stap verder komen?

Change? What change?

Change? What change?

Nog even iets over het nieuwe van dit kersverse jaar en dan hou ik erover op. Het is tenslotte sneller kerst dan je denkt en daar moeten we goed op voorbereid zijn.

De eerste 8 dagen van dit jaar laten nog een spectaculaire veranderingen zien. Veel hetzelfde als vorig jaar. Israël begon de Gazastrook iets later onder vuur te nemen en de kredietcrisis begon goed op stoom te komen.
Eigenlijk is alleen het weer anders. Vorig jaar waren slechts de eerste drie dagen echt winters en was januari een relatief warme maand. Dat is de laatste dagen weer wel nieuw (of wel nieuw weer?)

Wel was Obama, het eerste teken van hoop op verandering en dit jaar zullen we zien wat daar van terechtkomt. Wordt dit het jaar van Obama?
Voorlopig moeten we het doen met het Calvijnjaar en het jaar van Darwin. Ook al niks nieuws. Deze historische figuren hebben wel de wereld veranderd,

Calvijn, de man die bedacht had dat je nog zo je best kon doen, het is geen garantie dat dan god's rechtvaardigheid je ten deel zal vallen. Wie wel of niet god's genade zou ontvangen staat in god's geheime agenda. Wij kunnen ons slechts troosten, aldus Calvijn, met de gedachte dat zijn god alles regeert. Na Calvijn veranderde de wereld zo, dat er vandaag nog mensen zijn die zonder die troost niet kunnen functioneren.

Na Darwin veranderde de wetenschappelijke wereld en de opvattingen over de oorspong van de schepping. Zijn evolutieleer heeft zo lang sterk stand gehouden dat Calvijn's volgelingen dachten dat ze er iets anders tegenover moesten stellen: het creationisme.

Afijn, dat weten we allemaal wel. De vraag wat alles de komende tijd zal veranderen, is de vraag van dit jaar op de website Edge, die zich ook wel het World Question Centre noemt. Wetenschappers geven hun kijk op het nieuwe jaar en wat zal volgen. Op VPRO's Noorderlicht staan een paar aardige voorbeelden.

Sommigen voorspellen verdere stappen in de menselijke evolutie. Bijvoorbeeld ontwikkelingen rond ons bewustzijn en technologie: ons brein aansluiten op de computer en dan maar meerdere versies van onszelf maken. Of door consequent ons gedrag te verbeteren kunnen we onze erfelijkheid positief beïnvloeden. Dean Ornish, adviseur gezondheidsbeleid van Obama, denkt dat gezond blijven bewegen uiteindelijk mensen kan verlossen van erfelijke hartkwalen.

De nanotechnologie zou een geheel nieuwe dimensie aan de begrippen evolutie of creationisme kunnen geven. Wetenschappers achten het mogelijk dat we met nanotechnologie de schepping van de grond af aan opnieuw kunnen opbouwen.

Een aantal wetenschappers denkt dat niet de technologie voor invloedrijke veranderingen zal zorgen, maar wijzigingen in een aantal conceptuele opvattingen. Brian Eno denkt dat we het idee van vooruitgang zullen kwijtraken en steeds meer er vanuit zullen gaan dat alles slechter zal worden.

Of het allemaal waar zal worden? De tijd, ook zo'n concept zal het leren. Theoretisch natuurkundige Lee Smolin zegt echter dat ons idee van tijd moet veranderen. Hij wil af van de gedachte dat tijd een illusie is en dat de werkelijkheid tijdloos is. Alleen het heden bestaat, zo stel hij. Eeuwige waarheden bestaan dan ook niet, alleen de waarheden van dit moment.

Vermakelijke site, die Edge. Neem vooral ook de vragen van de voorgaande jaren eens door.

Volkslandbouw

Volkslandbouw

Een duurzaam “global food system” zal op een fundamenteel andere principes gebaseerd moeten zijn. Het nog immer vigerende idee dat schaalvergroting tot een ruim en goedkoop voedselaanbod zal leiden, is zwaar achterhaald. Sterker nog, het heeft nadelen die bijdragen aan voedselschaarste.

Dat zegt professor Tim Lang, één van de deskundigen die in de Britse Voedselraad de overheid van advies moet dienen om het eten voor iedereen in de toekomst veilig te stellen.
In een
interview op BBC News, legt hij uit dat louter op productie gericht denken, uiteindelijk geen oplossing zal bieden om alle monden te voeden. We moeten naar een allesomvattende benadering, waarbij energie, water, biodiversiteit en verstedelijking de leidende principes moeten zijn.

Bij energie moeten we rekening houden met het feit dat over niet al te lange tijd de olie op is. Als daar geen adequate oplossing voor komt, zal de voedselproductie en verspreiding problematisch worden. Er wordt nu nog heel wat olie gebruikt voor de productie en het vervoer van eten. Bij alternatieven voor olie wordt ook gekeken naar agrarische bronnen (biodiesel, biogassen, etc.). Kortom: als de olie op is, dreigt ook het eten op te raken.

De westerse voedselconsumptie leunt voor 50 procent op import uit landen waar water schaars is. Het afgelopen jaar waren er graantekorten door droogte in, onder ander, China. Dat betekent, zegt Tim Lang, dat we onze voedselafhankelijkheid onder de loep moeten nemen en met andere oplossingen moeten komen.

Biodiversiteit is belangrijk voor het in stand houden van de natuur, maar als je daar niet zorgvuldig mee omgaat kan het ten koste gaan van landbouw en dus voedselproductie. Politici en beleidsmakers zullen dus bij biodiversiteit niet alleen moeten denken aan het redden van de zebra-libellle, maar ook moeten uitvogelen hoe biodiversiteit een bijdrage aan de voedselketen kan zijn.

De verstedelijking groeit maar door. Dat is leuk als je in een levendige omgeving wil wonen, maar waar halen al die stadse mensen hun eten vandaan?
Met andere woorden: hoe kunnen in 2050 de negen miljoen wereldburgers voldoende te eten hebben, zonder hun habitat te verarmen?

Eén van de oplossingen zit al in het beleid van de europese overheden. Campagnes om de stadse mens weer “in verbinding” te stellen met de oorsprong van hun voedsel. Het is soms onthutsend te zien dat sommige mensen geen enkel benul hebben waar hun eten vandaan komt en wat er bij komt kijken om hun dagelijkse kost op hun bordje te krijgen. Een groter bewustzijn moet leiden tot een verantwoord gebruik van het eten.

Da's leuk, maar zolang je zelf geen koe hoeft te voeden en te slachten, zelf niet je kroppen sla hoeft te besproeien of in de blubber je aardappels moet rooien, zal die afstandelijkheid blijven.
In het BBC-artikel pleit chefkok Raymond Blanc voor zelfwerkzaamheid. Willen we wat te eten? Dan moeten we het zelf telen en zelf koken. In elk tuintje en op elk balkon zijn mogelijkheden om allerlei voedzame spulletjes te kweken. En als je dat zelf ook kan koken, heb je de kant-en-klare hap uit de supermarkt niet meer nodig.

Eigenlijk is de oplossing dus: kleinschaligheid. En wel zo kleinschalig dat iedereen voor zijn eigen eten zorgt. Er is dan minder olie nodig voor het vervoer van massa's voedsel en de Chinezen hoeven hun water niet helemaal op te maken aan onze behoeften. En de volkstuintjes, hoe klein ook, vergroten de biodiversiteit van de steden. Dat is ook het idee van Eetbaar Rotterdam. De stad, het groen en het eten kan heel goed samengaan.

We moeten niet alleen klimaatneutraal gedrag ontwikkelen, maar ook bodemneutraal leven. Voor elk baksteen of elk stukje beton, zou evenveel grond voor de natuur en landbouw gepland kunnen worden. Maar zou dat genoeg zijn om het dreigende voedseltekort te voorkomen?
Zoals ik eerder schreef zijn volkstuintjes en betoncompensatie aardige oplossingen, maar bij een doorgroeiende wereldbevolking bieden die uiteindelijk ook niet genoeg soelaas.

Professor Tim Lang heeft gelijk: op gebied van biodiversiteit, energie, water en urbanisatie zal er een omslag in ons denken moeten komen. Hij had er de bevolkingsgroei ook wel aan toe kunnen voegen.

De scheiding van geld en geloof

De scheiding van geld en geloof

Het is gedaan met de banken. Floris Deckers, die bij Van Lanschot Bankiers het bestuur voorzit, legt in De Volkskrant uit, dat de kredietcrisis in ieder geval leert dat de banken in hun huidige vorm vergane glorie zijn. Het is leuk geweest, maar nu de bankiers het deksel op de neus hebben gekregen, stelt Deckers voor de scheiding van geld en geld door te voeren.

De bank, oorspronkelijk een veilige bewaarplaats voor je goud, is een supermarkt geworden, met financiële producten op de schappen. Het verschil met de echte supermarkt is: als één van die producten rotte plekken begint te vertonen, kan dat de andere producten aantasten.

Wat zegt U? Dat kan in de echte supermarkt ook? Jawel, maar een rottende appel tast hooguit het hele groente- en fruitvak aan. Het zuivel en brood blijft meestal ongedeerd.
Dat is, zo weten we inmiddels, bij banken wel anders. Het schap met hypothecaire producten in de Amerikaanse superbanken begint kuren te vertonen en binnen een half jaar heeft heel de wereld er last van.

Floris Deckers meent een oplossing voor de toekomst te zien. Het begint met een herdefiniëring van wat een bank is. “Een bank is geen normaal bedrijf”, zegt hij in De Volkskrant. “Want een bank heeft (…) ook een publiek belang, een maatschappelijke netwerkfunctie”.

Deckers stelt voor het spaar- en leningen gedeelte te scheiden van de overige producten. En dan niet door binnen één bank twee streng gescheiden afdelingen voor de verschillende activiteiten te hebben. Nee, zegt Deckers, één bank voor sparen en lenen, waar winst minder belangrijk is dan het goed bewaren en beheren van ieders spaarcentjes. En een heel andere bank, een investeringsbedrijf, waar wel grote risico's genomen moeten worden. Kortom: de scheiding van geld en ander geld.

Goed idee. Enerzijds banken, die de oorspronkelijke rol als betrouwbare beheerder van je goud op zich neemt en anderzijds instellingen waar speculatieve gokkers hun gang kunnen gaan.
Maar die scheiding is er toch al? Stelde Wouter Bos niet, dat je een echte economie had, waar echt geld rondging om de dagelijkse kost te verdienen? En een onechte economie, van beurzen, aandelenhandel en speculaties?

Op het eerste gezicht lijkt dat ook zo te zijn. Terwijl beurskoersen piekten en daalden, bleef ons geld redelijk waardevast en konden we de kerstboodschappen gewoon inslaan. Maar waarom beginnen complete marktsegmenten dan ineens te klagen en te kreunen en is de kerststemming voor heel wat mensen danig verpest met werktijdverkortingen en onheilstijdingen over de toekomst?

Dat komt omdat we zonder vertrouwen niet kunnen functioneren. Het geloof in de betrouwbare bank wankelt en dat leidt tot een koopgedrag gebaseerd op onzekerheid. Dan maar even geen nieuwe auto. Jammer voor de kerstsfeer bij DAF, maar zelf hebben we de eigen kerstmaaltijd in ieder geval veilig gesteld.

Vertrouwen, geloof, het zijn even fiduciaire grootheden als het geld waarmee aandeelhouders hun wereld maakbaar maken. Je gelooft dat je iets concreets hebt, maar je kunt het niet zien of in je handen houden. En zo glipt een economie van waardevastheid door onze vingers.

Er zijn mensen die zonder geloof niet kunnen functioneren. Die mensen leven in de zekerheid dat ze brokken kunnen maken, omdat niet zij, maar god de waarde der dingen bepaalt en de afrekening in een of ander hiernamaals zal plaatsvinden.

En zo zijn er ook mensen die hun functioneren in de handen van de banken hebben gelegd. Wie gaat er vandaag nog naar de bank om zijn centjes door de handen te laten rollen en na te tellen of alles er nog is? We geloven blindelings de wissels, de bank-en giroafschriften. En we geloven dat de bank de cijfertjes wel op waarde zal houden.

Zodra geloof en vertrouwen niet meer corresponderen met wat we voor waar hebben gehouden, ontstaat een epidemische paniek. De zogenaamde onechte economie raakt de echte niet alleen, het penetreert diep in de dagelijkse werkelijkheid.

Het wordt misschien tijd voor een diepgaande heroriëntering op de scheiding van geloof en waarheid. Een goed begin is de scheiding van geld en geloof. Alles draait om geld tenslotte. Zet geld apart en geef het de werkelijke waarde van eten, drinken en wonen. Niets meer, niets minder. Voor alles wat we verder wensen te geloven richten we op wat we willen, maar geen banken.

Investeren in onderwijs loont

Investeren in onderwijs loont Wilt u hier eens iets positiefs lezen over de laatste kabinetten Balkenende (III en IV)? Daar komt-ie dan: de investeringen in het onderwijs beginnen vruchten af te werpen. Een mbo-student is meer gaan kosten dan een student in het hoger onderwijs.

Nu zullen hier en daar de wenkbrauwen naar het plafond schieten. Investeringen leveren duurdere studenten op? Is dat dan de bedoeling?

Tja, één van de redenen dat het mbo het duurste vervolgonderwijs is geworden, is de toename aan leerlingen. Meer leerlingen kosten meer geld. Dat is nog geen investering, dat zijn gewoon de dagelijkse kosten. Steeds meer leerlingen blijven in het onderwijs na beëindiging van de volledige leerplicht. De grootste groei zat in het mbo (toename van 18 procent) en het hoger onderwijs (29 procent meer studenten).

Ondertussen kost een mbo'er bijna 2000 euro meer dan een hbo-student. Okee, er zijn meer mbo'ers dan hbo'ers. Maar er zijn meer redenen waarom een mbo'er aan de dure kant is.

De maatschappij al een tijdje te wachten op de betere vakman en de hoger opgeleide werknemer. Nou zit die maatschappij op wel meer zaken te wachten, waar dit kabinet een stuk minder investeringsbereid voor lijkt. Maar wat het onderwijs betreft lijkt het de goede kant op te gaan. Neem dat mbo. Een greep uit de investeringen die het kabinet heeft gedaan. Ik beperk me even tot het mbo.

Onder Balkenende III werd extra geld uitgetrokken voor meer stageplaatsen en leerbedrijven. Behalve in de gezondheidszorg is dat ook gelukt. In 2006 heeft een investering van 40 miljoen euro er toe geleid dat er genoeg leerwerkplekken zijn. Bovendien heeft men met 95 miljoen euro ondersteuning mogelijke gemaakt voor mbo'ers die het wat moeilijk hebben en dreigen uit te vallen. Balkenende IV doet er een schepje bovenop.
Het mbo krijgt twee jaar meer tijd (is geld) om
competentiegericht onderwijs te realiseren en krijgen bedrijven subsidie om nieuwe methoden voor praktijkleren te ontwikkelen. In augustus is een proef gestart om vmbo en mbo te combineren met als doel meer kans voor de leerlingen op een diploma op mbo2-niveau en hopelijk ook minder schooluitval. Het bijzonder eraan is dat leerlingen niet eerst een vbmo-diploma moeten halen, alvorens door te stromen en les krijgen op één locatie en met dezelfde vbmo- en mbo-docenten te maken hebben.

En wat te denken van de 116 miljoen dit jaar, bedoeld om de doorstroom vmbo-mbo-hbo te stimuleren en de studenten op ondernemerschap voor te bereiden. Om de zaak goed af te ronden doet het kabinet nog een duit in het mbo-zakje om er voor te zorgen dat het taal-en rekenniveau van mbo'ers wordt opgeschroefd.

Denk niet dat het mbo nu in weelde ronddobbert. Door het mbo met 155 miljoen euro te korten, denkt het kabinet de scholen te stimuleren hun leerlingen binnen te houden. Daartoe is de 2e teldatum ingevoerd. Hebben de mbo-instellingen op die datum nog steeds hetzelfde aantal leerlingen als op de 1e teldatum, dan kunnen ze alsnog die 155 miljoen krijgen.

Bovendien is het kabinet niet de enige die investeert in het mbo. Bedrijven zijn de belangrijkste particuliere geldverstrekker. Zij hebben meer betaald aan de stage- en leerwerkplekken. Ook de huishoudens, de ouders dus, hebben meer moeten bijdragen aan de lessen.

Maar goed, er zijn dus meer mbo-leerlingen die ook vaker hun diploma halen. En hoger onderwijs wordt steeds populairder. Althans, volgens de bronnen die u in de links hierboven aantreft (het CBS en de website regering.nl).

Borstklopperij van de overheid of komt de beter gekwalificeerde vakman en de hoger opgeleide werknemer er nu echt aan?

Onrustdag

Onrustdag

Genietend van de zondagsrust nog even een beschouwing over arbeidsonrust.

Vakbonden uit heel Europa gaan aanstaande dinsdag wat arbeidsonrust organiseren op de stoep voor het Europees Parlement. De vakbonden hopen met een grote demonstratie het parlement over te halen een besluit van Europese ministers van Sociale Zaken ongedaan te maken.

De ministers hebben besloten dat het de lidstaten vrij staat om 60 uren per gemiddelde werkweek als norm in de arbeidstijdenwetten op te nemen.

De nederlandse arbeidstijdenwet kent sinds 1 april 2007 ook een werkweek van 60 uur, maar bij 16 aaneengesloten weken noeste arbeid, mag het niet meer dan 48 uren gemiddeld per week zijn. (zie artikel 5:7 uit de Arbeidstijdenwet).

De Europese ministers hebben dus de weg vrij gemaakt voor een toename aan arbeidsonrust.
Onder de noemer “flexibele arbeidstijden” wordt langer werken verstaan. Dan ligt het gevaar op de loer dat ontspanning (vrije tijd) en reproductieve arbeid (huishouden, boodschappen doen, zorg voor kinderen) in de knel komen. Dat moet wel tot de nodige onrust leiden.

Ja maar, zeggen de Europese overheden, als we dit niet goed regelen dan krijgen we grote problemen als de vergrijzing eenmaal een feit is. Vanwaar dan naar een eendimensionale en verhullende wetgeving gegrepen?

Verhullend, omdat ze net zo goed een wet had een kunnen bedenken waar een maximum aan vrije tijd is vastgelegd. Dat had duidelijker geweest, maar zeker tot grotere protesten geleid dan de vakbonden dinsdag waarschijnlijk op de been kunnen krijgen.

Eendimensionaal, want er zijn meerdere oplossingen. Bijvoorbeeld eens nagaan of alle werk dat er nu is, allemaal wel zo nodig is. Schrap je de productie van onzinnige, onnuttige hebbedingetjes, dan kunnen de zo vrij gekomen werkende handen ingezet worden bij de wel nuttige en zinvolle arbeid.

Maar ook dat zal tot protesten leiden waar de Europese ministers liever niet mee te maken willen hebben. Ze worden niet graag beschuldigd van staatsbemoeienis met de vrije markt.

Je kan het de minister niet kwalijk nemen dat ze hen dan maar één oplossing rest: we moeten langer werken.

Groenchristelijk: Atsma's Fietsenplan

Groenchristelijk: Atsma's Fietsenplan Het kon niet uitblijven: het CDA wordt GroenChristelijk. Na Mark Rutte's pamflet om van de VVD een groenrechtse partij te maken, komt het CDA met het fietsenplan van Joop Atsma.

Begint men ter rechterzijde het milieu steeds serieuzer te nemen of probeert men de groene zieltjes ter linkerzijde binnen te halen? GroenLinks bleek bij de laatste peilingen drie zetels winst te boeken. Dat is toch echt geen bedreiging voor het CDA. Ook is er in de verste verte geen volksopstand te bespeuren omdat het niet opschiet met het halen van milieudoelstellingen. Waarom moet dan de fiets ineens tussen ieders oren komen te zitten, zoals Joop Astma propageert in een interview (pdf!) op fietberaad.nl.

Misschien heeft het te maken met de hobby van het CDA. Zonder het geloof meent men niet te kunnen functioneren en daarom maakt het CDA werk van de hobby. Door de bijbel geïnspireerde normen en waarden worden in wetten vastgelegd zodat elke burger net zo zal functioneren als elke CDA'er.

Joop Atsma heeft nog een hobby: fietsen. Conform de CDA-gedachte, wat goed is voor ons, is goed voor iedereen, zal dus iedereen ook op de fiets moeten. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is daar eigenlijk verantwoordelijk voor, maar die doet zo weinig dat het de hoogste tijd is voor Atsma's Fietsenplan.

Dat plan bevat geen nieuws. Wel een aantal zaken die al jaren door fietsgekken en milieufanaten zijn voorgesteld. Zie hier Atsma's Fietsenplan:
1. De fiets moet gratis meegenomen kunnen worden in de trein.
2. Fiscale maatregelen ter bevordering van fietsverkeer. De vergoeding die bedrijven aan hun werknemers mogen geen, moet omhoog. Forensen die fietsen moeten een standaard kilometervergoeding krijgen van 19 cent per kilometer.
3. Het hoge btw-tarief voor de aanschaf van nieuwe fietsen en bewaakte stallingen moet omlaag.
4. Ouderen moeten niet alleen een vergoeding voor rollator of scootmobiel kunnen krijgen, maar ook voor een elektrische fiets.
5. Fietslessen moeten verplicht onderdeel van de inburgeringcursussen worden.
6. Studenten moeten met hun ov-kaart kunnen kiezen of ze de ov-ritjes inruilen voor een gratis abonnement op de fietsenstalling.
7. Geen landbouwverkeer meer op fietspaden.
8. Mensen die vaak fietsen moeten daarvoor een korting op de zorgpremie kunnen krijgen.
9. Meer investeren in veilige, aantrekkelijke fietsroutes.
10. De elektrische fiets heeft de toekomst. Investeren en innoveren.

Alsof Joop Atsma dit artikel op dit weblog heeft gelezen en nu met zijn versie van gekke fietsplannen komt.
Prima fietsenplan. Ter ondersteuning nog wat kanttekeningen en verbeterpuntjes.

Atsma wijst er op dat de financiering van zijn plan gedragen kan worden door meerdere ministeries en het bedrijfsleven. Maar het is niet nodig de burger over de streep te halen door zaken gratis of fiscaal aantrekkelijk te maken. Mensen zijn best bereid te betalen, mits het gebodene maar makkelijk voor het grijpen is.
Een fiets gratis mee in de trein, is leuk. Maar als je allerlei toeren moet uithalen om de fiets ergens in die trein te proppen, houden veel mensen het wel voor gezien, vrees ik.

En de elektrische fiets promoten? Goed idee. Alleen zul je dan zien dat de gebruikers van zulke fietsen dan geen korting op hun zorgverzekering krijgen, omdat ze dan te weinig zelf bewegen. De gewone fiets kan ook nog wel wat comfortabeler en soepeler qua pedaaltechniek en rendement van voortbeweging.

Met het verplichte inburgeringsfietsen begeeft Atsma zich op glad ijs. Het risico bestaat dat anderen hier weer een open deur inzien om alleen immigranten toe te laten die uit landen komen waar men fietsen gewend is. In dat geval blijft alleen China over. Zo zal Atsma zijn fietsplan niet hebben bedoeld.

Tot slot: Atsma's plan zou kunnen sneuvelen op punt 7: geen landbouwverkeer op fietspaden. Daarmee krijgt hij wellicht flink wat tegenstand uit een deel van zijn achterban. Maar goed, hulde Joop! Nu laten zien hoe sterk de eenzame fietser is.

Tijdmanagement

Tijdmanagement

Het is de hoogste tijd voor werktijdverkorting. De vakbonden gaan naar Den Haag om het kabinet duidelijk te maken dat het voor een slow-decision-beleid nu nog veel te vroeg is. De auto-industrie heeft last van de kredietcrisis en wil onmiddellijk steun van de overheid.

Werktijdverkorting is het toverwoord. Geld wordt, vooralsnog, niet gevraagd. Het kabinet zou immers het Amerikaanse voorbeeld kunnen volgen en geen cent in de autobusiness willen steken. Zijn er nog andere mogelijkheden?

Tuurlijk wel. NedCar en Daf zouden zich te koop aan kunnen bieden. Misschien heeft SolarWorld interesse. Deze Duitse producent van zonnepanelen heeft al een bod van 1 miljard euro uitgebracht op Opel om die om te vormen tot een fabriek die louter ecologische modellen op de markt zou moeten brengen. Opel ziet daar helemaal niets in en houdt liever de hand op bij de Duitse regering.

Het is een grappig idee van SolarWorld. Maar niet de oplossing voor dit moment, want zou de consument nu wel geld uitgeven aan een nieuwe elektrische auto? Een goed functionerend elektrisch karretje gaat echt niet goedkoper worden dan de huidige benzinemodellen.

Tijd is geld. De werktijdverkorting gaat de overheid geld kosten. Die moet namelijk uit de ww-pot worden betaald. Maar tijd kun je ook anders besteden. Een paar suggesties.

Men zou wat langzamer kunnen werken. Er is minder vraag. De autofabrikanten denken dat het een tijdelijk dipje is. Kalm aan dus.
De tijd die minder wordt besteed aan het sleutelen aan de auto’s kan productief worden gemaakt door die te besteden aan zaken die volgens het bedrijfsplan hard nodig zijn maar nog weinig ontwikkeld. Gewoon omdat men daar te weinig tijd voor had. Het duurzaamheidbeleid, de bijscholingen voor de bedrijfsveiligheid, het opzetten van personeelscommissies die hun eigen innoverende ideetjes kunnen doorontwikkelen, fitness op de werkvloer, omscholing, of wat dan ook.

Of men neemt de tijd om de zaak grondig te verbouwen. Afgelopen met de benzineauto. Het bedrijf gereed maken voor de ecologische wagens. Tijd besteden aan de toekomst dus.
Als daar geld voor nodig is om dat te realiseren, mag wat mij betreft de staatskas worden aangesproken.

Leidinggevenden

Leidinggevenden Behalve zo'n 110.000 loodgieters zijn er ruim een miljoen andere leidinggevenden. Loodgieters geven u een leiding voor uw sanitair, centrale verwarming of riolering. Die andere ambachtslieden geven leiding aan mensen. Ik weet niet wat makkelijker is.

Een beginnend loodgieter verdient wel iets meer dan een beginnend academicus. Dat verschil wordt gauw ingelopen als de hoge opgeleide een leidinggevende functie weet te krijgen. De loodgieter kan na jaren last van zijn rug krijgen, de leidinggevende kan al gauw de rug op van zijn werknemers en dan ligt een burn-out op de loer. Een loodgieter verbrand hooguit zijn handen aan de gasbrander als-ie een leidinkje moet fitten.
Onderschat de werkdruk van loodgieters overigens niet. Er zijn er veel te weinig van, dus ze werken zich een slag in de rondte om het werk gedaan te krijgen.

Het lijkt een erg scheve verhouding: slechts ruim 100.000 loodgieters tegenover ruim 1 miljoen andere leidinggevenden. Zou de behoefte aan sturing zoveel groter zijn dan aan sanitair en cv's ? Of is het nu eenmaal zo dat je altijd baas boven baas hebt?

Dat laatste is zeker het geval. De ploegbaas geeft leiding aan wat uitvoerenden, de manager geeft leiding aan de ploegbazen en de directie geeft leiding aan de managers. En dan zijn er nog bedrijven waar een raad van bestuur leiding geeft aan de directie.

Nu is “leiding geven” ondertussen bijna net zo'n taboewoordje als “baas” en heet het tegenwoordig managen of aansturen. Ondergeschikten heb je ook niet meer. Dat zijn medewerkers of soms heel sjiek employees geworden.
De hiërarchie is er niet minder door geworden. Uiteindelijk hakken de leidinggevenden de knopen door en beslissen zij wie wat doet, hoe dat gedaan moet worden en wie wordt aangenomen of ontslagen. Natuurlijk, niet zonder te luisteren naar de werkvloer en in overleg met de ondernemingsraad. Dat hoort bij het moderne leidinggeven. Maar gelijkwaardige collega's zijn een leidinggevende en een werknemer niet.

Dat 14 procent leiding geeft aan de overige 86 procent is misschien nog aan de lage kant. Mag ik dat met een voorbeeldje illustreren?
Toen ik vorig jaar een min of meer leidinggevende functie kreeg was het bij de collega's ineens over met de zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. Bijna elk probleempje werd op mijn bord gegooid, terwijl ze de jaren daarvoor zelf oplossingen moesten bedenken. Dat ging vergezeld met de opmerking dat men blij was dat er weer eens leiding op de werkvloer aanwezig was.

Dat vind ik vreemd. Het tekende wel het ongemak dat sommige mensen voelen bij de begrippen “zelfsturing” en “eigen verantwoordelijkheid”.
Voor een deel ligt dat aan slecht leiding geven. Een team dat inderdaad knopen doorhakt, maar nooit een complimentje krijgt of te stelselmatig te maken krijgt met het terugdraaien van besluiten door de managers, zo'n team houdt wel een keer voor gezien. Dat geldt ook voor teams die in hun bewegingsvrijheid ernstig worden beperkt. Zeker als niet goed wordt uitgelegd waarom die beperkingen er zijn. Zo zal het niet in elk bedrijf gaan, hoop ik.

Voor een ander deel willen sommige mensen verantwoordelijkheden helemaal niet. Gewoon het ding doen waar ze goed in zijn en verder geen gedoe. Moeten die mensen een manager over zich heen krijgen die net op een training heeft geleerd hoe hij het beste uit zijn mensen kan halen om ze vervolgens met beperkte verantwoordelijkheden op te zadelen?

Dat er een miljoen leidinggevenden zijn zegt, behalve over een traditionele hiërarchie-cultuur, ook iets over het grote aantal mensen dat graag de leiding uit handen geeft. Pas als men die opeist hebben we waarschijnlijk nog maar twee procent leidinggevenden nodig.