Categoriearchief: Codes

DNA bewijst: we zijn allemaal mensen.

Kipmens We doen erg ons best ons te onderscheiden van dieren. Een evolutionair proces dat nog lang niet af is. Kuddegedrag is ons niet vreemd. Rondrennen als een kip zonder kop, als een struisvogel die kop in het zand steken, samenscholen als vissen, allemaal gedrag dat wen met dieren gemeen hebben. En hoe wetenschappers ook zoeken naar de erfelijke verschillen, bij elk onderzoek vindt men stukjes DNA dat ook in een muis, een zakpijpje of een kip is terug te vinden.

Dat zegt nog niets. Er is zo’n lange geschiedenis waarin levende wezens zich hebben ontwikkeld tot wat ze nu zijn. Die geschiedenis dendert sneller door, dan we die kunnen onderzoeken. Een ding weten we wel, als we om ons heen kijken. Er zijn behoorlijk veel vogels van diverse pluimage.
Dankzij archeologie en DNA-onderzoek weten we ook waar sommige van die vogels vandaan komen.

Van mensen weten we dat ook. Van oudsher zwierven mensen over de aardbol. Ze kruisten niet alleen elkaars pad, maar ook elkander. Dat brengt de Belgische kunstenaar KoenVanmechelen
tot de stelling: zonder migratie was de mens al uitgestorven. Om dat nader te onderzoeken zet hij, samen met wetenschappers, de Open University of Diversity op.
Koen Vanmechelen is bekend van projecten als de Cosmopolitan Chicken Project. Zowel virtueel als in het echt kruist hij kippen, om aan te tonen dat je zo een grote diversiteit kan bereiken.

Rascisme is een hersenspinsel, eenheidsdenken een kunstmatig gedachtengoed. Zonder kruising is iedere stam eindig, dus diversiteit is een noodzaak, zegt hij in het Belgische Nieuwsblad.
Hoe verschillend we er ook uitzien, we zijn allemaal dezelfde mensen met hetzelfde DNA. Waren de ogen maar zo uitgerust, dat we op het eerste gezicht meteen dat DNA konden scannen.

Luyendijk's Binnenhof-examen.

Nieuwspoort Wie de politiek van binnen en van buiten kent, alles weet wat er in achterkamertjes en in Nieuwspoort wordt besproken en waarom pers en politiek zo’n innige band hebben, maakt kans maandag 17 januari cum laude te slagen voor Joris Luyendijk’s Binnenhof-examen.
In Paradiso kun je je kennis over de codes en mores in de Haagse politiek laten testen.

Of is het een literatuurexamen? Joris Luyendijk schreef een boek over de Haagse lobbyisten, politici, journalisten en voorlichters. Hij mocht ze in Nieuwspoort van dichtbij bekijken. Moet je dat boek (niet meer dan een pamflet volgens Boeklog) gelezen hebben om een dikke voldoende op dat examen te halen?

Ik ben benieuwd naar de examenvragen. Er is ook nog zoiets als
de Nieuwspoortcode. Niets van wat daar wordt besproken, mag naar buiten worden gebracht. Er is overigens geen wet of reglement waar dat in staat. Het is een onderdeel van de Binnenhofmores. Wie echter zijn handen niet van de barkeeper af kan houden, kan wel op publiciteit rekenen.
Hopelijk stelt Luyendijk open vragen, zodat er ruimte is voor de examenkandidaten zaken te vermelden die tot nu toe achter de Nieuwspoortcode schuil gingen. Krijgt Frits Wester in de bar van het perscentrum al jaren de prinsjesdagstukken toegeschoven? Wist de pers al eerder dan sommige kabinetsleden dat Balkenende III zou vallen? Welke journalisten is een baan als persvoorlichter geboden in ruil voor welgevallige publicaties?

Op zich is het niet bijzonder dat een dagelijks met elkaar optrekkend circus een eigen morele code kent, waar wij geen weet van hebben. Iedereen die een andere baan neemt, naar een andere plaats verhuist, lid wordt van een sportclub, komt er vanzelf wel achter welke ongeschreven wetten in gemeenschapjes gelden. Die codes zijn verre van transparant. De mensen die zulke stille codes naleven, kunnen ze vaak niet eens uitleggen.

Moet de Nieuwspoortcode gebroken worden? Zouden de Binnenhof-mores geopenbaard moeten worden?
Over de verhouding tussen pers en politici is genoeg geschreven. Ik deel de mening dat journalisten onafhankelijk hun werk moeten doen. Dat houdt in dat ze zeker zaken naar buiten moeten brengen, die van belang zijn voor de samenleving, voor de burgers.
En wat de Binnenhof-mores betreft: het is niet erg dat met handjeklap en achterkamertjesberaad besluiten en stemmingen tot stand komen. Maar leg daarna dan wel uit hoe dat is verlopen. Verantwoording afleggen, heet dat. Nu moeten kiezers maar gissen naar mogelijke deals en afspraken. Het is voor de stembusgang wel handig te weten, welke afspraken de kiezer goed of correct vindt.

Op de gevel van Nieuwspoort hangt een gedicht van Jan de Groot, ter herinnering aan de oorlogsjaren 1940 – 1945.
‘Hoort
het vrije woord,
bedreigd, versmoord,
brengt in de nood
zijn vechters voort
tot aan de dood’

Dat hangt daar toch niet voor niets? Het vrije woord is pas vrij als het openbaar kan zijn. Waarom zouden gesmoes en borrelpraat niet onder het vrije woord vallen?

Twitter onder de pet houden?

Twitter Sociale media zijn zo lek als een mandje. Daar kan zelfs diplomatieke post niet tegen op. Wikileaks had er informanten voor nodig. Wie echter twittert, zijn foto op het digitale smoelenboek zet, hyperdehyved of zich in linke netwerken laat verstrikken, is zo opgespoord. Dat is ook de bedoeling. Alleen alles wat je dan nog de digisphere in slingert, kan tegen je gebruikt worden.

Dat heeft een hoofdopsporingsambtenaar ondervonden. Districtschef mevrouw Dijksman
is geschorst, omdat ze een voorbarige conclusie twitterde. Van het akkefietje zijn de gezamenlijke commissarissen en directeuren van bedrijven zo geschrokken, dat ze acuut een twitterbeleid op poten zetten. De politiebonden vinden dat niet nodig. De politiebonden vinden het wel een tikkeltje onprofessioneel van de chef. De vraag is alleen: vinden ze het twitteren amateuristisch of de inhoud van Dijkman’s tweet?

Dat laatste, mag ik hopen. Een opsporingsambtenaar die al een vermoeden heeft over de oorzaak van een gevalletje overlijden, nog voor de crime scene is bezocht, kan het onderzoek frustreren. Het risico van tunnelvisie ligt op de loer en voor je het weet zitten er onschuldigen achter tralies.

Dat de politiebonden laconieker reageren dan bedrijfsdirecteuren, zegt wel wat over ieders professionele eigendunk. De politie gaat er vast vanuit dat er niet zoveel onder de pet te houden valt. Ze doet gewoon haar werk en meent dat ook goed te doen. Denken de commissarissen en directeuren anders over? Waarom vrezen zij elkaars loslippigtwitterigheid?

Ach, leidinggevenden zijn net mensen. Ze flappen er wel eens wat uit. De affaire Dijksman bewijst dat ouwekleppen op Twitter tot repercussies kan leiden. Moet elke professional nu zijn of haar woorden op een goudschaaltje wegen, voor het uit de strot komt of ergens wordt ingetikt?
Natuurlijk niet. Het zou jammer zijn als gedragscodes voor sociale media de mens tot zwijgen brengt. De mogelijkheid dat de digitaliteit de wereld stukje bij beetje transparanter maakt, moeten we niet tegen willen houden. Allereerst omdat het niet juist is zaken onder welke pet dan ook te houden. Dat is echt niet meer van deze tijd.

Maar ook omdat je dan mensen niet leert kennen. We zijn wat we zeggen of, in dit geval, tikken. Daar moet je voor durven staan. Komt er iets ongelukkigs uit het brein, dan kun je twee dingen doen. Erkennen dat je fout zit of niet. In beide gevallen zegt dat iets over jou.
De reactie op je uitlatingen zegt ook iets over de ontvanger. Het is goed omdat van elkaar te weten. Gedragscodes bevorderen het sociale verkeer niet, de praktische ervaringen wel.

Hoewel? Weet ik nu iets over de persoon die de tweet van districtschef veroordeelde en dat ook openbaarde? Tussen alle volgers die mevrouw Dijksman op twitter heeft, zit er minstens eentje die het op haar heeft gemunt, lijkt mij. Ook dat is goed te weten. Dat hij of zij zich op twitter bekend moge maken. Want zoals ik al zei: je moet durven staan voor wie je bent, voor wat je doet en wat je zegt en twittert.

Nog één keer normen en waarden.

Balkenende In een interview in het NRC memoreert Balkenende zijn wapenfeiten. Eén daarvan betreft de veldslag die hij gewonnen meent te hebben op gebied van respect. Met “er zijn codes voor goede omgangsvormen opgesteld, er zijn acties gehouden om pesten tegen te gaan”, illustreert hij zijn zege.

Als er iemand last had van pesten, dan is dat Balkenende zelf wel. Ook al houdt hij zich in het interview groot (zijn normen en waarden werden afgedaan als wandtegeltjeswijsheden), hij was het gezeur op een gegeven moment zo zat, dat hij de burgers wegzette als
klagende chagrijnen. Wat hij er ook mee bereikte, de kloof tussen burger en politiek heeft hij daar zeker niet mee gedicht.

Balkenende vindt dat hij geslaagd is, morele codes af te dwingen bij de burger. Dat die burger toch klaagt, moet pijn hebben gedaan. Maar wat wil de man? Halfzachte maatregelen nemen als de banken er een rommeltje van maken. Een oproep aan de banken het vertrouwen van de burgers
terug te winnen, is niet voldoende. En had hij echt verwacht dat burgers die door hem beschuldigd worden van wangedrag, zonder morren zijn normen en waarden omhelzen?

De hoeveelheid anti-privacymaatregelen die onder zijn kabinetten tot stand zijn gekomen, moeten toch het ongemakkelijke gevoel hebben gegeven, dat elke burger
bij voorbaat verdacht is. Normen en waarden eisen, die je amper van jezelf verwacht. Daar zegt de bijbel volgens mij iets anders over.

Balkenende’s normen en waarden hebben er toe geleid dat de overheidsgreep op de burger strakker is geworden. Dat bevolkingsgroepen elkaar met argwaan bekijken. Dat er soms zo weinig vertrouwen in respect is, dat er nauwelijks respect voor vertrouwen is.
Balkenende laat een bange samenleving na.

Extreme Kerst.

Kerst Het KNMI waarschuwt: deze Kerst begeven we ons op glad ijs. Code oranje geldt voor grote delen van het land. Voor een ieder die nu de deur niet uit durft en de kerst in alle eenzaamheid, achter de kerststukjes doorbrengt, brengen wij een aangepast programma.

U heeft natuurlijk allemaal de hartverwarmende woorden gehoord van Hare Majesteit. De uitzending begon
met gezang 26: Daar is uit ’s wereld duist’re wolken een licht der lichten opgestaan. Maar Majesteit! Waarom zulk sombere toonzetting? Denkt U echt dat het Volk van zulk zwaar gedragen calvinisme vrolijker wordt? Dat kan beter, Majesteit.
Luister naar een volk dat heel wat meer heeft doorstaan, dan wij nu in de diepe krochten der kredietcrisis beleven. Een klein licht stemt hen al vrolijk: This little light of mine.

God’s wegen zijn ondoorgrondelijk. Geen kerstreces voor de mythe die niet te beroerd is de schepping naar zijn hand te zetten. In het Belgische Lutselus ‘the walls came tumbling down’. Enkele uren na de mis stortte de kerk in. Tja, Thé Lau bezong god’s werk al treffend: Ik kijk naar het werk van god, naar de gaten die het slaat. Een kort fragment (klik op de zesde link) uit Het werk van God.

Wat bezielt de Heer om zovelen in de kou te laten staan? Het kan bijna niet anders of Hij is nog steeds woedend over het feit dat zijn zoon niet is geboren in een vijf-sterren hotel. Laat hij daarom, 2010 jaren later, zijn devote volgelingen
op de straten van Bethlehem slapen?
Het lijkt wel of de heer wil zeggen: you’re Uninvited.

Tijd voor de verkeersinformatie. Rijkswaterstaat strooit nog wat zout in de bevroren wonden. Wie op kerstvisite bij familie in Amersfoort wil, moet rekenen op een enorme omweg. De
A1 is afgesloten. God’s gaten worden vandaag gedicht. In het westen verloopt alles gladjes. U kunt beter aan uw kerststukjes gekluisterd blijven. Gaat u toch de deur uit, is de kans groot in files van Slippery People terecht te komen.

Beste luisteraars, u heeft er vast begrip voor dat het vandaag een korte uitzending wordt. Allereerst moet de wagen worden ontdooid. Daarna langzaam op weg om mijn vader uit de sneeuw te graven, zodat we op tijd aan kunnen schuiven bij de kerstmaaltijd van mijn broer.
Code oranje of niet, er moet gegeten worden! Wij gaan er uit met de echte Christmas Spirits. Een prettige dag verder.

Worstenbroodjes tegen werkdruk.

Protocol Protocollen? Het zal me worst wezen. Een uit het hart gegrepen kreet van alle professionals, die zich ondergesneeuwd wanen onder bergen voorschriften, gedragscodes en slimme doelen.

Herken je dat en wil je bevrijd wil worden van de regeldruk? Neem een worstenbroodje. Trek je niets aan van het protocol gezonde voeding. Trek je wel wat aan van het gezonde verstand van de vakman. Met die boodschap steekt passiegoeroe Richard Engelfriet de verpleegkundigen, politieagenten en onderwijzers een hart onder de riem. Vertouw meer op je vakmanschap, dan op SMART-doelen en starre protocollen, schrijft hij in een blogje
op De Ondernemer.nl.

Nu is
Richard Engelfriet een vakman die van alle markten thuis is. Coach, columnist, dagvoorzitter, mediator, netwerker, procesgeleider, trainer, spreker en auteur van een aantal managementboeken. Wie zulk gevarieerd werk heeft, zal ongetwijfeld een bredere kijk op zaken hebben, dan menig man-on-one-job, die aan tunnelvisie lijdt.
En hij heeft een punt. Het invoeren van kwaliteitssystemen, het protocollair en doelgericht werken heeft in ieder geval tot twee klinkende resultaten geleid: mensen op de werkvloer voelen zich onzekerder en er wordt meer tijd aan de pc besteed, dan aan het eigenlijke werk.

Protocollen duwen de vakman weg, stelt Engelfriet. Dat kan ook anders. Hij geeft een heel leuk voorbeeld uit de GGZ in Brabant. Bij een bepaalde instelling had men voortdurend last van nieuwe patiënten die uit hun dak gingen tijdens de intake. Die patiënten belandden protocollair verantwoord in de isoleercel of werden platgespoten.
Dat was niet naar de zin van twee medewerkers en die kwamen met een ander oplossing. Worstenbroodjes. Elke nieuwkomer werd verwelkomt met deze Brabantse delicatesse en had de mond vol over deze gastvrijheid. Er kwam geen onvertogen woord meer uit. Het aantal incidentenrapportages verminderde. Mooi stukje werkdrukverlichting.

Ik heb geen idee wat er in de Brabantse protocollen staat. Bij het intake-protocol op ons werk staat wel vermeld dat de cliënt op zijn gemak gesteld dient te worden. Hoe dat moet, staat er niet bij. De manager en de trainer die ons het protocol tussen de oren kletsten, benadrukten alleen dat het 'hoe' aan ons inzicht, vakmanschap, gezond verstand en creativiteit wordt overgelaten.
Gaat het hier dan altijd goed? Welnee. Er zijn collega’s die direct overgaan tot het afwerken van de vragenlijst, zonder zichzelf eerst voor te stellen, laat staan de nieuwe bezoeker eerst een kopje koffie aan te bieden.

Het gekke is dat er altijd mensen zijn die op regeltjes reageren, door ze strikt op te volgen. Zelfs als erbij is verteld, dat de nodige flexibiliteit noodzakelijk is. Een fenomeen dat je niet de wereld uithelpt met nog meer regeltjes. Ook niet door de regeltjes dan maar helmaal af te schaffen.
Het totaal loslaten van de regeltjes helpt hooguit de goed gemotiveerde en vakbekwame medewerkers, die ondanks eigen kwaliteiten teveel last hebben van hun onzekerheden. Bevrijd deze groep van de regelgeving en ze hebben alleen nog hun eigen vakkundigheid.

Blijft over de groep die de vakkundigheid ontberen. Hoe zijn die toch in het werk verzeild geraakt? Tja, dan hebben we het over de kwaliteit van onderwijs, stagebegeleiding en inwerkprocedures. En we hebben het over tekort aan personeel. Twee zaken waar nog geen enkele SMART-cyclus of protocol enige oplossing biedt.
Maar ja, dat is voor een groot deel de verantwoordelijkheid van de overheid, aan wie we de opdracht hebben gegeven te zorgen voor goed onderwijs en het oplossen van personeelstekorten.

Daar mag je niet teveel van verwachten. Want waar elke organisatie zich tot in de puntjes dient te kunnen verantwoorden, is het juist de overheid die daar nogal wat moeite mee heeft. Dat is nog tot daar aan toe. Veel irritanter is dat we de worstenbroodjes, gebak of koekjes, waarmee wij nieuwe cliënten willen ontvangen, uit eigen zak moeten betalen. Die faciliteiten zijn net wegbezuinigd.

Lokale integriteit.

Klokkenluider U dacht dat Wikileaks bewezen heeft, wat u altijd al dacht? Namelijk dat diplomaten en wereldleiders er zo hun eigen idee over integriteit op na houden? Op kleiner schaal is het mogelijk even erg. Dat denken de plaatselijke klokkenluiders in ieder geval wel. In elf gemeenten zijn lokale wikileaks geopend. De komende week zullen nog 39 gemeenten volgen.

Tja, een politieke carrière begint natuurlijk onderop. En als geslotenheid tot de gangbare ethiek van het bestuurlijke métier hoort, dan probeer je dat als lokaal bestuurder je meteen eigen te maken. Dat is niet altijd even gemakkelijk, want waart moet een wetouder of burgemeester open en eerlijk over zijn en waarover niet?
Met het opzetten van plaatselijke wikileaks wordt het nog vervelender voor de bestuurders. Zij hebben al te maken met klachtenloketten, gemeentelijke ombudsmannen, bezwaarprocedures of boze burgers die de ruiten inkinkelen, nu komen daar ook de klokkenluiders aan.

Waar hebben gemeentebesturen dat nou aan verdiend. Ze waren zelf al lekker bezig hun eigen integriteit te onderzoeken. Maar vier procent van de gemeenten heeft nog geen integriteitsbeleid. Vier procent! Dat zijn niet meer dan negen gemeenten. Waarom dan toch nog 50 lokale wikileaks opgericht?
Zijn de zelfregulerende gedragscodes voor de ambtenaren van Maarssen of B & W van Achtkarspelen niet genoeg? Bovendien hebben we nog BING, het Bureau Integriteit waarmee de Nederlandse gemeenten de hand in eigen boezem steken. Doet prima werk. De gemeente Alphen aan de Rijn schakelde het bureau in, toen boze burgers het bestuur ervan verdachten dat ambtenaren werden voorgetrokken bij het toewijzen van woningen.

BING onderzocht de kwestie en het
gemeentebestuur meldt nu trots dat “individuele bestuurders en het college van burgemeester en wethouders hebben niet in strijd gehandeld met de bestuurlijke gedragsregels van de gemeente”.
Keurig, zou je zeggen. In hetzelfde bericht, zegt de gemeente ook: “Betrokken ambtenaren hebben wel gedragsregels van de gemeente geschonden”. Pardon? Wel regels geschonden, maar niet in strijd daarmee gehandeld?
Maakt niet uit, want BING heeft ook geconcludeerd dat “er geen sprake is van strafrechtelijke overtredingen”.

Ja, op die manier lijkt Alphen aan de Rijn wel rijp voor de klokkenluiders van Ope(N)u. En
die krijgt de gemeente ook. Na 21 december luidt het niet BING maar BENG in Alphen.
Bing, beng, beieren. Ik ben benieuwd wat de Ope(N)u-klokkenluiders aan de integriteit van het lokale bestuur zullen toevoegen. Of denkt u dat ook deze belhamels boven water krijgen, wat u al lang wist?

Overheid helpt zelfregulering om zeep.

Streppel Het Financieele Dagblad besteedt aandacht aan een opmerkelijke uitspraak van Jos Streppel, de voorzitter van de commissie die de naleving van de code Tabaksblat in de gaten houdt. Een code voor goed gedrag van ondernemingen, die nu zes jaar leidraad is voor braaf ondernemersschap.

Die code, ook wel corporate governance code genoemd, is een van de bekendste voorbeelden van zelfregulering. Een setje afspraken waar een bepaalde sector zich aan dient te houden. Bedoeld om uitwassen te voorkomen. Meer transparantie, geen buitensporig beloningsbeleid, goed bestuur en beleid zijn een paar van de zaken die in de gedragscode zijn geregeld, met de bedoeling dat de bedrijven zich er ook aan houden.

De commissie Streppel doet daar onderzoek naar en rapporteert jaarlijks de bevindingen. Dit jaar blijkt dat het wel aardig gaat met de naleving van het super-heren-akkoord, maar kapitaalkrachtig Nederland is er nog lang niet.
Er zijn er nog teveel bedrijven die hun beloningsbeleid niet op orde hebben. Waardoor het ook nog steeds mogelijk is, dat er te hoge beloningen en bonussen worden afgesproken. De raden voor commissarissen kunnen hun evaluaties een stuk duidelijker maken en de hoeveelheid vrouwen in de top laat nog te wensen over. Een paar van die bevindingen, die gehuld in lovende woorden in het rapport van 2010 (pdf!) te lezen zijn.

In de inleiding staat de opmerkelijke uitspraak waar het
Financieele Dagblad over schrijft. De gedragscode is een mooi zelfregulerend instrument, maar volgens Jos Streppel zit de overheid de zelfregulering in de weg.
Pardon? We zitten toch al jaren met een overheid, die sterk voorstander is van zelfregulering? Onder Balkenende was zelfregulering toch de oplossing als er ergens in de samenleving weer eens iets fout ging? En het huidige kabinet is er ook niet vies van. Hoe kan zo’n overheid dan die zelfregulering in de weg zitten?

De overheid, zegt Jos Streppel, moet eens ophouden punten uit de gedragscode over te nemen en tot wetten te verheffen. Of volgens de quote in het Financieele Dagblad: “Bedrijven willen niet het hout aanleveren voor hun eigen brandstapel, zeker niet als de overheid selectief winkelt in de code”.
Minister Jan Kees de Jager, die het rapport in ontvangst mocht nemen, reageerde met “heel soms de ruimte moet worden ingeperkt omwille van de duidelijkheid. Zelfregulering waar het kan. Wetgeving als het moet”.

Nou moet er natuurlijk niks. Moeten is dwang, huilen is kindergezang, luidt een oude zegswijze. Maar sinds de invoering van de code Tabaksblat blijkt elk jaarrapport van de toezichthoudende commissie nog volop tekortkomingen constateert op de naleving ervan. Wat moet je dan als overheid, die toch ook te maken heeft met burgers die buitensporige beloningen wel zat zijn? Wachten tot de heren eindelijk bereid zijn hun eigen afspraken eens na te komen?
Nee, dan is een wetje om onrechtvaardige bonussen terug te vorderen (claw back) wel een passend antwoord op zulke laksheid. Een wetsvoorstel daartoe is in september naar de Tweede Kamer gestuurd. Zou het wetsvoorstel nooit zijn gemaakt als men van begin af de zelfregulering serieus had genomen?

Nu stelt Jos Streppel dus dat het bedrijfsleven nog minder vaart gaat maken met de naleving, omdat het gebrek daaraan alleen maar tot vervelende wetten leidt. Nog meer nalatigheid dus. Als de overheid daar even krachtig op reageert als op zich misdragende burgers, dan kan het bedrijfsleven nog heel wat worgwetten tegemoet zien.
Is de commissie Streppel nou een adequate toezichthouder of de advocaat van de duivel?

Door het oog van de tijd

Eye of Time Waar komt toch de drang vandaan de geheimen van het leven te willen zien, ook als die er niet zijn? Nee, nu niet even over Wikileaks, want dat gaat over geheimen die dat niet horen te zijn, maar er wel degelijk zijn. Het gaat over stiekeme codes, die informatie openbaren, waar we verder niet veel aan hebben.

In de Mona Lisa van Leonardo da Vinci sterft het van die codes. De laatste ontdekking is gevonden in
Mona Lisa’s ogen. Daar zouden lettertjes of cijfertjes in zijn gepenseeld.
Natuurlijk verwijst de pers naar de bestseller de Da Vinci Code van Dan Brown, maar ook daar heeft de recente ontdekking niets mee van doen. De miniscule informatie in de poppetjes van Mona’s ogen, zouden iets vertellen over wie de dame nu eigenlijk is. In het ene oog dan. In het ander zouden de initialen van Leonardo zelf staan.

De oude kunstenaar kan er zelf niets over zeggen. Dat krijg je als je zo lang dood bent. Maar verder kan iedereen aan elk barstje in het schilderij elke symboliek toekennen. Volgens mij is de ontdekking niet meer dan de openbaring dat er een konijn in de wolken te zien is.

Kijk, aan wat jongere kunst zal niet snel enige mystiek worden toegekend. Voor spannende theorieën geldt hoe ouder, hoe mystieker. Dat kan veel makkelijker, omdat er veel lastiger keiharde bewijzen zijn aan te voeren. Van de mystiek van oude Egyptenaren tot de mystiek van welke god dan ook.
Op het plaatje linksboven zie een fragment van het Oog van de Tijd, een schilderij van Salvador Dali. Daarin een klokje en de handtekening van de meester. De grapjas heeft dat er natuurlijk in gekwast, in de verwachting dat ooit de Dali Code zou verschijnen. Kunnen we ook niet verifiëren, omdat ook deze kunstenaar morsdood is.

Door het oog van de tijd wordt geschiedenis steeds mythischer. Je moet het wel willen zien.

Censuur op mond tot mondreclame?

Reclame Mond-tot-mondreclame wordt heet de beste reclame te zijn. Dat kan na 1 januari wel eens anders uitpakken. De houdbaarheidstermijn van de 45 jaar lang gebruikte definitie van reclame is verlopen, vindt de Reclame Code Commissie. Tijd voor een sterk uitgebreide nieuwe definitie.

De nieuwe definitie: “Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van diensten”.

Iedere openbare aanprijzing, al dan niet met behulp van derden? Daar zou mond-tot-mondreclame heel goed onder kunnen vallen. Je spreekt prijzenswaardige woorden over een nieuwe gadget, je buurman verteld dat door aan zijn neefje, die het weer verder vertelt aan zijn collega.
Niets aan de hand, want dat is nog geen voorbeeld van 1-op-1 reclame, die
volgens een toelichting wel onder de nieuwe definitie valt. Een winkelier die in het genoeglijke onderhoud met een klant, tussen neus en lippen wijst op een ander produkt, dan waar de klant eigenlijk voor kwam, is een vorm van 1-op-1 reclame. Zo’n gesprekje moet na 1 januari voldoen aan de Reclame Code.

Er is nog een vorm van mond- tot-mondreclame, die aan de eisen van de Reclame Code zal moeten voldoen. In een
tweede toelichting zegt de Reclame Code Commissie: “Ook valt te denken aan buzz marketing (mond-tot-mond reclame op initiatief van een adverteerder). Wel dient bij dit alles sprake te zijn van enige betrokkenheid van de adverteerder”.
Enige betrokkenheid van de adverteerder? Dat is zo vastgesteld. Stel een adverteerder probeert de consument aan te zetten tot de aankoop van een dingetje. De essentie van reclame. De consument trapt er in, koopt het dingetje en op het eerste de beste verjaardagsfeestje zegt de consument: ik heb nou toch een leuk dingetje! Een van de aanwezigen koopt de volgende dag ook zo’n gevalletje en meldt zijn collega’s: jongens, kijk eens, ik heb nou toch een prima dingetje!
Mocht een van de kopers kunnen aantonen dat het helemaal niet zo’n geweldig produkt is, dan zou er een klacht wegens misleidende reclame ingediend kunnen worden. Omdat vrij veel aankopen pas worden gedaan na een initiatief van een adverteerder (hoe wisten we anders van het bestaan van een dingetje?), is enige betrokkenheid gauw aangetoond.

Is de nieuwe definitie van reclame nu indirect een aanslag op de vrijheid van meningsuiting? Betekent het de dood van mond-tot-mondreclame?
Voor een veroordeling van de Reclame Code Commissie hoeft niet gevreesd te worden als de mond-tot-mondreclame op de juiste doelgroepen is gericht (dus geen alcoholreclame voor jongeren) en financiële voorwaarden duidelijk zijn gemaakt. Als de reclame waarheid verkondigt is er ook niets aan de hand.
Dat is een lastige voorwaarde bij mond-tot-mondreclame. Onderzoek toonde al eens aan dat prijs en kwaliteit, zelfs als die tegenvalt, achteraf goed gepraat worden door de koper met allerlei kulargumenten. Bekend als de cognitieve dissonantie reductie en wel een van de meest misleidende vormen van mond-tot-mondreclame.

Gelukkig hoeft de doorsnee mond-tot-mondreclamemaker niet bang te zijn dat buurman hem voor de Reclame Code Commissie daagt. De nieuwe definitie van reclame eindigt met een sluitende voorwaarde: “Adverteerder is een organisatie of een persoon niet zijnde een consument”.
We kunnen dus na 1 januari in alle vrijheid en zonder enige zelfcensuur, de boodschappen doorgeven.
Misschien moet er wel een Loden Leeuw in het leven worden geroepen voor de collega of olijke ook,die irritant doorjengelt over zijn pas gekochte breedbeeld-routenavigator.